Wereldvoedselprobleem
De wereld voeden is één maar voedselzekerheid en betaalbaar voedsel is twee. De landen die het minst aan klimaatverandering bijdragen krijgen de grootste klappen.
Hte kan zijn dat je in grote productieregio's tegelijkertijd een crisis uitbreekt met grote gevolgen. Voor graan ligt die kans op eens in de 43 jaar. Bij 2 graden opwarming wordt dat eens in de 15 jaar. Soja eens in 20 jaar en eens in 7 jaar. Mais eens in de 16 jaar naar eens in de twee jaar.
Door een betere gezondheidszorg is de kindersterfte lager en stijgt de gemiddelde levensduur. Verwacht wordt dat het geboortecijfer gelijk blijft. Dit maakt dat het aantal Afrikanen zal verdubbelen van 1,2 miljard naar 2,5 miljard mensen in 2050.
Tegelijkertijd komt de voedselvoorziening op het continent onder druk te staan door de opwarming van de aarde. Verandering – of uitblijven – van regenseizoenen en stijgende waterspiegels hebben grote impact op landbouw, veeteelt en visserij.
Welke invloed gaat dit hebben in Nederland ? Zijn koffiebonen dadelijk een zeldzame delicatesse worden? Verkiest je in 2050 de kweeksteak boven de vleessteak? Moet iemand die immigranten wil weren Afrika helpen? En valt er ook iets te verdienen aan die 2,4 miljard extra mensen?
Als we niets doen wordt de belasting van de aarde door de voedselproductie in 30 jaar 87 % hoger.
Als we voedselverspilling tegengaan wordt dat 76 % hoger (dus dat scheelt 11 %)
Als we de technologie verbeteren 70 % hoger.
Als we ons eetpatroon aanpassen (en minder vlees gaan eten) 33 % (dat kan alleen goed door vleestax in te voeren en stunten met vlees te verbieden).
Als we alle drie samen doen 12 % meer. We moeten eigenlijk naar 31 % minder.
Bijna 40 % van de aarde gebruiken we voor de landbouw. 2/3e betreft grasland voor vee. 1/3e is akkerbouw waarvan weer 1/3e wordt gebrukt voor veevoer.
We hebben nu al genoeg voedsel op de wereld voor 12 miljard mensen als we stoppen met voedsel te verbouwen voor vee.
In 2017 werd 16 miljoen ha bos gekapt (4x Nederland).
Je kan nog meer bossen kappen voor de landbouw
Je kan de opbrengst verhogen (betere rassen, optimale bemesting en grondbewerking, beheersing ziekten en plagen.
Je kan verspilling tegengaan.
Je kan ons dieet meer vegtarisch maken. Dieren gebruken 6 kg eiwit om 1 kg vlees te produceren.
De landbouw levert 18 - 20 % van de uitstoot van broeikasgassen.
2/3e komt door de veehouderij.
In een flexitarisch dieet 100 gram rood en 175 gram kip per week (wij eten 485 gram rood en 250 gram kip per week gemiddeld).
Om gezond te eten en de aarde te redden moeten diëten een geschikte calorie-inname inhouden, bestaan uit een verscheidenheid van plantaardig voedsel en minder dierlijk eten. Daarnaast moeten verzadigde vetten plaats maken voor onverzadigde vetten en moeten we ook korten op geraffineerde granen, verwerkt voedsel en toegevoegde suikers. Al met al moet de wereldwijde consumptie van rood vlees en suiker met ongeveer 50 procent afnemen, terwijl de consumptie van noten, fruit, groenten en peulvruchten juist moet verdubbelen.
In West-Europa zitten we bijna op de maximale opbrengst.
In Afrika en Azie kan het 3-4 maal hoger door extra (kunst)mest en irrigatie. (Maar dat kan lang niet overal).
De vraag naar zoet water stijgt ieder jaar met 1 % In 2050 is dat 20-30 % meer dan nu.
De landbouw verbruikt 70 %, de industrie 20 % en huishoudens 10 %.
Het verbruik gaat in de landbouw 5-40 % toenemen, in de industrie en huishoudens 300-400 %.
Betere irrigatie is mogelijk door
- druppelbevloeiing
- beter gebruik regenwater
- aanleggen van wateropslagplaatsen
De landbouw vervuilt de wateren en natuurgebieden met stikstof en fosfaat.
Pesticiden doden hele insectenpopulaties. Op insecten leven vogels e.d. dieren.
Het verbruik van kunstmest is nu 120 miljoen ton. Maar de helft wordt door gewassen opgenomen.
De rest geeft problemen als algenbloei, verzuring, vermesting van natuurgebieden waardoor de biodiversiteit afneemt.
Je moet mest toedienen volgens de vier R's
- the right rate
- the right time
- the right place
- the right type
Fosfaat
te veel spoelt uit en komt in het oppervlaktewater. Daar geeft het algenbloei.
De fosfaatvoorraden zijn eindig. Het komt voornamelijk uit Marokko.
Voedselverspilling
50 % terugdringen is mogelijk (in 2050) maar in andere landen neemt het juist toe.
Meer over voedselverspilling staat hier
Meer over intensieve landbouw staat hier
Meer over bio-industriën staat hier
Meer over duurzame landbouw staat hier
Meer over duurzame veeteelt staat hier
Meer over duurzame visserij staat hier
Startup Agrisim uit ‘s-Hertogenbosch gaat boeren in de hele wereld helpen bij het duurzaam vergroten van opbrengsten en inkomsten uit akker- en tuinbouw. Het bedrijf ontwikkelde hiervoor software die de beste gewaskeuze bepaalt voor de geselecteerde regio. De selectie gebeurt op basis van data over klimaat, bodem, gewas en potentieel inkomen.
Wat als je de fotosynthese bij planten gaat verbeteren? Op naar superfotosynthese ???
Met de fotosynthese is iets raars aan de hand. Het proces, geëvolueerd in een tijd toen er honderden keren meer CO2 in de atmosfeer zat dan nu, werkt maar op een heel laag pitje. Slechts een 0,5 procent van binnenvallend zonlicht gebruikt een groene plant voor fotosynthese.
Het is al gelukt planten tot wel anderhalf keer zo hard te laten groeien. Men heeft al losse paarse en gele bladgroenkorrels die ook energie uit infraroodlicht absorberen - wat zicht biedt op paarse planten die doorgroeien bij nacht. Men is nu met graan of kousenband of soja bezig.
Dit wordt de volgende grote revolutie, zegt bijna iedereen die je erover spreekt. De knaller die de landbouw volledig op zijn kop gaat zetten. Gewassen die veel sneller en groter groeien dan ze nu zijn en velden die meerdere keren per seizoen oogst opleveren. Superfotosynthese zal de plant ook meer en diepere wortels geven en daardoor kan de plant meer koolstof ondergronds opslaan. Het gevolg: gezondere, beter doorvoede bodems, meer bodemleven en meer afvang van CO2 uit de lucht. Volgens sommige berekeningen zou een paar procent fotosynthese erbij al genoeg zijn om de helft van al het door de mens uitgestoten koolstof in de grond te laten verdwijnen. Een deel daarvan komt later weer vrij als de plant sterft, in de vorm van rottingsgas. Maar een gigaton of wat sijpelt naar beneden, versteent, verdwijnt uit omloop.
Men wil planten geen grotere motor geven maar een efficientere. Dat moet nog wel lukken. De keten van de fotosynthese telt zo'n 140 stappen. Een eindeloos ingewikkelde opeenvolging van chemische reacties, zijstappen, versnellingen en terugkoppelingen, waarbij nu weer afvalstoffen vrijkomen die de plant moet wegwerken, dan weer hormoonsignaaltjes opduiken die de boel stilleggen en de volgende keer opeens weer de energievoorziening uitvalt omdat de elektronen op zijn.
Maar het dekselse proces heeft zeker negen zwakke plekken die je kunt verbeteren.
De blaadjes beter in de zon zetten zal een procent of 30 winst opleveren lichter getinte blaadjes waardoor zonlicht dieper in het bladerdek kan doordringen: nog eens 30 procent erbij. Een betere verwerking van CO2 binnen in de bladgroenkorrels: opnieuw 30 procent. 'Alle veranderingen bij elkaar hebben de potentie om de opbrengst van onze belangrijkste gewassen meer dan te verdubbelen.
Neem 'Rubisco', een cruciaal enzym dat verantwoordelijk is voor het verwerken van CO2. Rubisco gaat uitermate slonzig te werk: een op de vijf keer pakt het enzym het verkeerde molecuul, zuurstof in plaats van CO2. Waarna er rommel ontstaat die de plant moet opruimen - wat de fotosynthese weer ophoudt. Orts team zette een paar efficiëntere opruimmoleculen aan het werk, uit de pompoen en uit algen: prompt werden zijn tabaksplanten 40 procent groter.
Het hacken van de fotosynthese is het speerpunt op de TU Wageningen. Bill Gates investeert er in.
Maar uiteraard heeft alles ook een andere kant. Genetisch modificeren is in Europa verbonde. De tweehuizige amarant (Amaranthus palmeri) is ook zo'n natuurlijke krachtpatser als het om fotosynthese gaat. De plant, eetbaar en ooit landbouwgewas van Noord-Amerikaanse indianen, geldt als een plaagkruid in Azië, Europa, Afrika en Noord-Amerika zelf. En dat komt niet in de laatste plaats omdat hij zo hard groeit.