De energietransitie
In de komende 25 jaar moeten we 12,5 keer zo snelle groei aan duurzame energie doormaken als de laatste jaren.(2023)
De hoeveelheid hernieuwbare energie moet verdrievoudigd worden tegen het jaar 2030.
De energie-infrastructuur moet worden verbeterd en er moet significant meer financiering komen (2023).
Doelen voor 2030
• Isoleren van 2,5 miljoen woningen met nadruk op uitfaseren slechte labels (E, F en G): 1,5 miljoen koopwoningen; en 1 miljoen huurwoningen worden geïsoleerd naar de Standaard voor woningisolatie;
• Uitfaseren slechte labels in de utiliteitsbouw: Voor 2027 verduurzamen van de 15% gebouwen met slechtste energieprestatie, energielabel G conform de nieuwe labelclassificatie tot minimaal energielabel C (60.000 gebouwen). Voor 2030 verduurzamen van gebouwen met energielabel F conform de nieuwe labelclassificatie tot minimaal energielabel C (60.000 gebouwen);
• Overstappen op duurzame installaties of een warmtenet: 1 miljoen geïnstalleerde (hybride) warmtepompen in de bestaande bouw. Realiseren van 500.000 nieuwe aansluitingen op een warmtenet in de bestaande bouw (in woningequivalenten);
• Verlagen van de milieu-impact van energierenovaties door inzetten op circulaire principes als het reduceren van gebruik van schaarse- en energie-intensieve materialen en levensduurverlenging;
• Minimaal 20% van het lokale energiegebruik wordt binnen de gebouwde omgeving duurzaam opgewekt;
• Grotere inzet duurzame bronnen: Bijmengen van 1,6 BCM groen gas, dit komt neer op 2,9 Mton CO₂-reductie per 2030.
Voor de industrie moet minimaal voor 80 terawattuur worden geëlektrificeerd.
Die ondergrens van 80 terawattuur is ingegeven door wat we verwachten van andere opties, zoals CCS en biobrandstoffen.
Volgens de routekaart 2050.
Wat de chemische industrie zou moeten doen staat hier.
Wat Tata steel, de ijzer- en aluminium-industrie zou moeten doen staat hier.
Wat de kunstmestindustie zou moeten doen staat hier.
Wat de raffinaderijen zouden moeten doen staat hier.
Wat er moet veranderen aan het elektriciteitsnetwerk staat hier.
De zeer energie-intensieve basisindustrie als de staalindustrie, kunstmestproductie, olieraffinage en grote chemische bedrijven hebben jarenlang goedkoop gas gehad in Nederland. Dat is nu voorbij, terwijl er bijvoorbeeld in de VS wel goedkoop schaliegas beschikbaar is. Dat veroorzaakt wereldwijd een verschuiving van productie. (2023)
Daarnaast hebben we in 2023 hoge energieprijzen, gebrek aan personeel en een overbelast energienet, rechtszaken tegen Tata Steel en Chemours en het felle protest tegen 'fossiele subsidies.
Ook zijn bijna alle grote bedrijven niet meer Nederlands.. Shell en Unilever vertrokken met hun hoofdkantoor naar Engeland. Hoogovens werd Indiase Tata,. Yara is Noors. Dow Chemicals is gefuseerd met Firmenich waardoor de zeggenschap feitelijk in Zwitserland ligt.
Hoe het MBO-onderwijs kan bijdragen staat hier.
Als je dit jaar (2023) een Green Electricity Day zou organiseren, zou die op 19 juni vallen, een Green Heat Day al op 3 februari. We moeten 12 dagen per jaar opschuiven willen we in 2050 klimaatneutraal zijn.
In 2050 moeten we streven naar 70% directe elektriciteit, minimaal 10-15% waterstof en 10-15% warmte en biomassa.
Waterstof alleen wordt waar direct gebruik van elektriciteit onmogelijk is.
Bekijk in samenhang flexibele vraag, regelbaar opwekvermogen, import/export en opslag.
Zet tijdelijke biomassa in, in kolencentrales met opslag van koolstof.
In 2024 september telt het jaar al 532 uur dat de prijs te laag was. Over heel 2023 was dat 445 uur.
Door het afschakelen van zon- en windproductie bleef in augustus zo'n 15 procent van de duurzame stroomproductie onbenut. Daarmee hadden alle 500.000 elektrische auto's in Nederland een half jaar kunnen rijden.
Ondanks het afschakelen groeide het aandeel duurzaam opgewekte stroom wel naar 57 procent in augustus. In dezelfde maand vorig jaar was dit nog 49 procent. Als alle capaciteit benut zou zijn, zou het aandeel duurzame stroom op 65 procent zijn gekomen. Het Planbureau voor de Leefomgeving gaat ervan uit dat in 2030 gemiddeld 85 procent van de stroom uit hernieuwbare bronnen komt. Met meer opslagcapaciteit kunnen windmolens en zonnepanelen volgens Energieopwek meer bijdragen aan de verduurzaming. De geproduceerde stroom kan worden bewaard voor later gebruik of later voor een hogere prijs worden verkocht. Meer groene waterstof kan de verduurzaming volgens het platform ook vooruithelpen.
In 2023 was 50 % van alle elektriciteit duurzaam opgewekt. 17 % door zon, 15 % door wind op land en 10 % door wind op zee.
Op 24 december 2023 produceerden turbines op land en zee de meeste groene stroom: 210.000 megawattuur = 70 %
In 2023 daalde de vraag naar elektricitiet met 5 % mede door energiebesparende maatregelen.
Maar stroom is maar 20 % van de energievraag. 80 % van de energie gebruikt men voor verwarmen, verhitten, mobiliteit.
Door nieuwe windmolenparken neemt de duurzame enerieproductie de komende jaren gestaag toe, tot 20 gigawatt rond 2030 goed voor driekwart van het huidige elektriciteitsverbruik. Intussen zijn er ook nog tientallen projecten voor windmolens en zonnepanelen op land in ontwikkeling.
Toekomstbeeld:
Consumenten kunnen – al dan niet in samenwerkingsverband – energie produceren, verhandelen, opslaan en gebruiken. Veel energie blijft in de wijk, de bewoners kunnen daarvan profiteren.
Steden, dorpen en bedrijfsterreinen worden stiller en schoner, met meer ruimte voor groen en blauw en veel gedeelde voorzieningen. De stad is compacter, met een hogere bewoningsdichtheid en minder automobiliteit. Er zijn veel hoogwaardige openbare, vaak collectieve voorzieningen op fiets- en loopafstand van de woningen.
Het landelijk gebied is gevarieerder: er is minder veeteelt, andere gewassen worden verbouwd, ook als grondstof voor natuurlijke materialen. Bossen, bodems, grasland en natte natuur houden CO2 maximaal vast.
De elektrische (deel)auto speelt, naast het openbaar vervoer, een belangrijke rol.
Gebouwen verbruiken veel minder energie. In principe is elk gebouw energiearm en uitgerust met een warmtevoorziening en koeling. Degebouwen worden slim aangestuurd op basis van data.
Elektrische auto's, samen met buurtaccu's, worden gebruikt om het elektriciteitsnet te balanceren.
Gebouwen spelen ook een rol bij klimaatadaptatie. Groene daken, voedsel verbouwen of recreatie op daken is normaal.
Gebouwen zien er anders uit doordat natuurlijke materialen de norm zijn.
Zet de gehele energievoorziening centraal: mobiliteit, elektriciteit, koude, en warmte (incl. isolatie)
Maak van deelaspecten zoals isolatie, aardgasvrij, of een warmtenet geen doel op zichzelf.
Stimuleer om zo veel mogelijk in één stap naar de maximale energiezuinigheid voor het hele gebouw.
Als veel woningen tegelijk worden verbeterd, kunnen ondernemingen het aanbod industrialiseren, waarbij kant en klare
pakketten op de bouwplaats worden gemaakt.
De industriesectoren zijn ijzer en staal, raffinage, chemie en kunstmest = 80 procent van de huidige industriële energie- en grondstoffenvraag.
Grootschalige productie van synthetische brandstoffen maakt import van waterstof noodzakelijk.
Vanwege de energievraag van de huidige industrie is het moeilijk voor te stellen dat de huidige omvang van de industrie in Nederland in stand blijft. Ofwel: het kan gewoon niet.
Ga in landen waar de waterstof vandaan komt zelf de halfabricaten of producten maken. Het is zowel energetisch als economisch onvoordelig om waterstof per schip over grote afstanden te vervoeren, en het is mogelijk dat het waterstofexporterende land meer voordeel heeft bij het ontwikkelen van een lokale industrie dan bij export van ruwe grondstoffen.
Netbeheerders moeten investeringsruimte, wettelijke mogelijkheden en fysieke ruimte krijgen.
Ook burgers, corporaties en gemeentes hebben juridische ruimte nodig zodat ze zelf met lokale duurzame energiesystemen aan de slag kunnen gaan en lokaal maatwerk mogelijk wordt.
Ga thuisbatterijen verkopen die op afstand gecontroleerd en aangestuurd worden, zodat ze gezamenlijk kunnen fungeren als één grote energieopslagfaciliteit. De virtuele energiecentrale kan op die manier het elektriciteitsnet ontlasten op piekmomenten van energievraag en -aanbod. Opgewekte zonne-energie kan bijvoorbeeld tijdelijk worden opgeslagen in de batterijen, zodat het op momenten van veel elektriciteitsvraag het net op kan.
Klanten van Sonnen profiteren ook van de service die hun thuisbatterij levert aan Duitse netbeheerders. Ze ontvangen een deel van de winst die de virtuele energiecentrale oplevert.
Netbeheer Nederland heeft berekend dat we in Nederland in 2050 ongeveer 60 gigawatt aan batterijopslag nodig hebben, en in 2030 rond de 30 gigawatt. Voor het idee: er staat nu veel minder dan één gigawatt. Daar ligt dus voor ons en onze concurrentie een enorme mogelijkheid (voor batterijprojecten, red.). In Europa is er in 2050 zo’n 600 gigawatt nodig.
De hele wereld heeft die transformatoren en omvormers nodig. Als je nu een grote transformator bestelt, ben je zo anderhalf tot twee jaar verder. De ontwikkelaars kunnen het werk gewoon niet aan.”
Schaarste
De energietransitie zal plaatsvinden in een omgeving en een periode van aanzienlijke schaarste.
Er is weinig ruimte in de boven- en de ondergrond,
de arbeidsmarkt is zeer krap en
er is schaarste aan materialen.
Niet alles kan, dus prioritering is nodig naar wat het meeste bijdraagt aan de integrale visie.
Inzet van alle beschikbare kennis en ruimte geven aan innovaties kan bijdragen aan het minder beknellend maken van de schaarste-elementen.
Wist je dat...
In 2024 was al 54 % hernieuwbaar.
Je kan percies zien wat we opwekken op Energieopwek.nl - Inzicht in de actuele (near-realtime) opwekking van duurzame energie in Nederland
Een ‘kraker’ van aardolie voor de productie van plastic heeft een levensduur van vijftien jaar. Om in 2045 fossielvrij plastic te produceren, zou de laatste fossiele aardoliekraker in 2030 in gebruik moeten worden genomen. De overheid zou dat dus moeten verbieden vanaf 2030 en ze moeten niet om de hete brij heen draaien. Als de energietransitie leidend is, moeten we van alle apparaten op fossiele brandstoffen binnen afzienbare tijd afscheid nemen,
in 2030 van benzineauto's, verbrandingsovens bij de hoogovens, aardgas WKK's in de chemie, CSS turbines, restgas stoomketels en de Haber-Bosch ammoniak productie.
in 2033 van bestelbusjes op benzine
in 2035 van stoomketels, diezel in de transportsector en aardgasketels.
in 2042 van vrachtauto's met benzine/diezel motor. (2023)
Nog iets. Als Tatasteel IJmuiden op waterstof over wil heeft het de helft van alle elektriciteit in Nederland nodig. Daarvoor moeten vier keer zoveel windmolenparken op zee worden gebouwd als dat er nu staan en dat voor één bedrijf. In Zweden kan dat wel door waterkrachtcentrales en windmolens.
Nederland zal niet zonder grote import van waterstof kunnen b.v. uit de Sahara. In bijvoorbeeld Marokko is de instraling van de zon veel beter. We produceren er voor 1 cent per kWh stroom. Met onze zonnepanelen hier kost het 8 cent. Offshorewind kost ongeveer 5 cent. Met wind in de Sahara en in Spanje is het 2 cent. Nederland zal energie in de vorm van waterstof moeten blijven importeren. Diat kan door ons aardgasnet.
Er is een tectonische verandering nodig. Onze samenleving is gebaseerd op koolstof (C) en daar moeten we vanaf. We gebruikten eerst steenkool, toen olie en toen gas. Daar moeten we in één generatie vanaf. De helft tot 2030, dan weer de helft tot 2040 en dan in 2050 vrij van fossile brandstoffen. |
Dat heeft grote consequenties voor landen en mensen die ervan afhankelijk zijn, maar biedt weer kansen voor anderen.
Groene energieleverancier Vandebron wil alle wind- en zonneparken, laadpalen en op termijn ook elektrische auto’s, warmtepompen, thuisbatterijen en alles wat stroom verbruikt via het Internet of Things (IoT) met elkaar verbinden. Met behulp van kunstmatige intelligentie (AI) kunnen dan vraag en aanbod van groene stroom precies op elkaar worden afgestemd.(2023)
Om te stoppen met gas- en kolencentrales en helemaal over te stappen op elektriciteit uit zon en wind hebben Nederland en Duitsland meer grote batterijen en meer groene waterstof nodig. Om stroomtekorten te voorkomen moeten bedrijven tijdens donkere en windstille periodes hun productie terugschroeven of stilleggen. Elektrische auto’s moeten dan minder laden en stroom terugleveren aan het net.
Hoofddoel
Het hoofdoel van de meejarige missie gedreven innovatieplannen (MMIP's) zijn:
innovaties te ontwikkelen die gebouwen gereedmaken voor een aardgasvrije warmtevoorziening en het versnellen van de opschaling van het aantal energierenovaties.
Deelthema's
Drie deelthema’s centraal:
a) Ontwikkeling van integrale renovatieconcepten
- Producten voor het verduurzamen van gebouwen met betere prestaties en lagere kostprijs dan huidige concepten.
b) Industrialisatie en digitalisering van het renovatieproces
- Een industriële productieaanpak
– gecombineerd met digitalisering en robotisering
– draagt bij aan de gewenste capaciteit, minder faalkosten en een verdere kostprijsreductie (door schaalvoordelen).
Er is een overstap nodig naar elektrische boilers, industriële warmtepompen, grootschalige productie van groene waterstof en het installeren van een centraal warmtenet met aquathermie. Dit vereist verzwaring van de netten. Dus wil men makkeliker procedures en garanties vanuit de overheid.
c) Gebouweigenaren en gebruikers centraal stellen bij energierenovaties
- Energierenovaties worden pas uitgevoerd als gebouweigenaren en -gebruikers hiertoe besluiten.
Het is dus noodzakelijk hun behoeftes en denkwijze centraal te stellen bij ontwerp, verkoop, uitvoering en nazorg (bv. proposities die aansluiten bij behoeften, ontzorging, financiering).
Het gaat over
1. Duurzame warmte en koude in de gebouwde omgeving
De warmtevraag is verantwoordelijk voor het grootste deel van het energiegebruik in de gebouwde omgeving (momenteel ongeveer 40%). Daarom is de uitdaging om het warmteaanbod te verduurzamen en prestaties, inpasbaarheid en betaalbaarheid sterk te verbeteren.
Innovaties in technologie, zoals:
(1) Warmtepompen (Stiller, efficiënter, kleiner, milieuvriendelijker)
(2) Afgifte-, ventilatie- en tapwatersystemen (Efficiënter, slimmer)
(3) Warmtebatterijen (Betere materialen, betere integratie)
(4) Duurzame warmtenetten (Naar LT, lagere kosten, meerdere bronnen)
(5) Thermische opslag (Wegnemen van belemmeringen, demonstratie)
(6) Geothermie (Opschaling en kostenreductie, veiligheid)
(7) LT-bronnen zoals aquathermie (Onderzoek, inpassing in slim en duurzaam warmtenet)
2. Elektrificatie van het energiesysteem in de gebouwde omgeving
Het elektriciteitssysteem komt steeds meer onder druk te staan door pieken in aanbod en door elektrificatie.
- Verbetering en herontwerp van het elektriciteitssysteem (opwek, opslag, conversie, transport en gebruik van elektriciteit). Zo kunnen lokale opwek, vraagsturing en opslag – mits goed afgestemd
– het landelijke energiesysteem ontlasten en stabiel en betaalbaar houden.
Door te kijken naar de verbinding tussen gebouwen en het energiesysteem, de manier waarop gebruikers flexibiliteit kunnen inzetten en het toekomstig ontwerp van de elektriciteitsinfrastructuur en de wijze waarop de gebruikers worden gekoppeld.
Verder wordt gekeken naar de handel van energie en het ontwerp van het energiesysteem.
Er moet onderwijs komen zodat men
(1) multifunctionele gebouwen en -energiesystemen kan ontwerpen,
(2) opwek kan integreren met opslag- en conversietechnieken en
(3) in staat is de koppeling te leggen tussen elektrotechniek, mechanica, materiaalkunde en productontwerp.
Daarom moet men:
1. Opleidingscurricula aanpassen om experts op te leiden met bovengenoemde capaciteiten (in samenspraak met ROC’s, hogescholen en universiteiten).
2. Huidige installateurs en bouwvakkers om- of bijscholen
3. Ontwikkeling van een bindend kwaliteitskeurmerk waaraan iedereen die een zonnestroominstallatie installeert moet voldoen
4: Nieuwe vormen van informeren en opleiden
5: Nieuwe manier van (individueel) verwarmen vraagt om andere vaardigheden
6: (Om)scholing van installateurs voor installatie en onderhoud van warmtepompen en afgiftesystemen
7: Grotere focus op IT vereist nieuwe en een verbreding van bestaande vaardigheden
Mede door flexibele sturing van apparatuur, meet- en regelsystemen, sensortechnieken krijgen hardware producten, zoals bijvoorbeeld een warmtepomp, steeds meer een IT- focus. Voor de installatie en onderhoud van zo’n systeem is het van belang dat een installateur kennis heeft van het meet- en regelsysteem én de mechanische onderdelen van de warmtepomp.
8. Optimalisatie van materialen voor warmteopslag (in warmtepompen of opslagvaten)
Fundamenteel onderzoek is nodig om betere materialen te ontwikkelen voor warmteopslag, met een hogere energiedichtheid (compacter) of over langere periodes opslaan. Dit onderzoek zal grotendeels plaats vinden aan universiteiten doormiddel van afstudeer- of promotieonderzoeken.
Inmiddels zijn 2400 organisaties aangesloten, investeerde men de afgelopen 8 jaar € 1 miljard in innovatieprogramma’s en stond men aan de wieg van 2600 innovatieprojecten.
aldus Manon Janssen, boegbeeld van de Topsector Energie.
Als de industrie ook van het gas af moet en gaan draaien op waterstof hebben ze vier keer zoveel elektriciteit nodig. Dat betekent heel veel.
De routekaart voor de industrie
Comfort as a service
Voor een vast bedrag per maand staat de verwarming op een comfortabele 20 graden.
De 61 nul-op-de-meter-woningen in de Utrechtse wijk Leidsche Rijn zijn voorzien van de duurzaamste energietechnieken: uitstekende isolatie, een warmtepomp, een slimme meter en zonnepanelen. Het energieconcept heet ‘comfort-as-a-service’: bewoners betalen een vast bedrag per maand voor een vaste energiebundel. Daarvoor krijgen ze een woning die gemiddeld op 20 graden verwarmd kan worden en 180 liter warm water per dag (voldoende om bijvoorbeeld 30 minuten te douchen). Een tegenvaller op de energienota als gevolg van een strenge winter behoort daarmee tot het verleden en ook als de installatie kapot gaat, maar eventuele winst is voor het energiebedrijf.
De energiehandel (2022)
In het oude model gaat de stroom van de zonnepanelen op jouw loods via energieleverancier A naar leverancier B naar het stopcontact van je buurman.
Omdat op dit moment maar de helft van de stroom duurzaam is opgewekt, komt de rest nog van centrales die op fossiele bronnen draaien zoals aardgas. En dat jaagt de prijs op. Want uiteindelijk wordt de prijs bepaald door de duurste energiebron. En uiteindelijk wordt alle elektriciteit verhandeld voor dezelfde prijs per uur. “En dat klopt niet”, zegt Nijpels. “Want wind- en zonne-energie kosten geen 400 euro per megawattuur.”
Op de marktplaats van Groendus kan dat rechtstreeks, zonder tussenkomst van een energieleverancier.
Dat kan doordat de opwekker en afnemer van duurzame stroom hier zogenaamde Power Purchase Agreements afsluiten. Dat zijn overeenkomsten over energieafname tussen twee partijen. De termijnen variëren van 1 tot 15 jaar. Ook kan voor deze termijnen een vaste stroomprijs worden afgesproken. Dat geeft veel duidelijkheid over toekomstige energiekosten en is gunstig voor de financierbaarheid van energieprojecten.
De opgave in de bouw
We hebben 7,7 miljoen woningen.
5 miljoen particulier
2,7 miljoen huur
17.000 wijken en buurten
Per dag moeten 1000 huizen van het gas af en dat aantal is ju 10.
Sociaal werkers spelen een belangrijke rol in de energietransitie
- Het is een maatschappelijk thema dus een kerntaak
- Je kent het bestaand netwerk in de buurt
- Je bent de spil tussen bewoners, thema's, sociaal en techniek
Naast de energietransitie kan het ook gaan over
- klimaatadaptatie
- hittestress, vergroening, biodiversiteit
- wateroverlast
- vervoer
- circulaire economie
Er zou een minor of een keuzedeel kunnen worden opzet over
Sustainable community development
- Kennis van duurzaamheidsvraagstukken
- Generieke kennis van techniek
- Communicty building opbouwwerk
- Social design
- Netwerken in de stad /bestuur
- Presenteren en voorzitterschap
De transitie wordt voor een deel betaald uit de opslag duurzame energie (ODE) goed voor 550 miljoen per jaar maar hoe meer je verbruikt hoe minder je betaalt. De grootverbruikers dragen zo relatief weinig bij. Tata steel (de grootste uitstoter) draagt helemaal niets bij vanwege vrijstellingen. Moeten we dat niet rechtzetten ?
Rotterdam, van het gas af in arme wijken (2021)
De stad Rotterdam staat voor een enorme uitdaging. In 2050 moeten 265.000 woningen van het gas af zijn. En dat in een stad waar de helft van de inwoners moet rondkomen van een laag inkomen volgens de definitie van het CBS. Energie-armoede is in Rotterdam een veelvoorkomend probleem. Ongeveer 17 procent van de Rotterdammers heeft moeite met het betalen van de energierekening. Of ze ervaren een te grote energielast. De energierekening neemt dan een te grote hap uit het besteedbaar inkomen waardoor ze andere dingen niet kunnen doen. De meeste mensen die lijden aan energiearmoede wonen in een slecht geïsoleerde huurwoning en moeten rondkomen van een minimum loon of uitkering.
Energiearmoede
Een van de doelen van de stad Rotterdam is streven naar een eerlijke en rechtvaardige energietransitie. Energiearmoede is wijd verspreid, door de hele stad komt het voor. Zij zetten simpelweg de verwarming niet aan en koken niet op gas omdat ze anders de rekening niet kunnen betalen.”
Aan de keukentafel
Samen met de gemeente en woningcorporatie Havensteder ontwierp Eneco een nieuw energiesysteem voor de wijk Bospolder Tussendijken. Daarin wordt de wijk in eerste instantie aangesloten op restwarmte van de industrie uit de haven.
Woningcorporatie Havensteder zorgt voor het vervangen van alle oude gasfornuizen van zijn huurders. Ook krijgen de bewoners een set nieuwe pannen voor hun elektrische fornuis.
Samen met zeven andere vrouwen gaat de stichting Pauw in wijken als Bospolder Tussendijken langs de deuren om bewoners te helpen hun energieverbruik te verminderen. Omdat het een groot voordeel is als je de taal van de bewoners goed spreekt, hebben ze allemaal een andere afkomst. “We hebben een Turkse in het team, een Marokkaanse, een Bulgaarse een Kaapverdiaanse en we zoeken nog een Poolse.”
De ingrepen die ze doen zijn kleine dingen zoals het plakken van isolatiefolie achter de radiator of het monteren van tochtstrips bij deuren en ramen. “Binnen een half uur heb ik vaak al drie - of vier verbeterpunten gezien.” De eerste maanden ging veel tijd op aan het winnen van vertrouwen. “We moesten vooral niet zeggen dat de gemeente en Eneco achter stichting Pauw zitten, dan ging de deur meteen weer dicht. Maar nu de mensen weten hoe we werken, gaat het heel goed. Nu spreken mensen mij aan. ‘Kom, kom,’ zeggen ze dan, ‘ik ga baklava maken. Kom mijn huis mooi maken.’
Warm water op rantsoen
De energiearmoede die Tourik tegenkomt is soms schrijnend. “Een man die weigert om de verwarming aan te doen terwijl zijn vrouw artrose heeft. Een gezin waar het warme water op rantsoen is. Mensen die niet meer koken omdat ze anders de energierekening niet kunnen betalen.” Ook komt ze veel andere problemen tegen. “Als je binnenkomt, zie je het vaak meteen. Aan de vloer, het behang dat van de muren bladdert. ‘Mevrouw, heeft u problemen’, vraag ik dan.”
Sinds 2000 is er op de werld 8 miljard megawattuur aan duurzame energie bij gekomen maar de vraag is 48 miljard toegenomen.
Met haar teamgenoten brengt Tourik verbeteringen aan in de woningen en helpt ze de bewoners tegelijkertijd met andere problemen. Dat loopt uiteen van het aanvragen van een rollator tot het wegsturen van een deurwaarder. “Ik ben een brug tussen de bewoners en die instanties.”
Voor de gebiedsgerichte aanpak ontving Rotterdam vanuit het Rijk een subsidie van 4,9 miljoen euro. Goed besteed geld vindt Thiry. “Bospolder Tussendijken is een voorbeeld voor Nederland, alleen moet het sneller en op grotere schaal. Maar daarbij moeten we niet de menselijke maat verliezen. Want die gesprekken aan die keukentafel zijn nodig als je de energietransitie wil laten slagen.”
De gedoefactor (term van Gerdien de Vries, klimaatpsycholoog TU Delft)
Gedoe vermijden we zoveel mogelijk, bewust of onbewust. Dus minder gedoe helpt.
Bij het verduurzamen van je huis moet je informatie vinden voor precies jouw type woning. Dat is gedoe. Doe ik wel een keer als ik tijd heb. Dus meestal nooit. Als je die informatie uiteindelijk hebt gevonden, wil je weten of je subsidie kunt krijgen. Waar moet je zijn? Gedoe. Een installateur zoeken. Gedoe. We kennen allemaal die verhalen dat er iets misgaat. En als je er dan eentje hebt gevonden, o gruwel, dan wil hij je huis in. Heel veel gedoe! Want dan moet je de zolder opruimen. Als je alle gedoe-factoren bij elkaar optelt, is de stress zo groot dat we geneigd zijn niets te doen. En dan heb ik het hier alleen nog maar over psychologische barrières.
Als je een nieuwe vaatwasser ontwerpt en de eco-stand is één van de opties is het gedoe dat in te stellen. Maak hem de standaardinstelling dat geeft minder geode.
Sommige gemeenten in Nederland hebben een 'energiecoach'. Die adviseert. 'Ontzorgt', heet dat dan. Prima, maar dat kan verder. Bij de belastingaangifte is het formulier van tevoren ingevuld. Stel dat je zoiets zou hebben voor woningisolatie! Je tikt je adres in en alle gegevens rollen er uit. Hoeveel zonnepanelen je kunt laten plaatsen, door welke installateur, op hoeveel subsidie je kunt rekenen. Of geeft ons uw voordeursleutel, u gaat een week naar Centerparcs en als u terugkomt, is alles klaar.
Gedragsverandering is moeilijk. Als je het in één keer doet, kan het ook in één keer erg tegenvallen. En dan kun je je daar weer tegen afzetten, want het lukt toch niet. Probeer je levenswijze rustig te veranderen: als je begint met sporten, kies je ook niet meteen voor een marathon. Maak de opgaven zó klein dat je succesjes kunt boeken. Op je werk? Zet je in voor meer vegetarische keuzes in de kantine. Thuis? Begin eens serieus met afvalscheiding. Scholier? Voer actie. Als dat lukt, dan heb je iets bereikt. Dat geeft al meteen een fijner gevoel.
Ook je omgeving kan helpen. Vertel wat je van plan bent. Zoals bij de Weightwatchers. Iedereen mag meekijken hoe jij probeert af te vallen. Of bij Stoptober. Verstokte rokers maken deze maand publiek dat ze proberen te stoppen. Dus vertel op Facebook bijvoorbeeld dat je een maand geen auto rijdt. Als je dan toch wordt gezien met de auto voelt dat niet goed. Als je de maand volmaakt juist wel. Wielrenners gebruiken Strava om hun prestaties met elkaar te vergelijken. Er worden nu apps ontwikkeld om zoiets mogelijk te maken met je ecologische voetafdruk.
Hoe is men minder gaan roken?
Grote gedragsveranderingen zijn teweeggebracht door de combinatie van informatie, wetgeving, prijs en omgeving. Overheid, fabrikanten, wetenschappers, journalisten, consumenten, we hebben allemaal een rol. Dus wetgeving en normering hoort er ook bij. Bij roken zag je dat mooi. Vroeger was roken normaal. Toen duidelijk werd wat het met je gezondheid doet, maakte de overheid met accijnzen sigaretten duurder. Reclame werd verboden. Je mocht niet meer in het café roken. Tegelijkertijd verschoven de normen. Vroeger zette de gastvrouw voor bezoek een glas met sigaretten op tafel, nu wijst ze op de baby die last kan hebben van de rook. Wie rookt er nog bij een ander in de auto? Er is geen wet die het verbiedt, maar je dóet het gewoon niet.
Hoe doet China het? (2021)
In zijn streven de CO2-doelstellingen te halen heeft de regering Xi Jinping het energieverbruik in China aan banden gelegd. Energie-intensieve bedrijven zijn gedwongen de productie drastisch te verlagen. Hierdoor kan het land de grote vraag naar elektriciteit niet meer bijbenen. Verschillende provincies hebben een maximum opgelegd gekregen dat ze aan energie mogen verbruiken. Dit leidt ertoe dat fabrieken, havens en inmiddels ook burgers in China soms dagen achtereen zonder stroom zitten.
Onze impact is maar 0,4 %. Heeft het wel zin ?
In 2024 sloot Engeland de laatste kolencentrale. Vanaf 2030 wil Engeland alleen nog duurzame energie opwekken.
Nederland heeft nog vier kolencentrales in 2024 maar in 2030 mogen er in Nederland geen kolen meer verstookt worden.