Open menu

Veiligheid

Veilig werken op het dak. Gebruik zonnebrand. Hoe werk je op een ladder. Tot 4 meter mag je op een plat dak. Niet bij sneeuw of harde wind. Speciale steigers en veilighiedsbevestigingen. Hou je aan de NEN normen (zie onder).

Valbeveiliging

Hoe werk je op een ladder.

1. Gebruik geen metalen ladder in de buurt van elektrische leidingen.
2. Houd de ladder bij het beklimmen vast, het gezicht steeds naar de ladder gekeerd.
3. Draag klein gereedschap in een gordel- of schoudertas.
4. Hijs zwaar gereedschap en materiaal in een tas of zak.
5. Overbelast de ladder niet. Respecteer de max. toelaatbare gebruikslast.
6. Gebruik één hand voor uw eigen veiligheid en de andere voor het werk. Gebruik
eventueel een speciaal ladderbankje
7. Reik zijwaarts niet verder dan een armlengte, verplaats de ladder indien nodig.
8. Laat niemand onder de ladder staan, ook niet een helper. Let ook op wat beneden gebeurt.
9. Pas op voor gladde sporten (olie, water, ijzel).
10. Draag deugdelijke schoenen, vrij van modder e.d.
11. Gebruik een ladder nooit als steiger of loopplank.
12. Sta nooit met twee op een ladder.
13. Glijd niet langs de stijlen van een ladder naar beneden.
14. Klim niet hoger dan de vierde hoogste sport om voldoende houvast te hebben
tijdens het werk.
15. Gebruik geen aangedreven handgereedschappen bij het werken op een ladder.
16. Haal een schuifladder nooit uit elkaar.

Opstelling ladder:
1. Plaats een ladder nooit in een doorgang of voor een deur. Indien dit echter nodig is
sluit de deur of zet ze helemaal open.
2. Laat een ladder nooit tegen een raam rusten.
3. Zorg voor een stabiele en stevige ondergrond. Zorg desnoods voor een goede
ondersteuning. Laddersporten horen steeds horizontaal te blijven.
4. Laat een ladder nooit steunen op een van zijn horizontale sporten.
5. Ladderzolen moeten voorzien zijn van anti-slipmateriaal.
6. Voorkom wegglijden van de ladder, maak de ladderboom hetzij aan de boven- of
onderkant vast.
7. Bij meerdelige ladders of schuifladders mogen de verschillende delen t.o.v. elkaar
niet kunnen bewegen. Stevig vastmaken zodat ze niet kunnen verschuiven.

 

22 dak goot hangen

Veiligopdak1
veiligopdak

Normen

NTA 8011
Nederlandse Technische Afspraak
Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties Fotovoltaïsche (PV) voedingssystemen.
 
NTA 8013
 
Nederlandse Technische Afspraak
Procedure voor het inspecteren van PV-systemen.
 
De NTA 8011
 
De 8011 is een vertaling van de IEC 60364-7-12 en komt uiteindelijk in de NEN 1010 deel 7.
 
IEC 61215
 
De specifieke productienorm voor kristallijne PV-modules.
 
NEN-EN-IEC 60439-1
 
De norm voor het PV-array, de aansluitkast voor de PV-opwekeenheid en schakel- en verdeelinrichtingen.
 
NTA 8493
Keuringseisen voor kleine netgekoppelde PV-systemen.
 
Daarnaast geldt gewoon:
 
NEN 1010-2:1996 Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties- termen en definities