Erkende Maatregelenlijst Energiebesparing Bedrijfstak Onderwijsinstellingen
In opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Erkende Maatregelenlijst Onderwijsinstellingen
Inrichtingen voor onderwijs, opleidingen en cursussen met of zonder praktijkonderwijs. De inrichting heeft een onderwijsfunctie zoals aangehaald in het Bouwbesluit 2012. Denk aan basis-, voortgezet- en hoger onderwijs en universiteiten. Ter indicatie de SBI-code die voor de indeling van instellingen veelal wordt gebruikt: 85. Ook gaat het om inrichtingen voor natuur-wetenschappelijke research (laboratoria) (SBI 72), peuterspeelzalen en kinderopvang (SBI-code 88.91). In deze bedrijfstak ‘onderwijsinstellingen’ zijn erkende maatregelen aangemerkt voor de in tabel 5 genoemde activiteiten.
Erkende maatregelen voor energiebesparing
Tabel 5. Erkende maatregelen voor energiebesparing voor de onderwijsinstellingen Activiteiten |
Nummers |
Gebouw (G) |
|
A. Gebruiken van een energieregistratie- en bewakingssysteem |
GA1 |
B. Isoleren van de gebouwschil |
GB1 |
C. Ventileren van een ruimte |
GC1 t/m GC4 |
D. Verwarmen van een ruimte |
GD1 en GD2 |
E. In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
GE1 t/m GE7 |
Faciliteiten (F) |
|
A. In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
FA1 t/m FA5 |
B. In werking hebben van productkoeling |
FB1 t/m FB4 |
C. Bereiden van voedingsmiddelen |
FC1 en FC2 |
D. In werking hebben van een persluchtinstallatie |
FD1 t/m FD5 |
E. In werking hebben van een liftinstallatie |
FE1 en FE2 |
F. Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie |
FF1 |
G. In werking hebben van een serverruimte |
FG1 t/m FG6 |
H. In werking hebben van een noodstroomvoorziening |
FH1 |
I. In werking hebben van elektromotoren |
FI1 |
Activiteit |
Gebruiken van een energieregistratie-en -bewakingssysteem |
||
Nummer maatregel |
GA1 |
||
Omschrijving maatregel |
Borgen van de optimale energiezuinige in-en afstellingen van klimaatinstallaties door het automatisch laten registeren en analyseren van energieverbruiken met een energieregistratie-en bewakingssysteem (EBS). |
||
Mogelijke technieken ten |
a) Slimme meter met een |
b) Een automatisch EBS |
c) Een automatisch EBS met een |
opzichte van uitgangssituatie |
energieverbruiksmanager toepassen voor elektriciteit, aardgas (a.e.) en/of warmte. |
met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen. |
rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen, in combinatie met een gebouwbeheersysteem (GBS). |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Elektriciteit-en gas-en/of warmtemeters die op afstand kunnen worden uitgelezen (de zogenaamde slimme meters) ontbreken. |
b) EBS ontbreekt. |
c) Gebouwbeheersysteem is aanwezig zonder een EBS. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
||
Economische randvoorwaarden |
a) Voor het bedoelde gebouw geldt: Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 25.000 m3(a.e.); of Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 88.000 kWh; of Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 2 1.500 m. |
b) Voor het bedoelde gebouw geldt: Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 75.000 m3(a.e.); of Jaarlijkse elektriciteitsverbruik meer dan 265.000 kWh; of Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 2 4.400 m. |
c) Voor het bedoelde gebouw geldt: Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 170.000 m3 (a.e.); of Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 1.000.000 kWh; of Een bruto vloeroppervlakte van 2 meer dan 10.000 m. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Alternatieve erkende maatregelen |
Niet van toepassing. |
||
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Isoleren van de gebouwschil |
Nummer maatregel |
GB1 |
Omschrijving maatregel |
Warmte-en koudeverlies via buitenmuur beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Spouwmuren isoleren. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Isolatie in spouwmuren ontbreekt. Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
3 Aardgasverbruik is minder dan 170.000 mper jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
In onderwijsgebouwen met minimaal een energielabel C, of onderwijsgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen. |
Activiteit |
Ventileren van een ruimte |
|
Nummer maatregel |
GC1 |
|
Omschrijving maatregel |
Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen. |
b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatische aan-en uitschakelingen ontbreken. |
|
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Ventileren van een ruimte |
Nummer maatregel |
GC2 |
Omschrijving maatregel |
Warmte uit uitgaande ventilatielucht gebruiken voor voorverwarmen ingaande ventilatielucht. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Twincoilsysteem toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Warmteterugwinsysteem ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Ja, als conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) ketel aanwezig is. Natuurlijk moment: Ja. als hoogrendementsketel 100 of 104 (HR 100-of HR 104-ketel) aanwezig is. |
Bijzondere omstandigheden |
In onderwijsgebouwen met minimaal een energielabel C, of onderwijsgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen. |
Activiteit |
Ventileren van een ruimte |
Nummer maatregel |
GC3 |
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
-Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt. -Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie-of warmteterugwinsystemen. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Temperatuur kanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd minimaal 2.700 uur is. Natuurlijk moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd minimaal 1.500 uur is. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Ventileren van een ruimte |
Nummer maatregel |
GC4 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige ventilator toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
IE3-elektromotor of beter met toerenregeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Elektromotor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig zonder frequentieregelaar. Benodigd luchtdebiet varieert. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Jaarlijks minimaal 1.825 draaiuren. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Verwarmen van een ruimte |
Nummer maatregel |
GD1 |
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren. |
Economische randvoorwaarden |
3 Aardgasverbruik is minder dan 170.000 mper jaar. Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is minimaal 1.250 uur per jaar. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Verwarmen van een ruimte |
Nummer maatregel |
GD2 |
Omschrijving maatregel |
Temperatuur per ruimte naregelen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Klokthermostaten en overwerktimers toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte-of buitenverlichtingsinstallatie |
|
Nummer maatregel |
GE1 |
|
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Langwerpige ledlampen in bestaande armaturen toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Armaturen met conventionele fluorescen-tielampen (TL) zijn aanwezig. |
b) Armaturen met PL-lampen (spaarlampen) zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Aantal branduren is minimaal 1.200 uur per jaar. |
b) Aantal branduren is minimaal 2.000 uur per jaar. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte-en buitenverlichtingsinstallatie |
Nummer maatregel |
GE2 |
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ledlampen in bestaande armaturen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Halogeen-en/of gloeilampen zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte-en buitenverlichtingsinstallatie |
||
Nummer maatregel |
GE3 |
||
Omschrijving maatregel |
Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen. |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Bewegingssensors en schemerschakelaars toepassen. |
b) Schemer-en tijdschakelaars toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatische aan-en uitschakeling ontbreekt. Buitenverlichting (niet zijnde reclame-of noodverlichting) is overdag, in de avond en / of ‘nachts aan. |
||
Technische randvoorwaarden |
a) Aanwezige lampen zijn snelstartend en geschikt voor schrikverlichting. |
b) Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
||
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: ja, als er minimaal 50 armaturen zijn. Natuurlijk moment:Nee. |
||
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte-of buitenverlichtingsinstallatie |
Nummer maatregel |
GE4 |
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig. |
b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Niet van toepassing. |
b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte-of buitenverlichtingsinstallatie |
Nummer maatregel |
GE5 |
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ledlampen in bestaande armaturen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Gloei-, halogeen-en/of neonlampen zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte-of buitenverlichtingsinstallatie |
|
Nummer maatregel |
GE6 |
|
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Ledlampen in nieuwe inbouwarmatu-ren toepassen. |
b) Ledlampen in nieuwe opbouwarmaturen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Conventionele inbouwarmaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig. |
b) Conventionele langwerpige fluores-centielampen (TL) in montagebalken zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Aantal branduren is minimaal 5.000 uur per jaar. |
b) Aantal branduren is minimaal 3.500 uur per jaar. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte-en buitenverlichtingsinstallatie |
Nummer maatregel |
GE7 |
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentie-techniek |
Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaaropeenzelfstandigof natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
Nummer maatregel |
FA1 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige warmteopwekking van tapwater toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Gasgestookte hoogrendementsboiler (HR-boiler) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentie-techniek |
Conventionele gasgestookte boiler is aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Condensafvoer is mogelijk. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaaropeenzelfstandigofnatuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
In onderwijsgebouwen met minimaal een energielabel C, of onderwijsgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
Nummer maatregel |
FA2 |
Omschrijving maatregel |
Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Weersafhankelijke regeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentie-techniek |
Weersafhankelijke regeling ontbreekt opcv-groepen met hogetemperatuurverwarming. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaaropeenzelfstandigofnatuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
Nummer maatregel |
FA3 |
Omschrijving maatregel |
Opstarttijd cv-installatie regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Optimaliserende regeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentie-techniek |
Optimaliserende regeling ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
3 Aardgasverbruik is minder dan 170.000 mper jaar. |
Toepasbaaropeenzelfstandigofnatuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
Nummer maatregel |
FA4 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige warmteopwekking toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentie-techniek |
a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar). |
b) Hoogrendementsketel 100 (HR 100-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar). |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Toepasbaaropeenzelfstandigofnatuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja, als bruto vloeroppervlakte meer is dan 10.000 2 m. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
In onderwijsgebouwen met minimaal een energielabel C, of onderwijsgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
|
Nummer maatregel |
FA5 |
|
Omschrijving maatregel |
Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen. |
b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentie-techniek |
Automatische aan-en uitschakelingen ontbreken. |
|
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Toepasbaaropeenzelfstandigofnatuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van productkoeling |
Nummer maatregel |
FB1 |
Omschrijving maatregel |
Branden van verlichting in koel-en vriescel beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Deurschakeling of bewegingsmelder toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Deurschakeling en bewegingsmelder ontbreken. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Geïnstalleerd vermogen verlichting in koel-en vriescel is minimaal 250 Watt. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van productkoeling |
Nummer maatregel |
FB2 |
Omschrijving maatregel |
Beperken van ijsvorming op de verdamper(s). |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Automatische ontdooiing van de verdamper(s) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Regeling voor ontdooiing en/of ontdooibeëindigingsthermostaat ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van productkoeling |
Nummer maatregel |
FB3 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige lampen in koelcel toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ledlampen in armaturen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL8) zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van productkoeling |
Nummer maatregel |
FB4 |
Omschrijving maatregel |
Binnentreden van warme en/of vochtige lucht in koelcel beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Deurschakeling toepassen om verdampingsventilatoren te onderbreken. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Deurschakeling ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Sensoren zijn aanwezig om koeling te onderbreken. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Bereiden van voedingsmiddelen |
Nummer maatregel |
FC1 |
Omschrijving maatregel |
Het debiet van afzuigsystemen in grootkeukens beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Rook-en/of dampdetectieapparatuur in combinatie met meet-en regelapparatuur van de afzuiginstallatie toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Meet-en regelapparatuur van de afzuiginstallatie ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Motoren zijn geschikt om frequentie te schakelen. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Bereiden van voedingsmiddelen |
Nummer maatregel |
FC2 |
Omschrijving maatregel |
Een infrarood salamander met aan/uit of tijd schakelaar wordt ingezet voor het verwarmen of grillen van producten |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Automatische pan detectie, waardoor onnodig aanstaan van het grill element wordt voorkomen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Ongeregelde infrarood salamander worden ingezet voor het verwarmen of grillen van producten. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een persluchtinstallatie |
Nummer maatregel |
FD1 |
Omschrijving maatregel |
Nullasturen persluchtcompressoren beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Persluchtcompressoren met frequentie-of toerenregeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Compressor heeft vollast/nullast-of vollast/nullast/uitschakeling. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Aantal nullasturen is minimaal 1.100 uur per jaar. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een persluchtinstallatie |
Nummer maatregel |
FD2 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan. |
Technische randvoorwaarden |
Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 meter. |
Economische randvoorwaarden |
Energieverbruik compressor is minimaal 65.000 kWh per jaar. Elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh per jaar. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een persluchtinstallatie |
Nummer maatregel |
FD3 |
Omschrijving maatregel |
Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Warmte gebruiken voor ruimteverwarming. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Warmte van compressoren wordt naar buiten afgevoerd. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
3 Bij een aardgasverbruik van minder dan 170.000 m, is het aantal vollasturen minimaal 1.400 uur per stookseizoen. 3 Bij een aardgasverbruik van meer dan 170.000 m, is het aantal vollasturen minimaal 2.200 uur per stookseizoen. Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 meter. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een persluchtinstallatie |
Nummer maatregel |
FD4 |
Omschrijving maatregel |
Persluchtgebruik bij blazen beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
HR-blaaspistool of blaasmondje met nozzle met laag verbruik toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Blaaspistool ouder dan 10 jaar of blaasmondje zonder nozzle is aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Bedrijfstijd blaaspistool of blaasmondje is minimaal 250 uur per jaar. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een persluchtinstallatie |
|
Nummer maatregel |
FD5 |
|
Omschrijving maatregel |
Aanstaan persluchtsysteem beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Bij drukvat groepsafsluiter en schakelklok toepassen. |
b) Schakelklok met overwerktimer toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Schroef-of zuigercompressor kan alleen handmatig worden uitgeschakeld. |
|
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) is minimaal 15.000 kWh per jaar. |
b) Energieverbruik compressor is minimaal 9.500 kWh per jaar. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een liftinstallatie |
|
Nummer maatregel |
FE1 |
|
Omschrijving maatregel |
Energieverbruik voor verlichting en ventilatie voorkomen als lift niet in gebruik is. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Stand-by schakeling op liftbesturing toepassen. |
b) Aanwezigheidsdetectie toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Verlichting en ventilatie cabine zijn continu in gebruik. |
|
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Ja, als jaarlijks elektriciteitsverbruik minder is dan 50.000 kWh. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een liftinstallatie |
Nummer maatregel |
FE2 |
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen verlichting liftcabine beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ledlampen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Gloei-en/of halogeenlampen zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Gebruiken van informatie-en communicatietechnologie |
Nummer maatregel |
FF1 |
Omschrijving maatregel |
Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Centraal printen en kopiëren. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Minimaal 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een serverruimte |
Nummer maatregel |
FG1 |
Omschrijving maatregel |
Inzet van fysieke servers in serverruimten beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Meerdere gevirtualiseerde servers werken op een minder aantal fysieke servers. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Geen gevirtualiseerde omgeving aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Serverruimte heeft een opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
In werking hebben van een serverruimte |
|
Nummer maatregel |
FG2 |
Omschrijving maatregel |
Vrije koeling in serverruimten |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Direct vrije luchtkoe-ling toepassen inclusief compartimenteren en back-up door koelinstallatie toepassen. |
b) Verdampingskoeler(s), adiabatische of hybride koeler(s) via (vorstbestendige) bypass toepassen. |
c) Verdampingskoeler(s), adiabatische of hybride koeler(s) via (vorstbestendige) bypass toepassen inclusief compartimenteren en plaatsen van zaalkoelers die werken op hogere temperaturen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Airconditioning of DX-(directe expansie) koeling met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5 is aanwezig. Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken minimaal 95% vrije koeling mogelijk. |
b en c) Compressiekoelinstallatie verzorgt de volledige koeling. |
||
b) De koelinstallatie en de zaalkoelers zijn geschikt om met hogere temperaturen te werken. Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 4 is aanwezig. Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken minimaal 50% vrije koeling mogelijk. |
c) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5 is aanwezig. Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken minimaal 50% vrije koeling mogelijk. |
|||
Technische randvoorwaarden |
Bouwkundig moet het mogelijk zijn. Bv Het dak moet het gewicht van het systeem voor vrije koeling kunnen dragen en er moet ruimte zijn voor luchtkanalen en overige installaties. |
|||
Economische randvoorwaarden |
Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
|||
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
a en b) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
c) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een serverruimte |
|||
Nummer maatregel |
FG3 |
|||
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige koelinstallatie voor koeling serverruimten toepassen. |
|||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Airconditioning of direct expansie-(DX) koelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van minimaal 5,5 met rackkoeling toepassen. |
b) Computer Room Air Conditioner (CRAC) met seizoensgemiddelde COP van minimaal 5,5 toepassen. |
c) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van minimaal 5,5 toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Airconditioning of direct expansie-(DX) koelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,3 is aanwezig. |
b) CRAC met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3 is aanwezig. |
c) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3 is aanwezig. |
|
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|||
Economische randvoorwaarden |
Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
|||
a en b) Jaarlijks elektriciteitsverbruik is minder dan 50.000 kWh. |
c) Niet van toepassing. |
|||
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
|||
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een serverruimte |
Nummer maatregel |
FG4 |
Omschrijving maatregel |
Met hogere koeltemperatuur in serverruimten werken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Volledig gescheiden koude-en warme gangen (compartimenteren) en blindplaten op ongebruikte posities in racks toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Warme en koude gangen en blindplaten zijn afwezig. |
Technische randvoorwaarden |
ICT-apparatuur in racks moet aan één zijde van apparatuur lucht aanzuigen. |
Economische randvoorwaarden |
Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een serverruimte |
|
Nummer maatregel |
FG5 |
|
Omschrijving maatregel |
Toerental van ventilatoren in zaalkoelers (CRAH’s) in serverruimten beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Toerenregeling (sensoren en actuatoren) toepassen op bestaande ventilatoren. |
b) In nieuwe zaalkoelers (CRAH’s) ventilatoren met toerenregeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Toerentalgeregelde ventilatoren zijn afwezig. |
|
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
|
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
a) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een serverruimte |
Nummer maatregel |
FG6 |
Omschrijving maatregel |
Inzet van servers in serverruimten afstemmen op de vraag. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Powermanagement op servers toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
De CPU (central processing unit) draait continu op maximale snelheid. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een noodstroomvoorziening |
Nummer maatregel |
FH1 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige uninterrupted system (UPS) toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Efficiënt UPS-systeem (bij dubbele conversie is 96% of hoger) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Inefficiënte UPS (efficiëntie in deellast is maximaal 91%) is aanwezig in datacenter of serverruimte. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van elektromotoren |
Nummer maatregel |
FI1 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige motoren toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
IE4-motoren toepassen of beter. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rende-mentsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
De motor heeft minimaal 4.500 bedrijfsuren per jaar |
Toepasbaar op eenzelfstandig of natuurlijkmoment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |