Oliewinning in Canada
 

 
 

 

Oliewinning uit Canadees teerzand: booming business en milieuramp (28 april 2008)

Canadas Nationale Energie Centrum heeft laten weten dat er tussen 2006 en 2015 zon 125 miljard dollar gevesteerd wordt in de exploitatie van olie uit de teergronden in het project Athabasca, nabij Fort McMurray in de provincie Alberta. Het gebied waar de olie in teerzand zit opgeborgen beslaat 140.000 vierkante kilometer, zon beetje vier keer Nederland. De bewezen voorraad aan olie in dat gebied is 170 miljard vaten. Naast een aantal andere bedrijven, wint Shell al sinds 2003 olie uit deze teergronden.
In 2007 won Shell gemiddeld 90.000 vaten olie per dag. Het bedrijf wil dit aantal opschroeven tot 150.000 per dag in 2010, maar het is uiteindelijk de bedoeling de productie op te voeren naar 400.000 vaten per dag.

Met deze hoeveelheid olie in de grond heeft Canada na Saoudi Arabide grootste bewezen hoeveelheid oliereserves in de wereld (gemeten in 2004).

Grootste leverancier

Sinds 2005 is het door de stijging van de olieprijs ook rendabel geworden op grotere diepte te gaan graven. De totale olieproductie van alle oliemaatschappijen samen in Canada lag in 2003 al op 1 miljoen vaten per jaar. Deze productie zal naar verwachting in 2010 verdubbeld zijn. Canada is inmiddels de grootste olieleverancier geworden aan de USA.
Schade

Groot nadeel van deze oliewinning is dat het enorme schade aan het milieu toebrengt. De uitstoot van koolstofdioxide voor nieuwe ontginningsprojecten wordt geschat op 44,4 kg koolstofdioxide per vat teerzandolie. Ook de uitstoot van stikstofdioxide is erg fors.

Verdere milieubelasting is het vele water dat deze oliewinning opslokt. Voor n vat teerzandolie verbruiken de olieverwerkers twee tot vier vaten water, dat verhit wordt met methaan-of aardgas. Wel wordt getracht het smerige afvalwater weer te zuiveren en in een kringloop op te nemen en onderzoekt Shell of de restwarmte die vrijkomt om te zetten is in stoom voor de oliewinning zelf.


Ecologische ravage

Volgens ecologen van het Alberta Chamber of Resources instituut voltrekt zich inmiddels na 15 jaar teerzandwinning een ware ecologische ravage.

Inmiddels zijn er woestijnen van tientallen vierkante kilometers ontstaan, en doordat de in duizenden jaren opgebouwde humuslaag met zaden door het afgraven totaal wordt verwijderd en er een toendraklimaat heerst, kan er de komende decennia bijna niets groeien.

Deze grote milleuschade wordt mede aangericht doordat er een lange gaspijpleiding, the Mackenzie Gaspipeline, gaat lopen vanuit het aardgasveld in het Noorden van Canada, de Zee van Beaufort, naar het Athabasa-gebied, door een uiterst zeldzaam natuurgebied. Deze gaspijpleiding moet het Athabasa-project voorzien van brandstof voor de verhitting van het oliehoudende teerzand. Diverse milieu-organisaties hebben inmiddels al protest aangetekend.

Wildstand

Naast de oorspronkelijke bewoners die het grootste slachtoffer van deze milieuramp zijn, loopt ook de wildstand in dat gebied drastisch terug.  Men heeft nagelaten - zoals in Duitsland gebeurde bij de winning van bruinkool - de gaten in het landschap weer snel op te vullen. Zie de voors en tegens in de documentaire Walking on oil (midden op de pagina) en de documentaire Toxic Alberta.


USA

De VS investeert 10 miljard dollar voor de bouw van een olieraffinaderij in South Dakota. Voor het verwerken van het oliehoudende zand tot benzine en diesel wordt in South Dakota een olieraffinaderij gebouwd die in 2009 operationeel moet zijn.

In de eerste fase is een productie gepland van 400.000 vaten olie per dag. In 2014 moet de raffinaderij volledig operationeel zijn. Deze raffinaderij ontvangt de ruwe olie via een lange pijplijn, door meerdere staten rechtstreeks uit Alberta, Canada. De aanleg van deze pijpleiding is reeds geaccordeerd.

De bedoeling is een netwerk van pijpleidingen aan te leggen in de VS, onder meer naar het uiterste zuiden van Louisiana. De feiten tonen aan dat de VS er voor kiest voorlopig haar kaarten op de winning van olie te zetten om zodoende versneld onafhankelijk te worden van de olie uit het Midden-Oosten.

Uit de reeds gedane metingen blijkt dat zowel Canada als Noord-Amerika het Kyoto-verdrag en elk ander opvolgend internationaal verdrag voor minimaal tien jaar vaarwel zeggen.