Open menu

 

Wat te doen en hoe?  (volgens Boudewijn Raessens van Fontys) en de gedoefactor (Geerdien de Vries Prof bijTU Delft)

Nooit meer met het vliegtuig, nooit meer vlees eten, consuminderen. Goedbedoelde maar onrealistische voornemens. Leg de lat liever iets lager: halveer het aantal vliegreizen en eet de helft minder vlees.

Beperk je tot je directe beïnvloedingssfeer. Maak een groot probleem kleiner, door een probleem op te splitsen in deelproblemen. Laten we ons daarbij richten op die deelproblemen waar we invloed op kunnen hebben. Daarmee creëren we voor onszelf een handelingsperspectief in plaats van ons te focussen op klimaatdoemscenario's.

Voornemens aan het begin van het nieuwe jaar.

Formuleer haalbare doelen. Vaak hebben we mooie voornemens aan het begin van het nieuwe jaar: 'Mijn voornemen is om voortaan op de fiets naar mijn werk te gaan'. Maar zodra het een keertje regent, wordt toch weer die auto gepakt. Je hebt een intentie, maar je zet niet door. Dit wordt de intention-action gap genoemd. De reden is een gebrek aan ambitie, waardoor het voornemen uiteindelijk niet wordt uitgevoerd. De beste optie is niet altijd het beste voornemen. Het is verstandiger de lat iets lager te leggen en je voor te nemen de helft van de keren op de fiets naar je werk te gaan.

Je reisgedrag

Pas je reisgedrag aan. Hanteer daarbij de 50 procent-reductie-regel. Halveer het aantal autokilometers en gebruik vaker de fiets en het openbaar vervoer. Halveer ook het aantal vliegreizen. Het mooie is dat je best een keer met de auto kunt en kunt vliegen. Bovendien is het beperken van autorijden en vliegen goed voor je portemonnee.

Je eetgedrag

Pas je eetgedrag aan. Verminder je vleesconsumptie, ook hier kun je de 50 procent-reductieregel toepassen, dat is ook nog eens goed voor je gezondheid. De belasting op het milieu van plantaardig eten is vele malen minder. Eet daarbij lokaal en van het seizoen.

Consuminderen

Zet consuMEREN om in consuMINDEREN. Het klinkt bijna té simpel, maar als je met de helft van je kleding twee keer zo lang doet, dan reduceer je de milieubelasting tot 25 procent! De gevolgen voor het milieu in positieve zin zijn enorm! Probeer anderen te inspireren en niet te bekritiseren.

'Een gevoelige snaar raken' helpt om mensen positief te beïnvloeden. Wijs op een schonere wereld voor hun (klein)kinderen. Help mee om zwerfafval in je buurt op te ruimen en/of begin een actie voor zonnepanelen in je wijk. Mensen komen vaak in beweging als anderen hen voor gaan, pak die voortrekkersrol.

Laat je stem horen bij verkiezingen

Laat je stem horen bij de volgende verkiezing. Met je stem kun je invloed uitoefenen op het politieke beleid om verdere klimaatverandering te voorkomen. We kunnen ons gedrag veranderen om verdere klimaatverandering tegen te gaan. Stop niet bij goedbedoelde voornemens, maar kom in actie en voorkom klimaat- stress bij jezelf. En als je het niet doet voor jezelf, doe het dan voor je (klein)kinderen.

Boudewijn Raessens is Associate lector Marketing bij Fontys Hogescholen in Eindhovendat wil niet zeggen dat je zelf niet al moet beginnen. 

Vier groepen

Er bestaan eigenlijk vier groepen

1. de vegetariers die ook niet meer vliegen
2. wel het huis verduurzaamd maar vliegen nog wel
3. je wil wel maar wacht nog even af
4. wil er niets mee te maken hebben

of

1. Je denkt het is toch al te laat
2. Je bent er verdrietig of deperssief door en wordt passief
3. Je bent boos ! Dat is mooi want dan kom je tot actie. Je kan daarin falen maar dat is niet erg.
    Je kinderen zullen zeggen dat je je best gedaan hebt.

Als je zegt ïk wil wel maar eerst moet de overheid en het bedrijfsleven aan de slag dan is dat OK maar dat wil niet zeggen dat je ook zelf moet beginnen.  

De problemen zijn onderling verweven en vereisen systeemveranderingen.
We hebben nu problemen in de zorg, pensioenen, arbeidsmarkt, energie, landbouw, mobiliteit, grondstoffen, bodem, stikstof, bouw, water, natuur etc. 
Daar zijn tien transities in nodig. Dat kost pijn, daar moeten we voor inleveren maar we komen er beter uit.
Dan krijgen we een duurzame, ciculaire, toekomstbestendige, sociale, rechtvaardige, prettige en gezonde samenleving. 

Tien transities, namelijk in
1. energie 2. grondstoffen 3. circulair 4.landbouw/voedsel 5. ruimtelijk 6. financieel 7.onderwijs 8.zorg 9. sociaal 10.democratisch.

Eigenlijk hebben we een crisiskabinet nodig met strategisch en inhoudelijk de beste mensen.
Polderen is goed voor kleine problemen. Voor de grote systemische moeten pijnlijke beslissingen genomen worden b.v. door een nationaal transitieteam dat samenwerkt met burgers (in burgerraden e.d.) Naar Jan Rotmans "de perfecte storm" 2023.

De gedoefactor (term van Gerdien de Vries, klimaatpsycholoog TU Delft)

Gedoe vermijden we zoveel mogelijk, bewust of onbewust. Dus minder gedoe helpt.

Bij het verduurzamen van je huis moet je informatie vinden voor precies jouw type woning. Dat is gedoe. Doe ik wel een keer als ik tijd heb. Dus meestal nooit. Als je die informatie uiteindelijk hebt gevonden, wil je weten of je subsidie kunt krijgen. Waar moet je zijn? Gedoe. Een installateur zoeken. Gedoe. We kennen allemaal die verhalen dat er iets misgaat. En als je er dan eentje hebt gevonden, o gruwel, dan wil hij je huis in. Heel veel gedoe! Want dan moet je de zolder opruimen. Als je alle gedoe-factoren bij elkaar optelt, is de stress zo groot dat we geneigd zijn niets te doen. En dan heb ik het hier alleen nog maar over psychologische barrières.

Als je een nieuwe vaatwasser ontwerpt en de eco-stand is één van de opties is het gedoe dat in te stellen.  Maak hem de standaardinstelling dat geeft minder geode.

Sommige gemeenten in Nederland hebben een 'energiecoach'. Die adviseert. 'Ontzorgt', heet dat dan. Prima, maar dat kan verder. Bij de belastingaangifte is het formulier van tevoren ingevuld. Stel dat je zoiets zou hebben voor woningisolatie! Je tikt je adres in en alle gegevens rollen er uit. Hoeveel zonnepanelen je kunt laten plaatsen, door welke installateur, op hoeveel subsidie je kunt rekenen. Of geeft ons uw voordeursleutel, u gaat een week naar Centerparcs en als u terugkomt, is alles klaar. 

Gedragsverandering is moeilijk. Als je het in één keer doet, kan het ook in één keer erg tegenvallen. En dan kun je je daar weer tegen afzetten, want het lukt toch niet.  Probeer je levenswijze rustig te veranderen: als je begint met sporten, kies je ook niet meteen voor een marathon. Maak de opgaven zó klein dat je succesjes kunt boeken. Op je werk? Zet je in voor meer vegetarische keuzes in de kantine. Thuis? Begin eens serieus met afvalscheiding. Scholier? Voer actie. Als dat lukt, dan heb je iets bereikt. Dat geeft al meteen een fijner gevoel.

Ook je omgeving kan helpen. Vertel wat je van plan bent. Zoals bij de Weightwatchers. Iedereen mag meekijken hoe jij probeert af te vallen. Of bij Stoptober. Verstokte rokers maken deze maand publiek dat ze proberen te stoppen. Dus vertel op Facebook bijvoorbeeld dat je een maand geen auto rijdt. Als je dan toch wordt gezien met de auto voelt dat niet goed. Als je de maand volmaakt juist wel. Wielrenners gebruiken Strava om hun prestaties met elkaar te vergelijken. Er worden nu apps ontwikkeld om zoiets mogelijk te maken met je ecologische voetafdruk.

Hoe is men minder gaan roken?

Grote gedragsveranderingen zijn teweeggebracht door de combinatie van informatie, wetgeving, prijs en omgeving. Overheid, fabrikanten, wetenschappers, journalisten, consumenten, we hebben allemaal een rol. Dus wetgeving en normering hoort er ook bij. Bij roken zag je dat mooi. Vroeger was roken normaal. Toen duidelijk werd wat het met je gezondheid doet, maakte de overheid met accijnzen sigaretten duurder. Reclame werd verboden. Je mocht niet meer in het café roken. Tegelijkertijd verschoven de normen. Vroeger zette de gastvrouw voor bezoek een glas met sigaretten op tafel, nu wijst ze op de baby die last kan hebben van de rook. Wie rookt er nog bij een ander in de auto? Er is geen wet die het verbiedt, maar je dóet het gewoon niet.

Wat moeten we misschien gaan laten.

Dat

we per vliegtuig aangevoerde peultjes uit Senegal eten,

we allemaal een auto voor de deur hebben staan,

we voor iedere scheet in die auto stappen, terwijl we makkelijk de fiets kunnen nemen,

we voor een weekje zon het vliegtuig naar Gambia nemen,

we in de zomer in gekoelde hallen kunnen schaatsen,

we autoracen als een normale sport zien waar de krant pagina's over volschrijft,

we 's winters aardbeien uit de kas kunnen eten,

we mobiele telefoons na twee jaar weggooien omdat de batterij is uitgeput,

we op elektrische fietsen rijden, omdat we te lamlendig zijn om zelf wat meer moeite te doen,

we tochtige huizen warm stoken in plaats van een trui aan te trekken,

winkeliers hun deuren wagenwijd open laten staan met de verwarming of de airco aan,

wachtende automobilisten bij de supermarkt de motor eindeloos stationair laten draaien,

Het energieprobleem is alleen op te lossen door minder te gaan produceren en minder te gaan consumeren. Het is een utopie te denken dat we onze energievretende levensstijl kunnen volhouden dankzij wat technische ingrepen. Er zal een flink stuk welvaart moeten worden ingeleverd. Daarvoor is een ingrijpende mentaliteitsverandering nodig. En die zie ik om me heen nog niet plaatsvinden.

Wat is nodig?

In de eerste plaats vraagt de energiecrisis om
- een progressief belastingsysteem, waarbij de extreme omzet van nutsbedrijven en fossiele grondstofproducenten belast worden. 
- subsidies en leaseconstructies voor mensen die een elektrische auto, zonnepanelen en warmtepompen willen aanschaffen, maar dat niet direct kunnen betalen.
- een universeel basisinkomen. Iedereen zou een eerlijk deel moeten krijgen van het nationaal inkomen.

In plaats van te betalen voor een apparaat, betaal je straks voor een dienst: temperatuur-as-a-service, bijvoorbeeld via leaseconstructies. Zo vermijd je grote initiële individuele investeringen.

Hopelijk gaat de overheid beprijzen met heffingen als een carbontaks, een stikstofheffing en een vettax,

Deel succesverhalen want dat zet mensen aan het ook te doen. 

De komende decennia worden een enorme kans voor innovatie, verrassingen en zelfs menselijke, spirituele groei. 

Hoe kan Nederland er over honderd jaar uitzien?