Hoe bereken je de broeikasgas emissies veroorzaakt door je bedrijf?

 

Schermafbeelding 2024 04 05 112036

Men onderscheidt scope I, 2 en 3.

Scope 1 Wat je zelf produceert aan CO2 (en andere broeikasgassen).
Scope 2 Hoeveel CO2 nodig was om de energie te leveren als elektriciteit, benzine, diesel, kerosine).
Scope 3 De hoeveelheid CO2 die nodig was bij de winning en het transport van de toeleveranciers (upstream) (cradle to gate emissions)
              De hoeveelheid CO2 die ontstaat bij het transport naar de klant, het verbruik door de klant en de afvalverwerking (downstream)
              (gate to cradle emissions)
Scope 3 Upsrteam
             gaat over alle in dat jaar gekochte producten en diensten en de hoeveelheid CO2 die daarbij vrijgekomen is.
             kapitaalgoederen gekocht in het jaar van rapportage en de hoeveelheid CO2 die daarbij vrijgekomen is..
             de CO2 die vrijkomt bij de productie van de energie die nodig was
             de CO2 die vrijkwam bij het transport en distributie
             CO2 die ontstaat bij de afhandeling van afval
             CO2 uit business trips
             CO2 uit het woon-werk verkeer van de medewerkers
             CO2 uit geleasete zaken
Scope 3 Downstream
             CO2 uit downstream transport en distributie
             CO2 uit de verwerking van tussenproducten door stroomafwaartse bedrijven
             CO2 uit het eindgebruik
             CO2 uit de afvalverwerking van de producten in dat boekjaar.
             CO2 uit downstream geleaste assets
             CO2 uit franchises die niet worden meegenomen in scope 1
             CO2 uit investeringen (van dat jaar)

Bij scholen gaat "in dat jaar ingekochte goederen" over

Aangepast vervoer; Audiovisueleapparatuur; Bedrijfskleding; Beveiliging; Buitenlandsedienstreizen; Catering; Conserveringswerken; Dienstauto's; Drankautomaten; Drukwerk; Elektriciteit; Externe vergader- en verblijffaciliteiten; Gladheidsbestrijding; Groenvoorzieningen,  Grondwerken, bouwrijp maken en sanering/bodemreiniging; Grootkeukenapparatuur; Hardware; Kabels en Leidingen; Kantoorartikelen; Kantoorgebouwen beheer en onderhoud; Kantoorgebouwen huur en aankoop; Kantoorgebouwen nieuwbouw; Kantoorgebouwen Renovatie; Kantoorstoffering; Kunstwerken; Leerlingenvervoer; Mobiele werktuigen; Netwerken, telefoniediensten en telefoonapparatuur; Onderhoud transportmiddelen; Openbaar vervoer; Openbare verlichting; Papier; Post; Reiniging bedrijfskleding; Reiniging openbare ruimte; Reproductieapparatuur; Riolering; Schoonmaak; Sloop van gebouwen; Straatmeubilair; Tonercartridges; Transportdiensten; Verhuisdiensten; Verkeersregelinstallaties; Waterbouwkundige constructies, Waterzuiveringsinstallaties, slibbehandeling; Wegen; Zware voertuigen

Het is makkelijker gezegd dan gedaan. 
Scope 3 heeft een relatie met
• De bedrijfsdoelstellingen van het bedrijf (zie hoofdstuk 2 van de Scope 3 Standaard)
• Beschikbaarheid van data
• Data kwaliteit
• De kosten en inspanningen die nodig zijn om elke methode toe te passen
• Andere criteria geïdentificeerd door het bedrijf.

Het wordt aanbevolen dat je identificeert welke scope 3-activiteiten het belangrijkste zijn ofwel die
- naar verwachting zorgen voor de grootste broeikasgasemissies
- de grootste kansen bieden op reductie en
- het meest relevant zijn voor de doelstellingen. (meer zie onder).

Je kan de data berekenen op vier niveaus. Suplier specifiek, hybride, gemiddelde data of data gebaseerd op wat je uitgegeven hebt.

Schermafbeelding 2024 06 15 200300

  Voor welke methode je kan kiezen staat hieronder.

Schermafbeelding 2024 06 15 200719

Een voorbeeld van supplier specifiek staat hieronder

Schermafbeelding 2024 06 15 201112

Er bestaan ook gemiddelde kengetallen voor grondstoffen en voor halffabriocaten. Je bekijkt dan hoeveel kg je daarvan gekocht hebt of voor hoeveel geld.

Schermafbeelding 2024 06 15 201723

Schermafbeelding 2024 06 15 201746

Een officieel document hierover is hier te zien.

Meer in detail:

1. Ingekochte goederen en diensten
• Winning, productie en transport van goederen en diensten die in het verslagjaar door de rapporterende onderneming zijn aangekocht of verworven, niet anderszins opgenomen in de categorieën 2 t/m 8
• Alle upstream (cradle-to- gate) emissies van gekochte goederen en diensten

2. Kapitaalgoederen
• Winning, productie en transport van kapitaalgoederen die in het rapportagejaar door het rapporterende bedrijf zijn gekocht of verworven
• Alle upstream (cradle-to-gate) emissies van gekochte kapitaalgoederen

3. Brandstof- en energiegerelateerde activiteiten (niet opgenomen in scope 1 of scope 2) • Winning, productie en transport van brandstoffen en energie die in het verslagjaar door de rapporterende onderneming zijn aangekocht of verworven en die nog niet zijn verwerkt in scope 1 of scope 2, inclusief :
a. Upstream-emissies van aangekochte brandstoffen (winning, productie en transport van door het rapporterende bedrijf verbruikte brandstoffen)
b. Upstream-emissies van gekochte elektriciteit (winning, productie en transport van brandstoffen die worden verbruikt bij de opwekking van elektriciteit, stoom, verwarming en koeling die worden verbruikt door het rapporterende bedrijf)
c. Transmissie- en distributieverliezen (T&D-verliezen) (opwekking van elektriciteit, stoom, verwarming en koeling die worden verbruikt (d.w.z. verloren gaan) in een T&D-systeem – gerapporteerd door eindgebruiker
d. Opwekking van gekochte elektriciteit die wordt verkocht aan eindgebruikers (opwekking van elektriciteit, stoom, verwarming en koeling die wordt gekocht door het rapporterende bedrijf en verkocht aan eindgebruikers) – alleen gerapporteerd door nutsbedrijf of energieretailer

Voor upstream-emissies van aangekochte brandstoffen: Alle upstream-emissies (cradle-to-gate) van aangekochte brandstoffen (vanaf de winning van grondstoffen tot aan het punt van, maar exclusief verbranding)
b. Voor upstream-emissies van aangekochte elektriciteit: Alle upstream-emissies (cradle-to-gate) van aangekochte brandstoffen (vanaf de winning van grondstoffen tot het punt van, maar exclusief, verbranding door een stroomgenerator).
c. Voor T&D-verliezen: Alle upstream (cradle-to-gate) emissies van energie die wordt verbruikt in een T&D-systeem, inclusief emissies uit verbranding
d. Voor de opwekking van ingekochte elektriciteit die aan eindgebruikers wordt verkocht:

4. Upstream transport en distributie
• Transport en distributie van producten die door het rapporterende bedrijf in het rapportagejaar zijn gekocht tussen de eerstelijnsleveranciers van een bedrijf en de eigen activiteiten (in voertuigen en faciliteiten die geen eigendom zijn van of onder zeggenschap staan van het rapporterende bedrijf)
• Transport- en distributiediensten gekocht door het rapporterende bedrijf in het rapportagejaar, inclusief inkomende logistiek, uitgaande logistiek (bijvoorbeeld van verkochte producten) en transport en distributie tussen de eigen faciliteiten van een bedrijf (in voertuigen en faciliteiten die geen eigendom zijn van of beheerd worden door het rapporterende bedrijf)
• De reikwijdte 1- en scope 2-emissies van transport- en distributieaanbieders die optreden tijdens het gebruik van voertuigen en faciliteiten (bijvoorbeeld door energieverbruik)
• Optioneel: de levenscyclusemissies die verband houden met de productie van voertuigen, faciliteiten of infrastructuur

5. Afval gegenereerd tijdens activiteiten
• Verwijdering en verwerking van afval dat tijdens de activiteiten van het rapporterende bedrijf in het rapportagejaar is gegenereerd (in faciliteiten die geen eigendom zijn van of onder zeggenschap staan van het rapporterende bedrijf)
• De scope 1- en scope 2-emissies van leveranciers van afvalbeheer die optreden tijdens de verwijdering of verwerking
• Optioneel: emissies afkomstig van het transport van verspilling

6. Zakenreizen
• Vervoer van werknemers voor bedrijfsgerelateerde activiteiten gedurende het rapportagejaar (in voertuigen die geen eigendom zijn van of geëxploiteerd worden door het rapporterende bedrijf)
• De scope 1- en scope 2-emissies van vervoerders die optreden tijdens het gebruik van voertuigen (bijv. uit energieverbruik)
• Optioneel: de levenscyclusemissies die verband houden met productievoertuigen of infrastructuur.

7. Woon-werkverkeer van medewerkers

  • Vervoer van werknemers tussen hun woning en hun werkplek gedurende het rapportagejaar (in voertuigen die geen eigendom zijn van of geëxploiteerd worden door het rapporterende bedrijf)
  • De scope 1- en scope 2-emissies van werknemers en transportaanbieders die optreden tijdens het gebruik van voertuigen (bijvoorbeeld door energieverbruik)
  • Optioneel: Emissies door telewerken van medewerkers

8. Upstream geleasde activa

  • Exploitatie van activa die in het verslagjaar door de rapporterende onderneming (lessee) zijn geleased en niet zijn opgenomen in scope 1 en scope 2 – gerapporteerd door lessee
  • De scope 1- en scope 2-emissies van verhuurders die optreden tijdens de exploitatie van geleasede activa door de rapporterende onderneming (bijvoorbeeld door energieverbruik)
  • Optioneel: de levenscyclusemissies die gepaard gaan met de productie of constructie van geleasde activa Upstream-scope 3

9. Stroomafwaarts transport en distributie

  • Transport en distributie van producten die door het rapporterende bedrijf in het rapportagejaar zijn verkocht tussen de activiteiten van het rapporterende bedrijf en de eindgebruiker (indien niet betaald door het rapporterende bedrijf), inclusief detailhandel en opslag (in voertuigen en faciliteiten die geen eigendom zijn van of onder zeggenschap staan van de rapporterende onderneming). rapporterend bedrijf)
  • De scope 1- en scope 2-emissies van transportaanbieders, distributeurs en detailhandelaren die optreden tijdens het gebruik van voertuigen en faciliteiten (bijvoorbeeld door energieverbruik)
  • Optioneel: de levenscyclusemissies die verband houden met de productie van voertuigen, faciliteiten of infrastructuur

10. Verwerking van verkochte producten

  • Verwerking van tussenproducten die in het verslagjaar zijn verkocht door downstream-bedrijven (bijvoorbeeld fabrikanten)
  • De scope 1- en scope 2-emissies van downstream-bedrijven die optreden tijdens de verwerking (bijvoorbeeld door energieverbruik)

11. Gebruik van verkochte producten

  • Eindgebruik van door het rapporterende bedrijf verkochte goederen en diensten in het rapportagejaar
  • De directe gebruiksfase-emissies van verkochte producten gedurende hun verwachte levensduur (d.w.z. de scope 1- en scope 2-emissies van eindgebruikers die ontstaan door het gebruik van: producten die direct energie verbruiken (brandstoffen of elektriciteit) tijdens gebruik; brandstoffen en grondstoffen en broeikasgassen en producten die broeikasgassen bevatten of vormen die tijdens het gebruik worden uitgestoten)
  • Optioneel: de indirecte gebruiksfase-emissies van verkochte producten gedurende hun verwachte levensduur (d.w.z. emissies als gevolg van het gebruik van producten die indirect energie verbruiken (brandstoffen of elektriciteit) tijdens gebruik)

12. Behandeling aan het einde van de levensduur van verkochte producten

  • Afvalverwijdering en -verwerking van producten die door het rapporterende bedrijf (in het rapportagejaar) aan het einde van hun levensduur zijn verkocht
  • De scope 1 en scope 2 emissies van afvalbeheerbedrijven die optreden tijdens het afvoeren of verwerken van verkochte producten

13. Downstream geleasde activa

  • Exploitatie van activa die eigendom zijn van de rapporterende onderneming (lessor) en in het rapportagejaar aan andere entiteiten zijn verhuurd, niet opgenomen in scope 1 en scope 2 – gerapporteerd door lessor • De scope 1- en scope 2-emissies van lessees die optreden tijdens de exploitatie van het lease-object activa (bijvoorbeeld uit energieverbruik).
  • Optioneel: de levenscyclusemissies die verband houden met de productie of constructie van geleasde activa Inleiding Technische richtlijnen voor het berekenen van scope 3-emissies [10] Downstream-scope 3

14. Franchises

  • Exploitatie van franchises in het verslagjaar, niet inbegrepen in scope 1 en scope 2 – gerapporteerd door franchisegever
  • De scope 1- en scope 2-emissies van franchisenemers die optreden tijdens de exploitatie van franchises (bijvoorbeeld door energieverbruik)
  • Optioneel: de levenscyclusemissies die verband houden met het vervaardigen of bouwen van franchises

15. Investeringen

  • Exploitatie van investeringen (waaronder aandelen- en schuldbeleggingen en projectfinancieringen) in het verslagjaar, niet opgenomen in scope 1 of scope 2
  • Zie de beschrijving van categorie 15 (Beleggingen) in paragraaf 5.5 voor de vereiste en optionele grenzen.