De sustainabul

wsaMBO-instellingen kunnen onderling zien hoe duurzaam de school is. Daartoe vullen ze de onderstaande 17 vragen in en bekijken onderling wie er het beste mee bezig is. Daar kan je van leren om de verduurzaming te versnellen. 

Onderzoek door het Cinop toont het vo;gende aan:

De SustainaBul MBO is van essentieel belang voor duurzame ontwikkeling binnen mbo-instellingen. Het instrument biedt inzicht, stimuleert verbeteringen en fungeert als een krachtig middel om duurzaamheidsinitiatieven in kaart te brengen. Het competitieve element motiveert bestuur en management, terwijl het netwerk cruciale mogelijkheden biedt voor uitwisseling en leren tussen instellingen. De SustainaBul MBO draagt zo bij aan het bevorderen van duurzaamheid op verschillende niveaus binnen de instellingen.

In het onderstaande filmpje wordt het uitgelegd. 

 Voor de sustainabul bestaat de onderstaande website.

sustainabul

De vragen gaan uit van de Whole School Approach.

wsaVanuit een visie over duurzaamheid aandacht besteden aan het curriculum, de didactiek, de bedrijfsvoering, opleiding en training in een wisselwerking met de samenleving. 

1. Visie: Elke school/opleiding ontwikkelt een gezamenlijke visie op de vraag wat werken aan een circulaire economie en een duurzame maatschappij voor hun doelgroep betekent;
2. Curriculum: In elk leerjaar is leren voor duurzame ontwikkeling verankerd in het curriculum als terugkerend onderdeel van bestaande lessen, projecten, opdrachten;
3. Didactiek: het pedagogisch didactisch handelen stimuleert studenten om actief te ervaren wat duurzaam doen en denken is, en om op hun doen en denken te reflecteren in het licht van de verantwoordelijkheid die we dragen;
4. Bedrijfsvoering: De bedrijfsvoering van de school laat studenten op meerdere manieren zien dat ze leren voor duurzame ontwikkeling serieus neemt, bijvoorbeeld in het afval-, inkoop-, energie-, kantine-, water-, biodiversiteits- of mobiliteitsbeleid;
5. Expertiseontwikkeling: individuele docenten en teams verdiepen zich in de kansen die de circulaire economie en het leren voor duurzame ontwikkeling biedt;
6. Omgeving: scholen/opleidingen/teams verbinden zich aan andere koplopers in de regio die leren voor duurzame ontwikkeling omarmen: met dit netwerk geven ze de transitie richting een circulaire economie en een duurzame maatschappij regionaal vorm, met oog op mondiaal effect.

Van hieruit zijn de 17 doelen voor het onderwijs opgesteld. 

Onderwijs
1. dat een langetermijnvisie of -beleid voor het verduurzamen van het onderwijs wordt opgesteld
2. dat duurzaamheid een vanzelfsprekend onderdeel van de opleidingen is (minimaal vijf)
3. dat binnen de opleidingen de koppeling wordt gemaakt met de SDG’s
Met de samenleving
4. dat docenten actuele duurzaamheidsvraagstukken vanuit de arbeidsmarkt & maatschappij binnenhalen om in de opleidingen aan te bieden.
5. dat studenten actief ondersteund en/of gestimuleerd worden bij het vinden en uitvoeren van een BPV of stage op het gebied van duurzaamheid
6. dat studenten  tijdens de stage/BVP  opdrachten krijgen op het gebied van duurzaamheid
7. dat netwerkvorming en samenwerking van docenten met bedrijven en maatschappelijke organisaties om actuele duurzaamheidsvraagstukken op te halen wordt ondersteund
Communicatie
8. dat over duurzaamheid  wordt  gecommuniceerd aan studenten, docenten, directie 
9. dat over duurzaamheid wordt gecommuniceerd  naar buiten toe (naar ouders, bedrijven, de samenleving) 
Opleiding en training
10. dat wordt voorzien in opleiding en training van docenten met het doel om kennis over duurzaamheid te vergroten en duurzaamheid te integreren in het curriculum?
Bedrijfsvoering
11. dat er een holistische langetermijnvisie of -beleid voor het verduurzamen van de bedrijfsvoering over ten minste de komende tien jaar wordt opgesteld.
12. dat in 2030 49 % CO2 is bespaard t.o.v. 2015
13. dat er beleid is om de hoeveelheid  afval te reduceren, beter te scheiden en meer ervan te hergebruiken of verwerken?
14. dat er maatregelen genomen worden om het woon-/werkverkeer en het zaken- of dienstenverkeer te verduurzamen ? 
15. dat er naar wordt gestreefd de catering en de kantine verder te verduurzamen? 
16. dat er in principe voor 100 % duurzaam wordt ingekocht (volgens de adviezen van Pianoo)
Integraal
17. dat er maatregelen worden genomen om het waterverbruik te verminderen, water op te vangen en dat de biodiversiteit in en buiten de gebouwen wordt vergroot. 


Alle instellingen kunnen de stand van zake op deze items invullen op mbo.sustainabul.com. Zo kunnen ze eigen vorderingen monitoren en kan men tevens zien hoe andere instellingen er mee bezig zijn (als men er toestemming voor heeft gegeven). Zo kunnen we van elkaar leren en de aandacht voor duurzaamheid in het onderwijs en de bedrijfsvoering versnellen en verbeteren.

De MBO-raad heeft het SDG charter ondertekend. Nu alle MBO-instellingen afzonderlijk nog. Maak er een persmoment van en hang een groot getekend exemplaar goed zichtbaar op in de school. Waar je dan voor tekent staat hier onder.
De Engelse tekst staat hier
Een vrije vertaling staat hier
Nieuwe uitgangspunten van SDG Nederland staan hier (in het Nederlands)

Aanbevelingen:

Landelijke en regionale overheden
• Ondersteun actief mbo-instellingen door financiële en strategische steun te verlenen voor duurzaamheidsinitiatieven.
• Creëer beleidskaders die duurzame ontwikkeling binnen het mbo bevorderen.
• Ontwikkel en draag een krachtige visie op duurzaamheid uit; een verankerde visie versnelt duurzaamheid op diverse onderwerpen en op verschillende lagen binnen de instelling.
• Besteed tijd aan het concretiseren van de visie naar de praktijk.
• Erken de cruciale rol van bestuur en management bij het transformeren van het onderwijs.
• Overweeg de oprichting van een practoraat over duurzaamheid.
• Overweeg het aanstellen van een duurzaamheidscoördinator.
• Waardeer degenen binnen de mbo-instelling die een voortrekkersrol spelen in duurzaamheid; erken en beloon docenten, medewerkers, en studenten die actief bijdragen aan duurzame initiatieven.
• Zorg ervoor dat essentiële middelen zoals tijd, geld, en ondersteuning beschikbaar zijn voor docenten en medewerkers met duurzame ideeën en initiatieven.
• Professionaliseer medewerkers op het gebied van duurzaamheid en vergroot het bewustzijn binnen de instelling.
• Neem deel aan de SustainaBul MBO en benut de resultaten van de vragenlijst en het netwerk voor verdere ontwikkeling op het gebied van duurzame ontwikkeling.
Docenten en medewerkers
• Betrek studenten actief bij het ontwikkelen van duurzame initiatieven en beleid, aangezien zij vaak nieuwe perspectieven inbrengen.
• Organiseer activiteiten voor docenten, bestuur, management, en andere medewerkers om duurzaamheid binnen verschillende lagen van de instelling te bevorderen.
• Gebruik de SustainaBul MBO-resultaten om de aandacht voor duurzaamheid binnen de mbo-instellingen te vergroten.
• Vier successen en deel goede voorbeelden om anderen te motiveren.
• Integreer duurzaamheidsthema's in (examen)opdrachten van de stages van studenten.
• Pleit op nationaal niveau voor duurzaamheidsinitiatieven en moedig de overheid aan om beleid te ontwikkelen en financiële middelen beschikbaar te stellen voor duurzame ontwikkeling in het mbo.
Stimuleer de samenwerking en kennisdeling tussen mbo-instellingen, het bedrijfsleven, lokale overheden en maatschappelijke organisaties op het gebied van duurzame ontwikkeling.
• Ondersteun mbo-instellingen bij het vertalen van kwalificatiedossiers naar concrete onderwijsinhoud die aansluit bij de huidige ontwikkelingen rondom duurzaamheid.
SBB
• Overweeg de implementatie van duurzaamheidscertificering voor stages, om ervoor te zorgen dat studenten tijdens hun stageperiodes worden blootgesteld aan duurzame praktijken en waarden.
Leren voor Morgen
• Blijf vooral doorgaan met de SustainaBul MBO: de aanjagende functie van de SustainaBul MBO is van cruciale waarde, omdat het de thematiek agendeert binnen de mbo-instellingen.

 In 2024 namen 16 mbo-instellingen deel aan de SustainaBul MBO-benchmark, een lichte stijging ten opzichte van 2023 (15 instellingen). Twee instellingen deden mee op locatie- of opleidingsniveau, terwijl de overige 14 de vragenlijst hebben ingevuld namens hun gehele instelling. Vertaald naar studentenaantallen in het mbo vertegenwoordigen deze 16 instellingen 48% van de studenten.

Deelname.jpeg

Trends in de hoogste en laagste scores:
• Hoogste scores:
Instellingen scoorden het hoogst op instellingsvisie (84%), gevolgd door interne en externe communicatie (80%) en visie op duurzaam onderwijs (73%).
• Laagste scores:
De laagste scores waren te zien bij (I)BPV (43%), waterbeleid (44%) en pedagogiek/didactiek (49%).
o Wat betekent dit?
Deze lage scores geven aan dat duurzaamheid nog niet altijd goed wordt geïntegreerd in de beroepspraktijkvorming (stages), het beleid rondom watergebruik, en het didactische enpedagogische handelen van docenten. Hier ligt een belangrijke kans om studenten via de praktijk en lesmethoden meer bewust te maken van duurzaamheid.

• Koplopers: Instellingen die hoog scoren behalen maximale punten op instellingsvisie, energiebeleid, mobiliteitsbeleid en voedselbeleid. Ook hebben alle kloplopers een stijging in hun score laten zien, wat duidt op het feit dat werken aan duurzaamheid nooit “klaar” is, ook als je al heel ver bent.
• Versnellers: Instellingen die grote stappen hebben weten te zetten sinds hun vorige deelname, blinken uit op interne communicatie en huisvestingsbeleid.
• Kickstarters: Deze instellingen doen het verrassend goed op visie en curriculum, wat laat zien dat ook nieuwkomers in de benchmark stevig aan de weg timmeren.