E-Learning

Ga aan de slag. Succes !

Erkende maatregelen energiebesparing

Erkende Maatregelenlijst Energiebesparing Bedrijfstak Onderwijsinstellingen

In opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Erkende Maatregelenlijst Onderwijsinstellingen

Inrichtingen voor onderwijs, opleidingen en cursussen met of zonder praktijkonderwijs. De inrichting heeft een onderwijsfunctie zoals aangehaald in het Bouwbesluit 2012. Denk aan basis-, voortgezet- en hoger onderwijs en universiteiten. Ter indicatie de SBI-code die voor de indeling van instellingen veelal wordt gebruikt: 85. Ook gaat het om inrichtingen voor natuur-wetenschappelijke research (laboratoria) (SBI 72), peuterspeelzalen en kinderopvang (SBI-code 88.91). In deze bedrijfstak ‘onderwijsinstellingen’ zijn erkende maatregelen aangemerkt voor de in tabel 5 genoemde activiteiten.

Erkende maatregelen voor energiebesparing

Tabel 5. Erkende maatregelen voor energiebesparing voor de onderwijsinstellingen Activiteiten

Nummers

Gebouw (G)

A. Gebruiken van een energieregistratie- en bewakingssysteem

GA1

B. Isoleren van de gebouwschil

GB1

C. Ventileren van een ruimte

GC1 t/m GC4

D. Verwarmen van een ruimte

GD1 en GD2

E. In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

GE1 t/m GE7

Faciliteiten (F)

A. In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

FA1 t/m FA5

B. In werking hebben van productkoeling

FB1 t/m FB4

C. Bereiden van voedingsmiddelen

FC1 en FC2

D. In werking hebben van een persluchtinstallatie

FD1 t/m FD5

E. In werking hebben van een liftinstallatie

FE1 en FE2

F. Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie

FF1

G. In werking hebben van een serverruimte

FG1 t/m FG6

H. In werking hebben van een noodstroomvoorziening

FH1

I. In werking hebben van elektromotoren

FI1

 

Activiteit

Gebruiken van een energieregistratie-en -bewakingssysteem

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Borgen van de optimale energiezuinige in-en afstellingen van klimaatinstallaties door het automatisch laten registeren en analyseren van energieverbruiken met een energieregistratie-en bewakingssysteem (EBS).

Mogelijke technieken ten

a) Slimme meter met een

b) Een automatisch EBS

c) Een automatisch EBS met een

opzichte van uitgangssituatie

energieverbruiksmanager toepassen voor elektriciteit, aardgas (a.e.) en/of warmte.

met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen.

rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen, in combinatie met een gebouwbeheersysteem (GBS).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Elektriciteit-en gas-en/of warmtemeters die op afstand kunnen worden uitgelezen (de zogenaamde slimme meters) ontbreken.

b) EBS ontbreekt.

c) Gebouwbeheersysteem is aanwezig zonder een EBS.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Voor het bedoelde gebouw geldt: Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 25.000 m3(a.e.); of Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 88.000 kWh; of Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 2 1.500 m.

b) Voor het bedoelde gebouw geldt: Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 75.000 m3(a.e.); of Jaarlijkse elektriciteitsverbruik meer dan 265.000 kWh; of Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 2 4.400 m.

c) Voor het bedoelde gebouw geldt: Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 170.000 m3 (a.e.); of Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 1.000.000 kWh; of Een bruto vloeroppervlakte van 2 meer dan 10.000 m.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

Alternatieve erkende maatregelen

Niet van toepassing.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.


Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Warmte-en koudeverlies via buitenmuur beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt. Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

3 Aardgasverbruik is minder dan 170.000 mper jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In onderwijsgebouwen met minimaal een energielabel C, of onderwijsgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

 

 

 

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan-en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Warmte uit uitgaande ventilatielucht gebruiken voor voorverwarmen ingaande ventilatielucht.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Twincoilsysteem toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Ja, als conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) ketel aanwezig is. Natuurlijk moment: Ja. als hoogrendementsketel 100 of 104 (HR 100-of HR 104-ketel) aanwezig is.

Bijzondere omstandigheden

In onderwijsgebouwen met minimaal een energielabel C, of onderwijsgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

-Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt. -Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie-of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Temperatuur kanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd minimaal 2.700 uur is. Natuurlijk moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd minimaal 1.500 uur is.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC4

Omschrijving maatregel

Energiezuinige ventilator toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE3-elektromotor of beter met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Elektromotor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig zonder frequentieregelaar. Benodigd luchtdebiet varieert.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks minimaal 1.825 draaiuren.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Economische randvoorwaarden

3 Aardgasverbruik is minder dan 170.000 mper jaar. Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is minimaal 1.250 uur per jaar.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD2

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Klokthermostaten en overwerktimers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van een ruimte-of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE1

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Langwerpige ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Armaturen met conventionele fluorescen-tielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Armaturen met PL-lampen (spaarlampen) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 1.200 uur per jaar.

b) Aantal branduren is minimaal 2.000 uur per jaar.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte-en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Halogeen-en/of gloeilampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte-en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE3

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bewegingssensors en schemerschakelaars toepassen.

b) Schemer-en tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan-en uitschakeling ontbreekt. Buitenverlichting (niet zijnde reclame-of noodverlichting) is overdag, in de avond en / of ‘nachts aan.

Technische randvoorwaarden

a) Aanwezige lampen zijn snelstartend en geschikt voor schrikverlichting.

b) Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: ja, als er minimaal 50 armaturen zijn. Natuurlijk moment:Nee.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van een ruimte-of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE4

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

 

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van een ruimte-of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE5

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gloei-, halogeen-en/of neonlampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van een ruimte-of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE6

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ledlampen in nieuwe inbouwarmatu-ren toepassen.

b) Ledlampen in nieuwe opbouwarmaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventionele inbouwarmaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluores-centielampen (TL) in montagebalken zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 5.000 uur per jaar.

b) Aantal branduren is minimaal 3.500 uur per jaar.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van een ruimte-en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE7

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentie-techniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaaropeenzelfstandigof natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking van tapwater toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gasgestookte hoogrendementsboiler (HR-boiler) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentie-techniek

Conventionele gasgestookte boiler is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Condensafvoer is mogelijk.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaaropeenzelfstandigofnatuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In onderwijsgebouwen met minimaal een energielabel C, of onderwijsgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

 

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentie-techniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt opcv-groepen met hogetemperatuurverwarming.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaaropeenzelfstandigofnatuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Opstarttijd cv-installatie regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Optimaliserende regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentie-techniek

Optimaliserende regeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

3 Aardgasverbruik is minder dan 170.000 mper jaar.

Toepasbaaropeenzelfstandigofnatuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA4

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) toepassen.

 

Uitgangssituatie op basis van een referentie-techniek

a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

b) Hoogrendementsketel 100 (HR 100-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaaropeenzelfstandigofnatuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja, als bruto vloeroppervlakte meer is dan 10.000 2 m. Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In onderwijsgebouwen met minimaal een energielabel C, of onderwijsgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel

 

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA5

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentie-techniek

Automatische aan-en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaaropeenzelfstandigofnatuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB1

Omschrijving maatregel

Branden van verlichting in koel-en vriescel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling of bewegingsmelder toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling en bewegingsmelder ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen verlichting in koel-en vriescel is minimaal 250 Watt.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB2

Omschrijving maatregel

Beperken van ijsvorming op de verdamper(s).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische ontdooiing van de verdamper(s) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Regeling voor ontdooiing en/of ontdooibeëindigingsthermostaat ontbreekt.

 

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB3

Omschrijving maatregel

Energiezuinige lampen in koelcel toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL8) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB4

Omschrijving maatregel

Binnentreden van warme en/of vochtige lucht in koelcel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling toepassen om verdampingsventilatoren te onderbreken.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Sensoren zijn aanwezig om koeling te onderbreken.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

Bereiden van voedingsmiddelen

Nummer maatregel

FC1

Omschrijving maatregel

Het debiet van afzuigsystemen in grootkeukens beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Rook-en/of dampdetectieapparatuur in combinatie met meet-en regelapparatuur van de afzuiginstallatie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Meet-en regelapparatuur van de afzuiginstallatie ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Motoren zijn geschikt om frequentie te schakelen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

Bereiden van voedingsmiddelen

Nummer maatregel

FC2

 

Omschrijving maatregel

Een infrarood salamander met aan/uit of tijd schakelaar wordt ingezet voor het verwarmen of grillen van producten

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische pan detectie, waardoor onnodig aanstaan van het grill element wordt voorkomen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ongeregelde infrarood salamander worden ingezet voor het verwarmen of grillen van producten.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FD1

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Persluchtcompressoren met frequentie-of toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressor heeft vollast/nullast-of vollast/nullast/uitschakeling.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aantal nullasturen is minimaal 1.100 uur per jaar.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FD2

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 meter.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is minimaal 65.000 kWh per jaar. Elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FD3

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressoren wordt naar buiten afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

 

Economische randvoorwaarden

3 Bij een aardgasverbruik van minder dan 170.000 m, is het aantal vollasturen minimaal 1.400 uur per stookseizoen. 3 Bij een aardgasverbruik van meer dan 170.000 m, is het aantal vollasturen minimaal 2.200 uur per stookseizoen. Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 meter.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FD4

Omschrijving maatregel

Persluchtgebruik bij blazen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

HR-blaaspistool of blaasmondje met nozzle met laag verbruik toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blaaspistool ouder dan 10 jaar of blaasmondje zonder nozzle is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd blaaspistool of blaasmondje is minimaal 250 uur per jaar.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FD5

Omschrijving maatregel

Aanstaan persluchtsysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en schakelklok toepassen.

b) Schakelklok met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef-of zuigercompressor kan alleen handmatig worden uitgeschakeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) is minimaal 15.000 kWh per jaar.

b) Energieverbruik compressor is minimaal 9.500 kWh per jaar.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FE1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik voor verlichting en ventilatie voorkomen als lift niet in gebruik is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Stand-by schakeling op liftbesturing toepassen.

b) Aanwezigheidsdetectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verlichting en ventilatie cabine zijn continu in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Ja, als jaarlijks elektriciteitsverbruik minder is dan 50.000 kWh. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FE2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting liftcabine beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gloei-en/of halogeenlampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

Gebruiken van informatie-en communicatietechnologie

Nummer maatregel

FF1

Omschrijving maatregel

Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Centraal printen en kopiëren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Minimaal 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FG1

Omschrijving maatregel

Inzet van fysieke servers in serverruimten beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Meerdere gevirtualiseerde servers werken op een minder aantal fysieke servers.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Geen gevirtualiseerde omgeving aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft een opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FG2

Omschrijving maatregel

Vrije koeling in serverruimten

 

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Direct vrije luchtkoe-ling toepassen inclusief compartimenteren en back-up door koelinstallatie toepassen.

b) Verdampingskoeler(s), adiabatische of hybride koeler(s) via (vorstbestendige) bypass toepassen.

c) Verdampingskoeler(s), adiabatische of hybride koeler(s) via (vorstbestendige) bypass toepassen inclusief compartimenteren en plaatsen van zaalkoelers die werken op hogere temperaturen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Airconditioning of DX-(directe expansie) koeling met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5 is aanwezig. Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken minimaal 95% vrije koeling mogelijk.

b en c) Compressiekoelinstallatie verzorgt de volledige koeling.

b) De koelinstallatie en de zaalkoelers zijn geschikt om met hogere temperaturen te werken. Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 4 is aanwezig. Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken minimaal 50% vrije koeling mogelijk.

c) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5 is aanwezig. Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken minimaal 50% vrije koeling mogelijk.

Technische randvoorwaarden

Bouwkundig moet het mogelijk zijn. Bv Het dak moet het gewicht van het systeem voor vrije koeling kunnen dragen en er moet ruimte zijn voor luchtkanalen en overige installaties.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

a en b) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

c) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FG3

Omschrijving maatregel

Energiezuinige koelinstallatie voor koeling serverruimten toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Airconditioning of direct expansie-(DX) koelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van minimaal 5,5 met rackkoeling toepassen.

b) Computer Room Air Conditioner (CRAC) met seizoensgemiddelde COP van minimaal 5,5 toepassen.

c) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van minimaal 5,5 toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Airconditioning of direct expansie-(DX) koelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,3 is aanwezig.

b) CRAC met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3 is aanwezig.

c) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3 is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

a en b) Jaarlijks elektriciteitsverbruik is minder dan 50.000 kWh.

c) Niet van toepassing.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FG4

Omschrijving maatregel

Met hogere koeltemperatuur in serverruimten werken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Volledig gescheiden koude-en warme gangen (compartimenteren) en blindplaten op ongebruikte posities in racks toepassen.

 

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warme en koude gangen en blindplaten zijn afwezig.

Technische randvoorwaarden

ICT-apparatuur in racks moet aan één zijde van apparatuur lucht aanzuigen.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FG5

Omschrijving maatregel

Toerental van ventilatoren in zaalkoelers (CRAH’s) in serverruimten beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Toerenregeling (sensoren en actuatoren) toepassen op bestaande ventilatoren.

b) In nieuwe zaalkoelers (CRAH’s) ventilatoren met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Toerentalgeregelde ventilatoren zijn afwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

a) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FG6

Omschrijving maatregel

Inzet van servers in serverruimten afstemmen op de vraag.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Powermanagement op servers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

De CPU (central processing unit) draait continu op maximale snelheid.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van een noodstroomvoorziening

Nummer maatregel

FH1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige uninterrupted system (UPS) toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Efficiënt UPS-systeem (bij dubbele conversie is 96% of hoger) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Inefficiënte UPS (efficiëntie in deellast is maximaal 91%) is aanwezig in datacenter of serverruimte.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

 

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FI1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rende-mentsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft minimaal 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment?

Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.