Herstel van de biodiversiteit
Het Global Biodiversity Framework (GBF) wil voor 2030 minimaal 30 procent van het wereldwijde land- en wateroppervlak te beschermen. Via National Biodiversity Strategies and Action Plans (NBSAP’s) zou dit gerealiseerd moeten worden.
De EU wil vanaf 2020 graag minstens drie miljard bomen planten en dat voor 2030.
Dat is niet zo veel als het lijkt want op 1 hactare kan je 1000 bomen planten. Dus je praat over 3 miljoen ha en dat is ongeveer driekwart van Nederland. Niet veel dus, als je het over heel Europa bekijkt. Maar waar haal je het oppervlak vandaan? Dat kan b.v. in Midden-Spanje, Italië, Bulgarije, Roemenië en Polen. Daar loopt het platteland leeg. Veel gebieden zijn verlaten en is de grondprijs erg laag. Het gaat om 60 á 70 miljoen hectaren. Daarvan moet je dan 3 miljoen opkopen en omzetten in bos.
De Europese Unie telt 160 miljoen hectare bos. Dat is 5 procent van wat er op de hele wereld staat. Bijna de helft van de EU, 43 procent, is bedekt met bos en het is ongelijk verdeeld. Twee derde van alle bossen staat in slechts zes landen: Zwitserland, Finland, Spanje, Frankrijk, Duitsland en Polen. In drie landen is zelfs 60 procent van het oppervlakte bedekt met bos: Finland, Zwitserland en Slovenië. Nederland komt er wat dat betreft met 11 procent bekaaid van af. Dat bos compenseert 10 procent van de CO2-uitstoot van de EU. De extra hectares leggen straks zo'n 30 miljoen ton CO2 per jaar vast.
Ons bos wordt steeds ouder, waardoor de bomen steeds minder CO2 opnemen. Het is dus zaak om te verversen. In het begin gaat de CO2 opname heel langzaam van zo'n zo'n klein boompje. Na en jaar of zeven gaat het flink groeien, krijgt het een steeds groter bladerdek en neemt het dus ook steeds meer koolstof op. Per hectare gaat het dan om 10 à 12 ton CO2 per jaar en dat gaat zeventig of tachtig jaar door. Het is ook goed voor de biodiversiteit en de behoefte aan hout en papier. Daar is veel mee te doen. Je kan er zelfs flats van bouwen. In Centraal-Europa heerst een enorme bossterfte van met name fijnsparren.
Maar ja als je eindeloze plantages van bomen gaat aanleggen, ben je ook niet goed bezig en boeren zijn ook niet altijd blij als ze landbouwgronden zien verdwijnen in bos.
En bos ontstaat vanzelf !! Daar hoef je niets aan te doen. Juist als je niets doet ontstaat er vanzelf bos. Als er geen bos in de buurt staat plant je een paar bomen die er thuis horen in in no time begint zich overal bos te vormen. Daar zorgen de bomen zelf voor en krijg je het meest gevarieerde bos.
Het nut van bossen:
Vermindering van het risico op overstromingen, branden, aardverschuivingen
Koolstofaccumulatie en -absorptiefunctie
Productie van verse lucht (zuurstofproductie)
Regulering van de waterkringloop
Habitatfunctie van soorten die in bossen leven: bomen, planten, dieren, paddenstoelen, micro-organismen (biodiversiteit)
Bodemerosie voorkomen door de bodem vast te zetten en via krachtige boomwortelstelsels
Voedt de grondwatervoorraad
Het bos kan ook huizen en dorpen beschermen tegen sterke winden
In Nederland
Bossen hebben een recreatieve functie, zijn goed voor het klimaat, de houtproductie en de biodiversiteit.
Alle bossen samen slaan in Nederland 1,7 miljoen ton CO2 op = 400.000 huishoudens. In de 18e eeuw waren bijna alle bomen gekapt voor brandstof en landbouwgrond. Het herbebossen begon in de 189e eeuw op de "woeste gronden". Tussen 1750 en 1950 werd 160.000 ha bos aangeplant.
In 2020 wil men 100 miljoen nieuwe bomen aanplanten in Nederland maar waar?
Oerbossen
Het onderstaande plaatje laat zien waar zich nog oerbossen bevinden.
De winning van bosbiomassa is verboden in primaire bossen en wordt beperkt toegestaan in bossen met een grote biodiversiteit.
De circulaire economie kan een positieve impact hebben op de biodiversiteit.
In een circulaire economie, aangestuurd door design, worden afval en vervuiling geëlimineerd, zodat deze directe bedreigingen voor de biodiversiteit worden verminderd. Bijvoorbeeld, het elimineren van onnodige kunststoffen en het opnieuw ontwerpen van plastic producten zodat ze waarde hebben na gebruik (voor hergebruik, recycling of compostering betekent dat ze in de economie kunnen circuleren in plaats van te worden verspild en het milieu te vervuilen.
Wanneer producten en materialen in de economie circuleren, wordt de behoefte aan productie uit nieuwe materialen verminderd. In de mode bijvoorbeeld, zullen bedrijfsmodellen die katoenen kleding langer in gebruik houden, ervan uitgaande dat de aankoop van nieuwe kleding wordt verdrongen, de hoeveelheid land die nodig is om katoen te verbouwen, verminderen. Dit laat meer ruimte over voor andere doeleinden, waaronder het behoud van wildernisgebieden.
Economische activiteit kan en moet actief biodiversiteit herbouwen. Regeneratieve landbouwmethoden, zoals agro-ecologie, agroforestry en beheerd begrazen, slaan koolstof op in de bodem en verbeteren de gezondheid ervan. Ze vergroten de biodiversiteit in omliggende ecosystemen en zorgen ervoor dat landbouwgrond productief blijft in plaats van dat deze in de loop van de tijd achteruitgaat. Hierdoor wordt de druk om landbouwgrond uit te breiden verminderd.