INLEIDING
Onder gevaarlijke stoffen verstaan we de stoffen waar een gevarensymbool op staat. Zij vallen in de categorieën, ontplofbaar, oxiderend, (zeer (licht) ontvlambaar,(zeer) vergiftig, schadelijk, corrosief, irriterend, carcinogeen, teratogeen, mutageen of voor het milieu gevaarlijk is.
Bij de omgang met gevaarlijke stoffen wordt gedacht aan de aankoop, de opslag, de registratie, het gebruik en de afvoer ervan.
DOEL
Zodanig omgaan met gevaarlijke stoffen dat de veiligheid van personeel en leerlingen gewaarborgd is en een zo gering mogelijke belasting van het milieu optreedt. Daarbij moet voldaan aan wet- & regelgeving en is het van belang het goede voorbeeld te geven aan de leerlingen. Tevens is het doel het gebruik ervan zoveel mogelijk te reduceren.
DEFINITIES
Gevaarlijke stoffen: stoffen met een gevarensymbool.
WERKWIJZE
WIE |
WAT |
WAAR |
WAARMEE |
WANNEER |
WAAROM |
|
1 |
Betrokkene |
bestelt de gevaarlijke stoffen en controleert of de verpakking deugdelijk en onbeschadigd is, en beschikt over de juiste etiketten |
bij binnenkomst |
om de middelen te kunnen gebruiken |
||
2 |
Betrokkene |
slaat de gevaarlijke stoffen op conform de regelgeving |
in daartoe uitgeruste opslagruimten (chemicaliënkasten, containers) |
indien meer dan 25 l of kg bijeen staat |
om de veiligheid te waarborgen |
|
3 |
Betrokkene |
registreert de hoeveelheid (eventueel het Cas nummers) de risico's (R/S zinnen) en de plaats van opslag |
in een register |
na aanschaf |
om de brandweer te kunnen overleggen wat zich aan gevaarlijke stoffen bevindt in de verschillende ruimten + om te bezien of reducties mogelijk zijn |
|
4 |
Betrokkene |
beschikt over de veiligheidsbladen (productinformatie) en is bekend met wat er moet gebeuren indien er iets mis gaat |
om juist te kunnen handelen bij calamiteiten |
|||
5. |
De docent of TOA |
ziet erop toe dat alleen personen boven 18 jaar zich in de opslagruimte mogen bevinden en dat overschenken daar niet plaatsvindt |
om calamiteiten te voorkomen |
|||
6. |
De betrokkenen |
trachten het gebruik van gevaarlijke stoffen zo veel mogelijk te beperken en trachten de milieubelasting zoveel mogelijk te reduceren |
b.v. door recycling, vetafscheiders, opvang |
bij gebruik |
om de milieubelasting zo gering mogelijk te maken |
|
7. |
De TOA's c.q. betrokkenen |
slaan afval van (milieu)gevaarlijke op conform wat is aangegeven op website www.kw1c.nl/afvalsite |
in de aangegeven opvangmogelijkheden al dan niet in de milieustraat of de milieucontainer |
na gebruik |
om te voorkomen dat de stoffen in het milieu terecht kunnen komen |
|
8. |
De TOA c.q. betrokkene |
waarschuwt de milieucoördinator |
op 919 of per e-mail |
per telefoon of e-mail |
indien stoffen moeten worden afgevoerd |
om één centraal punt te hebben dat zorgdraagt voor de afvoer van chemisch afval |
9. |
De milieucoördinator |
belt de planning van de afvalstoffendienst op 073-6280500 (Jeanne Bink) en faxt door wat moet worden afgevoerd op 073-6280599 en welke lege verpakkingen moeten worden neergezet |
binnen 2 dagen na in kennisstelling |
om de stoffen af te laten voeren |
||
10. |
De milieucoördinator |
zorgt voor de juiste etiketten |
op de af te voeren emballage |
voor afvoer |
omdat de emballage anders niet wordt afgevoerd. |
|
11. |
De milieucoördinator |
stelt de betrokkene op de hoogte wanneer de stoffen worden opgehaald en is daarbij liefst zelf aanwezig |
na overleg met de gemeente |
zodat de stoffen op de juiste manier worden afgevoerd |
||
12 |
De milieucoördinator |
zorgt ervoor dat op de lege emballage duidelijk staat aangegeven voor welke stoffen ze bestemd zijn |
via etiketten of markeerstift |
direct na plaatsing |
zodat het chemisch afval terecht komt in de emballage die daarvoor bestemd is. |
|
DOCUMENTEN
1. CPR 15-1
2. De veiligheidsbladen
REFERENTIES
ISO 14001 par. 4.4.6. Beheersing van de werkzaamheden
ISO 14001 par. 4.11 Monitoring en meten