Open menu

Hoe hou ik een INTERVIEW ?


Hoe maak ik een interview ?

Het houden van een interview is een vaardigheid die niet alleen van pas komt als je journalist wil worden. In je opleiding zul je regelmatig personen moeten interviewen om informatie te verkrijgen voor een werkstuk of een presentatie. Maar ook in je toekomstige beroep kan het voorkomen dat je een interview moet afnemen, bijvoorbeeld met iemand die kennis heeft van een onderwerp waarin jij je moet verdiepen. Hieronder beschrijven we in 5 stappen hoe je een interview voorbereidt, afneemt en er een verslag van maakt.

Welke informatie wil je krijgen?

Je gaat iemand interviewen die meer van het onderwerp afweet dan jij. Daarvoor moet je eerst een serie vragen bedenken die je aan die persoon gaat stellen. Neem ruim de tijd voor het bedenken van de vragen. Een serie goede vragen is het halve werk van een interview. Bedenk eerst een algemene hoofdvraag. Formuleer daarna een serie deelvragen die samen het antwoord vormen op de hoofdvraag.

Een hoofdvraag kan bijvoorbeeld zijn:

'Hoe gaat men binnen uw bedrijf om met werkbesprekingen?'

Bijbehorende deelvragen zijn dan bijvoorbeeld:

'Hoe vaak per maand heeft u een werkbespreking?

'Wie is de voorzitter tijdens de werkbesprekingen?

'Hoe wordt er een verslag gemaakt van de werkbesprekingen?

Hoe formuleer je de vragen?

De kunst van het interviewen is ervoor te zorgen dat de ander gemakkelijk kan praten en dat het gesprek niet stilvalt. Daarom zijn de volgende formuleringen niet aan te raden. In ieder geval niet als startvragen. Het zijn beide gesloten vragen, d.w.z. vragen waarop maar een zeer kort antwoord mogelijks is.

  • Vragen die met een werkwoord beginnen.

De geïnterviewde kan dan meestal alleen maar ja of nee antwoorden. Op die manier gaat iemand niet uitgebreid vertellen. Heeft u wel eens een werkbespreking geleid?. Antwoord: Ja.

  • Vragen waarbij de ander tussen twee antwoorden kan kiezen.

Wat vindt u het gemakkelijkst: een samenvattend verslag of alleen een besluitenlijst? Misschien wil de geïnterviewde wel een heel ander antwoord geven. Zo'n vraag levert meestal ook niet echt veel informatie op. Bovendien stuur je het antwoord eigenlijk al een beetje.

Je kunt dit soort vragen gemakkelijk veranderen in open vragen, d.w.z. vragen waarop men een uitgebreid antwoord kan geven. Je begint zo'n vraag dan met woorden als: wat, waar, wie, welke, waarom of hoe?

Welke ervaringen heeft u met het notuleren van vergaderingen?

Hoe worden de werkbesprekingen aangekondigd in uw bedrijf?

Wie leidt meestal de werkbesprekingen?

Wat vindt u dat er moet veranderen in uw bedrijf ten aanzien van werkbesprekingen?

Wie ga je interviewen?

  • Zoek iemand die werkelijks iets van het onderwerp weet en die ook echt bereid is om je die informatie te geven.
  • Mensen in het bedrijfsleven hebben het vaak erg druk en zijn niet altijd bereid om veel tijd voor je vrij te maken. Houd daar rekening mee. Het is niet altijd verstandig om zomaar naar een voor jou vreemd bedrijf te stappen en om een interview te vragen. Vaak gaat het veel gemakkelijker als je iemand via via benadert. De buurman van de ouders van je vriend heeft misschien nèt die functie en de ervaring die jij zoekt. Zo iemand is door deze persoonlijke link veel eerder bereid jou een interview toe te staan. Netwerken heet deze manier van contact leggen.
  • Vertel iemand waarom je hem wilt interviewen.

Begin nooit met te zeggen dat je van school iemand moet interviewen, maar zeg altijd dat je voor school iemand wilt interviewen. Als jij al niet enthousiast bent voor het interview, kun je ook geen enthousiaste medewerking verwachten. Mensen vertellen graag over onderwerpen waar ze veel van weten, maar alleen als de ander ook echt geïnteresseerd is of lijkt.

  • Spreek niet alleen tijd en plaats af, maar vraag ook hoe lang het interview mag duren. Zoals vermeld, mensen die werken hebben het vaak erg druk.
  • geïnterviewde moet zich kunnen voorbereiden en moet een beeld hebben van wat er van hem/haar verwacht wordt. Realiseer je dat het voor bedrijven vaak belangrijk is om te weten wat er met de informatie gebeurt. Sommige informatie houdt men liever binnen het bedrijf in verband met de concurrentie.
  • Vraag vooraf toestemming om het interview op band op te nemen.

Hoe neem je het interview af?

  • Houd een korte inleiding voor de geïnterviewde waarin je nog even herhaalt waarom je het interview houdt en waarin je vertelt wat je met de antwoorden gaat doen.
  • Begin ook elke vraag met een korte inleiding. Je laat dan merken wat je al weet. De ander kan dan even nadenken over het antwoord dat hij/zij zal geven. Een voorbeeld van zo'n inleidende vraag is:

Werkbesprekingen zijn er in vele soorten en maten. Elk bedrijf gaat daar weer op zijn manier mee om. Dat heeft natuurlijk te maken met de aard van het bedrijf, maar ook met de bedrijfscultuur: hoe men met elkaar omgaat in het bedrijf. En nu pas komt de vraag: Hoe gaat men in uw bedrijf om met werkbesprekingen?

  • Zorg dat je van tevoren al zoveel mogelijk van je onderwerp te weten komt. De geïnterviewde zal dan merken dat je weet waarover je praat en zal je uitvoerig antwoord geven.
  • Neem het gesprek bij voorkeur op met een cassetterecorder als dat mag van de geïnterviewde. Het uitwerken van het interview in de vorm van een verslag is dan veel gemakkelijker. Bovendien wordt een interview met een cassetterecorder veel sneller een natuurlijk gesprek. Je kunt je immers gewoon concentreren op het gesprek want je hoeft niet tegelijkertijd te schrijven.
  • Een interview afnemen is niet alleen het lukraak afvuren van een aantal vragen die je van tevoren bedacht hebt. Je moet bij elk antwoord actief blijven luisteren naar de geïnterviewde. Je vraag zonodig nog wat extra toelichting als je een antwoord

niet helemaal begrepen hebt of als het een onderwerp betreft waarover vast nog wel iets meer te vertellen valt. Dit zogenaamde doorvragen tijdens een interview kun je gemakkelijk doen door bijvoorbeeld eerst de woorden van de geïnterviewde te herhalen: U zegt dat…, en daarna ga je verder met … kunt u dat nog eens verder toelichten? Ook veel gebruikt wordt: Begrijp ik u goed dat u vindt dat…..

  • De beste tip die we je kunnen geven is om voor dat je zelf een interview gaat af nemen eens goed te kijken naar interviewers op TV. Er zijn dagelijks vele actualiteitenprogramma's of talk shows waarin mensen worden geïnterviewd. Kijk er eens naar en let nu eens speciaal op de techniek van de interviewer. Hoe beginnen zij? Hoe gaan zij van het ene onderwerp naar het andere? Wat voor vragen stellen zij? Hoe ronden zij het interview af?

Hoe werk je het interview uit?

  • Het verslag van een interview heeft allereerst een duidelijke titel. Deze vermeld je op het voorblad van je werkstuk of bovenaan de eerste bladzijde. Vaak neemt men een opvallende uitspraak van de geïnterviewde als titel.
  • Je verslag begint met een korte inleiding waarin je vertelt:
  1. Met wie je een interview hebt gehouden
  2. Wanneer het interview is gehouden
  3. Wat het onderwerp van het interview was
  4. Waarom het interview is gehouden
  5. Waarom juist deze persoon is geïnterviewd
  • Voor je hoofdtekst vermeld je steeds eerst de vraag en daarna het antwoord. Het is gebruikelijk dat je de vraag cursief (schuin) afdrukt en het antwoord gewoon in rechte letters.
  • Je hoeft niet precies de werkelijkheid te volgen. Zo mag je bijvoorbeeld enkele antwoorden van de geïnterviewde bij elkaar rapen als je dat een logischer volgorde vindt. Je mag ook best de zinnen van de geïnterviewde verbeteren als hij/zij slechte of onafgemaakte zinnen antwoordde. De spreektaal van mensen is meestal veel onzorgvuldiger dan de schrijftaal. Interviewers 'poetsen' deze taal meestal wat op om het leesbaar te houden. Daar is niets mis mee, zo lang je de werkelijkheid maar geen geweld aan doet en de geïnterviewde geen woorden in de mond legt die hij/zij helemaal niet gezegd heeft.
  • Je verslag eindigt met een nawoord. Hierin vertel je wat je persoonlijk van het interview vond. Hoe verliep het eerste contact? Was je zenuwachtig? Hoe was de sfeer tijdens het interview? Etc.
  • Vermeld je naam, je klas, het vak, de module, je docent en de datum waarop je het verslag gemaakt hebt in je verslag.