Hoe goed is uw opleiding, afdeling of instituut bezig op duurzaamheidsgebied, wat kan nog verbeteren en hoe is e.e.a. structureel aan te pakken ?
Er bestaan verschillende methoden. Het HBO kent AISHE (Auditing Instrument Sustainability for Higher Education (AISHE)
het is ook toe te passen op het MBO. Omdat niet alles even helder was is voor het MBO een voorlopige MBO-AID gemaakt = MBO Auditing instrument Duurzaamheid. Zie onder.
Verder zou men ook kunnen kijken naar ISO26000. Zie hier.
De AISHE methode, het boek en de bijbehorende software mag op geen enkele wijze door derden commercieel verhandeld worden. Het gebruik door non-profit onderwijsinstellingen is vrij en kosteloos. Elke andere organisatie mag er uitsluitend gebruik van maken na schriftelijke toestemming van de voorzitter van de CDHO.
Het hele methode (AISHE 1.1) is hier te downloaden. Deze is vigerend tot 2014. Hobeon voert de audits uit indien u een officieel certificaat wenst. U kan n, twee of drie sterren krijgen.
Inmiddels is AISHE 2.0 door Niko Roorda ontwikkeld. U kunt het hier bekijken (het document is 2 MB). Hobeon is gemachtigd de audit uit te voeren en te accrediteren. In het HBO kan een afdeling dan n twee of drie sterren halen. We gaan bekijken hoe e.e.a. in het MBO zou kunnen werken.
Bij ROC van Amsterdam en het Koning Willem I College is een AISHE 1.0 audit afgenomen als nulmeting. Op beide ROC's is men bezig met het opzetten van opleidingen voor duurzame technici. Er is gekeken naar wat een afdeling zou moeten doen om duurzaamheid goed te implementeren in het onderwijs en de bedrijfsvoering van de afdeling.
Hiertoe wordt er een bijeenkomst georganiseerd met studenten, docenten en het management. In het begin vult iedereen de vragen in. Vervolgens vindt er per vraag een onderlinge discussie plaats over op welk niveau men vindt dat de opleiding staat. Bij consensus wordt dat ingevuld en wordt gevraagd welk ambitie men heeft. Zo krijgt men inzicht in hoe het jaar er op verbeterd kan worden. Het blijkt echt een goede methode te zijn. Het roept discussie op en geeft alle betrokkenen goed inzicht in waar de afdeling staat en hoe te verbeteren.
In principe onderscheidt men vijf niveaus
0. nog niet
1. op activiteiten gericht
2. proces gericht
3. systeem gericht
4. keten georiteerd
5. maatschappij georiteerd
Omdat in enkele vragen (te) moeilijke woorden stonden (voor het MBO) en e.e.a. soms ook niet helemaal logisch was en ook vanwege inzichten uit AISHE 2.0. is door Rob de Vrind een lijst met vragen gemaakt die mogelijk handig zijn. Voorlopig noemen we de lijst het MBO-AID ofwel het MBO-auditting instrument duurzaamheid.
Indien u een echte audit op u afdeling wilt laten plaatsvinden moet u bij Hobeon en/of Niko Roorda (
Vul eerst zelf de vragenlijst in door kruisjes te zetten in de eerste kolom. Voer daarna een discussie met de afdeling ( de directeur, docenten en studenten) wat zij hebben ingevuld enkom dan tot een consensus. Vul dat in in de tweede kolom. Bepaal vervolgens de ambitie van de afdeling om de komende tijd aan te werken.
uw score |
consensus |
zet een kruisje voor 1,2,3,4,5 afhankelijk van wat u vindt over hoe ver de afdeling is. |
|
De MBO-AID | |||
MBO Auditing Instrument Duurzaamheid Versie 1.1 | |||
1. | Het management | ||
0 | Het management heeft nog geen visie ontwikkeld op het gebied van duurzaamheid | ||
Studenten worden niet betrokken bij de visievorming | |||
1 | Het management heeft een visie op het gebied van duurzaamheid in het onderwijs maar deze is niet in documenten vastgelegd | ||
Het management voert duurzame acties uit als ze hun weg passeren | |||
Het team en studenten zijn niet echt betrokken bij visie, beleid en uitvoering | |||
2 | Het management heeft een visie in een document vastgelegd en ondersteunt de uitvoering er van | ||
Het is niet echt systematisch te noemen. Docenten en studenten worden er zo nu en dan bij betrokken | |||
3 | Het management heeft de visie vastgelegd in een mission statement en vertaalt het in concreet beleid, in een actieplan en concrete activiteiten | ||
Ze werkt systematisch aan duurzaamheid in de opleiding en de bedrijfsvoering van de afdeling | |||
Ieder jaar worden de acties geëvalueerd en wordt er gekeken of het beleid moet worden aangepast. Tevens worden er nieuwe activiteitenplannen gemaakt | |||
Het team en studenten worden echt systematisch betrokken bij visie beleid actieplannen, acties | |||
4 | Het bovenstaande waarbij e.e.a. wordt gedaan ook nog eens samen met actoren uit de maatschappij als relevante bedrijven, (toe)levernde scholen ect. | ||
5 | Het bovenstaande waarbij e.e.a. systematisch wordt gedaan met een groep uit de maatschappij als relevante bedrijven en (toe)leverende scholen ect. | ||
2. | Docenten | ||
0 | Docenten hebben in het algemeen niets met duurzaamheid | ||
1 | Een aantal docenten laten zien via hun houding / gedrag en onderwijs dat ze duurzaamheid serieus nemen | ||
2 | De organisatie bevordert dat docenten via hun houding en gedrag en via hun onderwijs duurzaamheid op de kaart staat | ||
3 | In het personeelsbeleid staat beschreven dat in principe wordt verwacht dat de docent een duurzame houding en gedrag vertoont | ||
4 | De organisatie vraagt stelselmatig de medewerking van het duurzame werkveld om houding , gedrag en onderwijs van docenten te verbeteren | ||
5 | Er vindt regelmatig uitwisseling plaats met actoren uit de samenleving over wat duurzame houding, gedrag en onderwijs betekent | ||
3. | Studenten | ||
0 | Studenten hebben in het algemeen niets met duurzaamheid | ||
1 | Een aantal studenten hebben kennis van duurzaamheid en weten hoe ze dat via houding en gedrag | ||
in het dagelijks leven en in hun beroepsuitoefening dit kunnen laten zien | |||
2 | Alle studenten hebben enige kennis van duurzaamheid en weten hoe ze dat via houding en gedrag | ||
in het dagelijks leven en in hun beroepsuitoefening dit kunnen laten zien | |||
3 | Alle studenten hebben systematisch kennis opgedaan over duurzaamheid en weten hoe ze dat via houding en gedrag in het dagelijks leven | ||
en in hun beroepsuitoefening dit kunnen laten zien | |||
4 | Alle studenten hebben systematisch kennis opgedaan over duurzaamheid en een groep laat voorbeeldgedrag en - houding zien | ||
in het dagelijks leven en in hun beroepsuitoefening dit kunnen laten zien | |||
5 | Alle studenten hebben systematisch kennis opgedaan over duurzaamheid | ||
en alle studenten laten voorbeeldgedrag en - houding zien in het dagelijk leven en in hun beroepsuitoefening dit kunnen laten zien | |||
4. | De organisatiestructuur | ||
0 | Er zijn geen docenten die belangstelling hebben voor duurzaamheid en die daarin initiatieven ondernemen | ||
1 | Enkele medewerkers besteden aandacht aan de implementatie van duurzaamheid in de opleiding | ||
2 | Er bestaat een groep medewerkers die zich kunnen verdiepen in duurzaamheid en de opleiding en die werken aan de implementatie er van in het onderwijs | ||
3 | Er bestaat een permanente groep die zich structureel bezig houdt met duurzaamheid en de implementatie in het onderwijs | ||
Deze groep evalueert jaarlijks en komt regelmatig met verbeterpunten en communiceert dit met het management | |||
4 | De bovenstaande groep heeft daarnaast vaste verbindingen met het bedrijfsleven en experts en haalt zo kennis en kunde naar binnen. | ||
5 | Men is internationaal toonaangevend en brengt expertise in binnen- en buitenland | ||
Er bestaat een systematische terugkoppeling naar de maatschappij | |||
5. | Het onderwijs. Mogelijk splitsen in onderwijs in duurzaamheid in het algemeen en beroepsspecifieke | ||
0 | In het onderwijs zitten bijna geen duurzaamheidsaspecten | ||
1 | In het onderwijs zijn enkele aanwijsbare aspecten van duurzaamheid opgenomen | ||
2 | Duurzaamheidsaspecten komen aantoonbaar voor in de opleiding van eenvoudig tot ketens en meer complexere zaken | ||
Studenten en docenten denken mee dit te verbeteren | |||
3 | Duurzaamheidsaspecten zijn aantoonbaar systematisch in heel de opleiding opgenomen van eenvoudig tot ketens tot systemen | ||
Studenten en docenten denken structureel mee dit te verbeteren via evaluaties die structureel gehouden worden | |||
4 | Bij de duurzame opleiding speelt het (duurzame) werkveld ook een duidelijke rol | ||
5 | De invloed en de hulp van het werkveld is structureel geregeld en de opleiding is (inter)nationaal koploper op duurzaamheidsgebied | ||
6. | Dienstverlening en stages | ||
0 | De afdeling vervult geen duurzame opdrachten en stages voor de samenleving of het bedrijfsleven. | ||
1 | De afdeling vervult zo nu en dan duurzame opdrachten en stages voor de samenleving of het bedrijfsleven. | ||
2 | De afdeling vervult bij voorkeur duurzame opdrachten en stages voor de samenleving of het bedrijfsleven. | ||
3 | De afdeling zoekt systematisch duurzame opdrachten en stages en vervult die door studenten en docenten | ||
Wat wordt geleerd bij de stages en uit de opdrachten vormt weer (indien nodig) input voor verbeterd onderwijs | |||
4 | In samenwerking met externe expert partijen wordt systematisch gewerkt aan duurzame opdrachten en stages | ||
5 | De afdeling behoort nationaal en internationaal tot een topinstituut op het gebied van duurzame stages en opdrachten | ||
7. | Communicatie en transparantie | ||
0 | Weinig tot geen communicatie tussen het management / docenten / studenten en de buitenwacht over duurzaamheid | ||
1 | Medewerkers en studenten worden incidenteel op de hoogte gebracht wat speelt op het gebied van duurzaamheid | ||
2 | Duurzaamheid is iets wat regelmatig wordt gecommuniceerd bij vergaderingen / interne en extrene publicaties richting medewerkers en studenten | ||
3 | Er is beleid gemaakt om alles over duurzaamheid systematisch intern en extern te communiceren | ||
4 | Het bovenstaande systeem wordt ook nog eens gevoed met input vanuit bedrijven / de maatschappij en andere vakgebieden | ||
Daarnaast wordt richting de buitenwereld hetzelfde gedaan. | |||
5 | Het bovenstaande vindt systematisch plaats en de publicaties zijn toonaangevend | ||
8. | Opleiding en training | ||
0 | Er wordt niets gedaan aan het vergroten van kennis op duurzaamheidsgebied | ||
1 | Individuele docenten vergroten hun kennis op duurzaamheidsgebied via contacten met het werkveld en bijeenkomsten | ||
2 | Op duurzaamheidsgebied heeft de afdeling goede contacten met het werkveld en dat werkveld geeft tevens input in het onderwijs b.v. via gastlessen | ||
Er is aandacht voor scholing van docenten op het gebied van duurzaamheid | |||
De afdeling faciliteert scholingsbehoeften | |||
3 | Er wordt bekeken welke scholingsbehoefte op duurzaamheidsgebied er bestaat bij docenten | ||
Dat vormt de input voor een scholingsplan zodat scholing wordt aangeboden via in- of externe personen | |||
Het scholingsplan wordt gefaciliteerd - er is budget voor, men wordt er voor vrijgeroosterd e.d. | |||
4 | Het scholingspan op duurzaamheidsgebied wordt tevens samengesteld met het werkveld en wordt er ook op afgestemd. | ||
Het werkveld schoolt docenten en docenten het werkveld | |||
5 | Het expertise netwerk is internationaal en bevat ook maatschappelijke organisaties | ||
De afdeling speelt zelf een rol als expertisecentrum | |||
9. | De bedrijfsvoering | ||
0 | Het heeft niet meer aandacht dan normaal | ||
1 | Milieuzorg en duurzame bedrijfsvoering heeft best wel aandacht. | ||
2 | Milieu-aspecten bij stoffenstromen - opslag, catering, energie-efficiency en afvalpreventie en -scheiding worden redelijk tot goed beheerst | ||
Studenten worden er bij betrokken. Men koopt zo nu en dan duurzaam in. | |||
Er bestaat beleid op het bovenstaande en er wordt voldaan en wet- en regelgeving en er wordt rekening gehouden met duurzaam inkopen | |||
3 | Er bestaat een functionerend milieuzorgsysteem. Jaarlijks wordt er een milieuverslag gemaakt op basis waarvan beleid en actieplannen worden aangepast | ||
E.e.a. komt ook terug in het onderwijs. Men koopt systematisch duurzaam in. | |||
4 | Het bovenstaande komt ook tot stand in wisselwerking met de samenleving, bedrijven, overheden | ||
Het zorgsysteem is gecertificeerd. Er worden duurzame eisen gesteld aan leveranciers. |
Studenten hebben een actieve rol. Men koopt alles duurzaam in. | |||
5 | Het zorgsysteem vormt een integraal onderdeel in de totale arbo- en kwaliteitszorg. | ||
Er vindt een optimale inbedding plaats in de gebouwde en natuurlijke omgeving | |||
Studenten spelen een rol. Men koopt alles duurzaam en zoveel mogelijk C2C in. | |||
10. | Uitstraling (discutabel) | ||
Het goede voorbeeld m.b.t. catering, vervoer, duurzame energie, energiebesparing, materiaalbesparing, papierbesparing, de gebouwen, de inrichting, de schoonmaak ect. | |||
0 | De schoolorganisatie geeft amper een goed voorbeeld m.b.t. duurzaamheid op de bovenstaande punten | ||
1 | De schoolorganisatie geeft het goede voorbeeld op een aantal van de bovenstaande punten m.b.t. duurzaamheid | ||
2 | De schoolorganisatie geeft het goede voorbeeld op durzaamheidsgebied op veel van de bovengenoemde punten | ||
3 | De schoolorganisatie geeft systematisch het goede voorbeeld op duurzaamheidsgenied op een groot aantal van de bovenstaande punten | ||
Ze meet dat ook bij studenten en personeel en gebruikt die input om het bovenstaande te verbeteren. | |||
4 | Als 3 maar ze exposeert dat ook naar buiten toe (aankomende studenten / ouders / bedrijfsleven) | ||
5 | Als 4 maar dan op zo'n manier dat de school op nationaal en internationaal niveau een voorbeeldschool is. | ||
11 | Arbeidsomstandigheden en respect | ||
1 | Er wordt soms aandacht aan besteed | ||
2 | Het management heeft continu aandacht voor arbo en respect en wordt er actief bij betrokken | ||
3 | Er zijn normen afgesproken die beschermen tegen ongelijkheid intimidatie en werk dat de gezondheid bedreigt. | ||
Er bestaan initiatieven om de gezondheid en het welzijn van personeel en studenten te verbeteren alsmede de vrije meningsuiting | |||
Bovengenoemden worden actief betrokken bij deze verbeteringen | |||
4 | Ook alle toeleveranciers e.a. personen en organisaties moeten achter gelijkheid, respect en goede arbeidsomstandigheden staan | ||
De directe stakeholders hebben invloed op het telkens verbeteren van de normen | |||
5 | De afspraken en de norm m.b.t. het bovenstaande wordt internationaal gezien als voorbeeld | ||
De norm wordt gezien als excellent en ze wordt veel gebruikt en overgenomen | |||
12 | De samenleving | ||
0 | De school ondersteunt soms activiteiten m.b.t. duurzaamheid vanuit de samenleving | ||
1 | De organisatie onderhoudt regelmatig contact met de samenleving om diverse duurzame initiatieven te ondersteunen | ||
2 | De organisatie onderhoudt vaak contact met de samenleving om duurzame initiatieven te ondersteunen | ||
3 | De organisatie onderhoudt structureel contact voor het bovenstaande en monitort resultaten en tracht te verbeteren | ||
4 | De organisatie wordt door de buitenwacht gezien als grote ondersteuner van duurzame initiatieven | ||
5 | De organisatie excelleert hiermee en staat midden in de maatschappij m.b.t. het ondersteunen van duurzame initiatieve |
Het gaat over het onderstaande
Als u een indruk wilt krijgen waar het over gaat kan u naar de onderstaande vragen kijken. Deze quick scan is ook hier in te vullen en dan krijgt u meteen te zien hoe goed uw MVO beleid is.
1. Is er bij u aandacht voor sociale vraagstukken, milieuvraagstukken en maatschappelijke vraagstukken ?
2. Wordt bewust gestreefd naar het realiseren van bedrijfseconomische meerwaarde voor de organisatie door aandacht te besteden aan sociale vraagstukken, milieuvraagstukken en maatschappelijke vraagstukken ?
3. Zijn de maatschappelijke verantwoordelijkheden bepaald door in kaart te brengen op welke onderwerpen de duurzaamheidsimpact van de organisatie ligt (met welke onderwerpen wij het grootste duurzaamheidseffect bereiken) en wordt er ook naar gehandeld ?
4. Zijn een aantal duidelijke MVO-prioriteiten gesteld voor de organisatie en zijn daar ook concrete doelstellingen op geformuleerd ?
5. Zijn duurzaamheidsoverwegingen een vast onderdeel van de besluitvormingsprocessen en de planning van activiteiten binnen onze organisatie.
6. Zijn er duurzaamheidscriteria (milieu en sociale criteria) opgesteld voor het inkopen van producten/diensten en wordt zodoende gebruik gemaakt van de invloedssfeer om ook anderen te stimuleren duurzaam te ondernemen ?
7. Is in kaart gebracht wie onze belangrijkste stakeholders zijn, wat hun verwachtingen en belangen zijn en heeft uw organisatie daar oog voor.
8. Werkt u voortdurend aan het betrekken van stakeholders bij het reilen en zeilen van uw bedrijf, inclusief op het gebied van MVO.
9. Als u niet op een eerlijke, integere manier zaken kan doen, dan doet u helemaal geen zaken ?
10. Investeert u in concrete activiteiten op het gebied van maatschappelijke betrokken ondernemen, zoals sponsoring van culturele evenementen, ontwikkeling van lokale gemeenschappen waar u werkzaam bent en stimuleert u vrijwilligerswerk door medewerkers ?
11. Werkt u voortdurend aan het creen van bewustwording en draagvlak onder management en medewerkers voor de inspanningen op het gebied van MVO en probeert u ze hier ook daadwerkelijk bij te betrekken.
12. Sluiten uw MVO-inspanningen aan bij reeds bestaande systemen, procedures en structuren binnen onze organisatie.
13. Monitort u in hoeverre wij u uw MVO-doelstellingen realiseert en verbetert u ieder jaar de MVO-prestaties.
14. Biedt u een evenwichtig inzicht in uw MVO-prestaties en communiceert u die richting de stakeholders.
De hele norm (als concept en in het Engels) is hier te downloaden.
Implementatie gaat volgens het onderstaande stappenplan
Het stappenplan bestaat uit de volgende stappen:
- Bepalen van de relatie tussen MVO en de kernmerken van de organisatie
- Begrijpen van de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de organisatie
- Integreren van MVO in de gehele organisatie
- Communiceren over MVO
- Vergroten van de geloofwaardigheid
- Monitoren en verbeteren van MVO-activiteiten
Stap 1: Bepalen van de relatie tussen MVO en kenmerken van de organisatie
- Analyseer hoe de kernmerken en context van de organisatie (locatie, activiteiten, personeel, sector, markten, stakeholders, structuur, toeleveringsketens) in relatie staan tot MVO.
- Raak bekend met het begrip MVO en wees bewust van de houding van het management ten aanzien van MVO.
Het MVO-beleid zal het meest succesvol zijn als het aansluit bij de huidige structuur en vooral cultuur van de organisatie.
Stap 2: Begrijpen van de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de organisatie
MVO is een breed onderwerp. Niet alle MVO-themas zijn in dezelfde mate van belang voor alle organisaties: dat hangt af van de kernmerken van de organisatie. Een kleine, lokaal opererende organisatie in een Westers land heeft in het algemeen minder met de schending van mensenrechten te maken dan een grote multinational die productielocaties in ontwikkelingslanden heeft.
- Voorafgaand aan het formuleren van een MVO-beleid is het noodzakelijk de relevantie van MVO-kernonderwerpen en MVO-issues te bepalen.
- Bepaal vervolgens aan de hand van zelfvastgestelde criteria (impact, zorgen van stakeholders, gevolgen etc.) welke van deze relevante MVO-onderwerpen het meest belangrijk zijn voor de organisatie in termen van duurzaamheidseffect.
- Beoordeel in hoeverre de organisatie invloed heeft in de keten en probeer deze invloed zoveel mogelijk aan te wenden.
- Wanneer dit alles in beeld is, kunnen er keuzes gemaakt worden en bepaald worden welke MVO-themas en -activiteiten prioriteit hebben in de organisatie.
Stap 3: Integreren van MVO in de gehele organisatie
- Indien bepaald is welke MVO-themas prioriteit hebben binnen de organisatie, kan gestart worden met het integreren van MVO in de huidige systemen, processen, procedures, structuren, beleid en strategie. Denk bij deze stap aan het integreren van MVO in organisatiedoelen, missie en visie, beslissingsstructuren, inkoopprocessen, HRM-processen, opstellen van een gedragscode etc.
- Maak alle medewerkers bewust van de betekenis van MVO en hoe MVO terugkomt in hun werkzaamheden, door waar dat nodig is hen de juiste kennis en vaardigheden bij te brengen of te laten ontwikkelen.
Stap 4: Communiceren over MVO
Zowel interne als externe communicatie, in verschillende vormen en met verschillende doeleinden, is van belang voor de verankering van MVO. Verantwoordelijkheid nemen gaat samen met verantwoording afleggen. Transparantie is daarom n van de centrale MVO-principes in de richtlijn.
- Houdt uw medewerkers op de hoogte van de vorderingen van het MVO-beleid, informeer hen over welke activiteiten er worden ondernomen en hoe medewerkers hier zelf aan kunnen bijdragen.
- Breng regelmatig een externe rapportage uit over de MVO-prestaties en ga hierover de dialoog aan met stakeholders.
Stap 5: Vergroten van de geloofwaardigheid
Voor een geloofwaardig MVO-initiatief moeten organisaties kunnen aantonen dat zij ook daadwerkelijk doen wat ze zeggen. Transparant opereren, de dialoog met stakeholders aangaan, certificering, externe verificatie van duurzaamheidsverslagen en procedures voor klachtenafhandeling vergroten de geloofwaardigheid van de organisatie.
Stap 6: Monitoren en verbeteren van MVO-activiteiten
Implementeren van MVO is een continu proces. Bovendien veranderen maatschappelijke verantwoordelijkheden in de tijd.
- Evalueer periodiek de MVO-prestaties door deze af te zetten tegen de gestelde doelen, prestaties van andere organisaties en/of door gebruik te maken van prestatie-indicatoren.
- Naast het evalueren van bestaande MVO-activiteiten dienen organisaties op de hoogte te blijven van nieuwe (technische) ontwikkelingen en veranderende stakeholderverwachtingen. Organisaties dienen waar nodig veranderingen in structuren, systemen en activiteiten aan te brengen en zichzelf continu te verbeteren.