Open menu

Grootschalige intensieve industriele landbouw

Wat is er mis:

De landbouw
- vervuilt de bodem/water
- put fossiele brandstoffen uit
- ruineert vogelweides en oerwouden 
- energievretend kunstmest wordt moeilijker te maken
- de fosfaat- en kaliumvoorraden raken op

We importeren land- en  bosbouwproducten uit een gebied dat 4 maal zo groot is als Nederland of 8 maal zo groot als ons agrariesch terrein.

Als we al het geimporteerde hout hier zouden laten groeien heb je 2,3 x meer nodig dan al het agrarisch terrein in Nederland.
Voor rundvlees 1,7 x soja 1,2 x cacao 1,1 x.

2024: 

De landbouw moest van de EU gaan naar minder broeikasgassen, minder bestrijdingsmiddelen, minder kunstmest en meer biologisch. Zo'n 10 procent van de Europese uitstoot van broeikasgassen komt uit de landbouw. In tegenstelling tot veel andere sectoren neemt die uitstoot vrijwel niet af.

Ook het gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunstmest is de afgelopen tien jaar nauwelijks gedaald. Tegelijkertijd verkeert 81 procent van de beschermde natuurgebieden in slechte staat, evenals 39 procent van de beschermde vogelsoorten en 63 procent van de andere beschermde dier- en plantsoorten. Landbouw is daarbij veruit de belangrijkste drukfactor.


De grote spelers worden eng groot. 

Bayer, de één na grootste producent van pesticiden ter wereld wil Monsanto overnemen, de één na de grootste zadenproducent. Nog maar drie grote spelers beheersen dadelijk een groot deel van de markt. Bayer-Monsanto, Dow-DuPont en ChemChina-Syngenta. 60% van de zaden en de agrochemische markt. ‘Baysanto’ alleen al zou de eigenaar worden van vrijwel elke genetisch gemodificeerde plant ter wereld. Men wil de zaden- en pesticidenmarkt gaan domineren en de voedselproductie, -prijzen, en -kwaliteit wereldwijd gaan voorschrijven.

De grootste nieuwe kans voor voedselbedrijven ligt momenteel in de digitalisering van de landbouw. Dit proces staat nog in zijn kinderschoenen, maar krijgt steeds meer momentum, en zal uiteindelijk alle facetten van de industrie omvatten. Drones gaan pesticiden spuiten; vee krijgt sensoren om de hoeveelheid melk, beweegpatronen en voedselrantsoenering in kaart te brengen; tractoren worden bestuurd via gps en door apps gestuurde zaaimachines zullen de kwaliteit van de grond berekenen om de optimale afstand tussen zaaibedden en planten te bepalen. Big Data is big business

Om het maximale uit deze nieuwe technologieën te halen gaan de bedrijven die de keten toch al domineren onderling samenwerken. De combinatie van ‘big data’ over bodemgesteldheid en weer, nieuwe landbouwtechnologieën, genetisch gemodificeerde gewassen, en nieuwe ontwikkelingen in de agrochemie zullen deze bedrijven helpen meer geld te besparen, natuurlijke hulpbronnen te beschermen, en oogstopbrengsten wereldwijd te verder op te voeren.

Dat is misschien goed nieuws is voor een aantal van de grootste bedrijven ter wereld. Maar het laat de milieu- en sociale problemen van de industriële landbouw onopgelost. De meeste boeren, vooral in het mondiale zuiden, zullen zich nooit dure digitale machinerie kunnen veroorloven. De slogan ‘groei of verdwijn’ zal vervangen worden door ‘digitaliseer of verdwijn.’

Hetzelfde probleem van marktconcentratie doet zich ook voor in andere schakels in de keten, zoals bij handelaren in landbouwgoederen en supermarkten. En als de verwerking van voedsel nog niet op globale schaal gerealiseerd is wordt deze regionaal wel gedomineerd door firma’s als Unilever, Danone, Mondelez en Nestlé. Deze bedrijven verdienen meer geld aan volledig verwerkt gemaksvoedsel zoals diepvriespizza’s, soep uit blik, en kant-en-klare maaltijden, in plaats van vers.

Maar dit verdienmodel is ook nauw verbonden met obesitas, diabetes, en andere chronische ziekten. Nog erger is dat voedselbedrijven ook nog eens profiteren van de verspreiding van ziekten waarvoor ze gedeeltelijk verantwoordelijk zijn, door verwerkte voeding die is verrijkt met proteïnen, vitaminen, probiotica, en omega 3-vetzuren, als 'gezond' te marketen.

Ondertussen breiden grote bedrijven hun marktpositie verder uit ten koste van de basis van de productieketen: boeren en arbeiders. Regels van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) garanderen alle arbeiders het recht op organisatie, en ze verbieden kinder- en gedwongen arbeid en discriminatie op grond van ras of sekse. Maar overtredingen van arbeidswetgeving zijn de norm geworden. Inspanningen om ILO-regels af te dwingen worden vaak de kop ingedrukt. Leden van vakbonden worden routinematig bedreigd, ontslagen, en zelfs vermoord.

In dit vijandelijke klimaat worden minimumlonen, betaling voor overwerk en veiligheidsnormen op de werkplek openlijk genegeerd. En vrouwen zijn in het bijzonder in het nadeel omdat ze nog minder betaald krijgen dan mannen en het vaak moeten doen met seizoens- of tijdelijk werk.

De helft van de 800 miljoen hongerende mensen op de wereld bestaat uit kleine boeren of arbeiders verbonden aan de landbouwsector. Hun lot zal waarschijnlijk niet verbeteren als de weinige bedrijven die de sector nu al domineren, nog machtiger worden.

Aan de andere kant heeft de wereld 2 miljard ha verschaalde landbouwgrond die weer geschikt gemaakt kan worden. Dat is bijna 25 % van de beschikbare landbouwgrond.

We beginnen er achter te komen dat bestrijdingsmiddelen ook hun tol eisen. Ze worden soms maar slecht afgebroken en hopen zich dus op in de bodem. Ze verdampen of hechten zich aan fijnstof en komen zo bij ons binnen. Ook zijn er wel normen per bestrijdingsmiddel. Je mag maar een bepaalde hoeveelheid gebruiken maar als je dan overstapt op een ander middel mag dat. Er zouden normen moeten komen voor de totale hoeveelheid die gebruikt mag worden. Ook is vaak niet bekend wat het effect van coctails, van verschillende middelen door elkaar, is. 
Men vermoed dat er een relatie bestaat tussen Parkinson en bestrijdingsmiddelen. Dat viel op bij wijnboeren. 
Picksel teelt, stroken teelt, robots die onkruid verwijderen, andere teeltmethoden, gewassendiversificatie kan het gebruik van bestrijdingsmiddelen verminderen.