Recht op onderwijs

                                                                  

In ontwikkelingslanden gaan veel kinderen nog niet naar school. Vaak worden zij thuis gehouden om mee te helpen in het huishouden of een bijdrage te leveren aan het gezinsinkomen. Ook hebben veel kinderen in vluchtelingenkampen onvoldoende toegang tot onderwijs.
Ook in de rijke westerse landen gaan niet alle kinderen naar school, om uiteenlopende redenen. Soms kiezen ouders ervoor om hun kinderen zelf op te voeden. Ook kunnen sommige gehandicapte kinderen niet naar school. Het percentage kinderen dat naar school gaat ligt in de ontwikkelde landen op 96 procent. Het is daarom realistischer om als streefcijfer ook voor de ontwikkelingslanden 96 procent en hoger aan te houden.
Hoewel het natuurlijk positief is dat steeds meer kinderen naar school gaan, moet er nog veel worden gedaan aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Zo zijn er in veel landen onvoldoende docenten waardoor klassen uitpuilen of is er te weinig schoolmeubilair. Ook verlaten veel leerlingen zonder diploma de school, waardoor ze later minder kans hebben uit de armoede te komen. Slechts 87 op de 100 leerlingen in ontwikkelingslanden maakt daadwerkelijk de basisschool af.

Verplicht en toegankelijk basisonderwijs is een belangrijk middel in de strijd tegen kinderarbeid. Het geeft kinderen de kans om zich verder te ontwikkelen waardoor hun kansen in het leven toenemen. Dit komt uiteindelijk de hele maatschappij ten goede.

Recht op onderwijs

logo Millenniumdoel 2Het recht op onderwijs is ook het streven van Millenniumdoel 2.

Zie hiervoor de speciale site over de Millenniumdoelen