2.2. Werk en denk circulair
Sinds op grote schaal fossiele brandstoffen zijn gaan gebruiken, werd het mogelijk grondstoffen in overvloed bemachtigen. Vandaar dat we artikelen gingen produceren die we vervolgens op de vuilnisbelt deden belanden. Er was geen reden om er verder iets mee te doen. We namen van de natuur, we maakten producten (mobieltjes) en gooiden ze weg. We take, make and create waste. Als je naar de natuur kijkt valt op dat die geen vuilnis en enorme afvalbergen produceert. In de natuur werkt alles via kringlopen. B.v. de water-, stikstof-, fosfor-, koolstof- en zuurstofkringloop. De stoffen (nutriënten) worden continu gebruikt, verwerkt, weer afgebroken en weer opnieuw gebruikt. Men noemt dat een metabolisme. Dat is duurzaam en kan altijd maar doorgaan.
Hoe kan het dat een kersenboom altijd maar kersen produceert terwijl in de winter ook nog eens alle bladeren van de boom vallen. De boom, maar zelfs heel de natuur werkt voornamelijk met C, H, O, N en P met een beetje S. (koolstof, waterstof, zuurstof, stikstof en fosfaat). Naast enkele spore-elementen. De verbindingen die er mee worden gemaakt zijn vervolgens weer afbreekbaar. Ze zijn biobased ofwel ze zijn door organismen gemaakt. Ze zijn ook gemaakt met het idee dat het ook weer afbreekbaar moet zijn. Er wordt zo min mogelijk gewerkt met (giftige) metalen als cadmium, koper, lood, zink en stoffen als chloor of fluor. Zo zouden wij ook alles zoveel mogelijk biobased en gifvrij moeten doen waarbij we al van tevoren ons af moeten vragen of e.e.a. na afloop wel afbreekbaar is en terug kan in de kringlopen (ofwel gifvrij is). Dus we moeten gaan doen aan design for disassembly.
Het materiaal moet in staat zijn de bodems weer te verrijken zodat er nieuwe gewassen kunnen groeien. Vandaar dat er ook geen gif in mag zitten anders komt dat uiteindelijk weer bij ons terecht.
Net als bij een boom moet je N, P en S terug geven aan de bodem. C,H en O niet want dat komt uit de lucht (CO2) of uit (regen)water. In de afbreekfase mag je daarvan via vergisting methaan (CH4) ofwel aardgas maken voor verwarming of elektriciteitsproductie. Zo zouden wij ook onze economie en bedrijvigheid moeten inrichten. We moeten producten maken, gebruiken en weer afbreken zodat de stoffen weer kunnen worden hergebruikt. Dat maakt je onafhankelijk van als maar duurder en schaarser wordende grondstoffen en schommelingen in de prijs van die stoffen. Men kan daarin onderscheiden stoffen die afbreekbaar en composteerbaar zijn en stoffen die dat niet zijn maar die wel recyclebaar zijn.
De eerste groep stoffen kunnen in de bio cyclus als maar hergebruikt worden en de andere groep kan dat in de zogenaamde techno cyclus. De bio cyclus
De zon schijnt op de akker. Er worden b.v. aardappelen gemaakt. Die aardappelen hebben een hele hoge opbrengst en groeien dus heel efficiënt. De stoffen die daar in zitten als zetmeel, eiwitten en vetten kunnen via bioraffinage worden omgezet in allerhande stoffen voor de industrie als bioplastics e.d. Ze bestaan uit C, H, O, N en, P en S. Die bouwstenen kunnen gebruikt worden in producten en aan het einde van het gebruik kunnen ze worden opgehaald en kan van de C en H aardgas gemaakt worden via vergisting. Het aardgas kunnen we dan gebruiken om op te koken of om huizen te verwarmen. Wat over blijft (het effluent) moet weer terug naar de bodem (N, P en S) zodat de aardappelen weer kunnen groeien. Een voorwaarde is wel dat er geen giftige stoffen in zitten anders vervuil je de bodems waar je weer je gewassen op wilt telen. Je hebt dan een bio cyclus opgebouwd die producten produceert op zonne-energie en waarbij de grondstoffen in een kringloop zitten.
Een voorbeeld is de kleding van Trigema. De katoenplanten zijn gekweekt vrij van giftige stoffen. Daar wordt kleding van gemaakt die ook gifvrij is. Na gebruik kan de kleding vergist worden (hetgeen aardgas oplevert) of gegooid worden op de composthoop waar het wordt afgebroken. De kompost of het effluent (= wat over blijft uit de vergisting) verrijkt de bodems weer zodat er weer katoenplanten kunnen groeien. Die groeien op zonne-energie en als de fabrieken die de katoen en de kleding maken ook draaien op duurzame (zonne)energie kan het proces als maar doorgaan.“ Shopping for clothing for ever” wordt mogelijk in de komende circulaire economie.Ook Puma heeft al schoenen die gifvrij zijn en op de composthoop kunnen. Na zes maanden is er vrijwel niets meer van over.
Als de fabrieken dan ook nog eens het water- en de lucht zuiveren, zijn gebouwd met hernieuwbare materialen en de natuur over het dak door laten lopen, leveren ze een positieve bijdrage aan het leven op aarde.
In de technocyclus maak je b.v. wasmachines die na gebruik weer worden opgehaald door de fabrikant en die vervolgens weer worden omgezet in nieuwe wasmachines. Zo krijgt de fabrikant de grondstoffen terug die hij nodig heeft.
Maar dat betekent eigenlijk dat je een wasmachine niet meer moet kopen om te bezitten. Als je gaat vliegen koop je ook geen vliegtuig. Wat als je b.v. 10.000 wasbeurten koopt en de fabrikant je het toestel in bruikleen geeft . Na de 10.000 beurten haalt de fabrikant het toestel weer op en krijgt zo de grondstoffen weer terug.
Als de machine kapot is zeg je tegen de fabrikant dat hij er maar voor moet zorgen dat je je 10.000 wasbeurten kan draaien. Voor de fabrikant wordt het dan zaak je een wasmachine te leveren die hij zo min mogelijk moet repareren. Je krijgt dus een goede wasmachine waarvoor je uiteindelijk de normale prijs betaalt minus de prijs voor de grondstoffen die de fabrikant nu niet meer hoeft aan te schaffen. Het wordt dan nog goedkoper ook.
Zo maakt Desso tapijten die ze na gebruik weer innemen en hergebruiken voor nieuwe tapijten. Desso heeft zelfs tapijten gemaakt die de lucht zuiveren en zo dus een nog positievere bijdrage leveren. Ze streven er naar de fabriek volledig op zonne –energie te laten draaien en water en lucht moeten de fabriek schoner uit gaan dan in.
Indien nu producten zowel stoffen bevatten uit de biocyclus en de technocyclus dan moet e.e.a. zo ontworpen worden dat het makkelijk te scheiden is. Closed loop design.
Op die manier moet het mogelijk zijn bijzonder veel grondstoffen te sparen en zoveel mogelijk van wat we maken, na gebruik inzetten om onze bodems gezond te houden (en niet uit te putten) of om weer nieuwe producten van te maken.
Als alles gifvrij gebeurt kunnen de cirkels blijven draaien net zoals de kringlopen waarop de natuur draait.
Het betekent dat we dus moeten nadenken over welke materialen we gebruiken. Of die afbreekbaar, composteerbaar of te vergisten zijn zonder gif. Wat dat betreft accepteert het Cradle to cradle concept ook gif dat zo is ingekapseld dat het niet gegeten of geïnhaleerd kan worden.
Of dat de stoffen weer kunnen worden hergebruikt. Daarbij moet het ontwerp zo zijn dat stoffen makkelijk gescheiden kunnen worden , zoveel mogelijk uit zuivere materialen bestaan en goed kunnen worden gedemonteerd. Dat heeft tevens het voordeel dan men makkelijk kan repareren. Design for disassembly.
Al veel bedrijven zijn daarmee bezig. Men noemt ze cradle to cradle producten. Het zijn producten die niet zijn gemaakt van de wieg tot het graf maar van wieg tot wieg.
Er bestaan al tapijten, behang, lampen, banken. kantoormeubelen, laptops, TV’s, glaswerk, schoonmaakmiddelen, schoeisel en kleding in.Men is ook al bezig met auto’s op die manier te produceren. Om een auto te maken van 1300 kg is 22.000 kg aan grondstoffen nodig. Dat moet en kan anders (zegt Ford). Men is aan het kijken naar auto’s op duurzame elektriciteit of waterstof met stoelen gevuld met sojaschuim en banden gemaakt van maïsplastic. Auto’s die geheel bestaan uit bio-afbreekbare materialen of uit technische materialen die weer grondstof kunnen worden. Je kan zien of een product zo is gemaakt aan het cradle to cradle label. Al tientallen fabrieken zijn er mee bezig en hebben cradle to cradle gecertificeerde producten.
Meer over een cradle to cradle spel is hier te vinden en onder 2.2.1. Circular economy en goede voorbeelden.
Indien je naar hele industriële systemen gaat kijken zouden die ook kunnen proberen de grondstoffen in de cirkels te krijgen. Je praat dan over circular economy. Daarin onderscheidt men ook de bio- en technocyclus in zijn vlindermodel.
In de biocyclus worden biologische grondstoffen gebruikt in allerhande producten die niet meteen op de afvalhoop gaan maar eerst op verschillende manieren worden hergebruikt in cascades (zie verderop).
Als de producten echt niet meer gebruikt kunnen worden kan men er eerst de waardevolle stoffen uit halen om het restant vervolgens te vergisten. Dan krijg je aardgas wat je weer kan gebruiken om stroom of warmte mee op te wekken.
Het effluent (wat over blijft) strooi je op het land om de bodems mee vruchtbaar te houden. Dan plant je er gewassen op en kan je weer oogsten. We moeten gaan naar herbruikbare of bio-afbreekbare verpakkingen. Als we de kringlopen in de biocirkel sluiten hebben we ook minder kunstmest nodig. Op dit moment gaat de kwaliteit van land achteruit en kost al 40 miljard per jaar met verlies van biodiversiteit en unieke landschappen tot gevolg.
In de technocyclus is onderhoud als eerste belangrijk, dan repareren wat mogelijk is, dan hergebruik en dan opknappen of opnieuw maken van producten. Als dat dan niet meer kan, ga je recyclen en de grondstoffen weer gebruiken voor nieuwe materialen en producten.
Bij circular economy behoudt de leverancier verantwoordelijkheid. Producten worden geleased of gehuurd. De fabrikant krijgt de producten weer terug en zorgt er voor dat de diensten waarvoor is betaald gewaarborgd blijven. Service en kwaliteit worden dan belangrijk. Daardoor krijgt de locale economie weer nieuw leven omdat reparaties en onderhoud van belang worden. Dat doe je niet als als de afstanden groot zijn. Het is dan ook goed dat componenten gestandaardiseerd worden en niet zozeer de producten. Dan wordt repareren eenvoudiger. Fabrikanten moeten proberen de kringlopen te sluiten. “Design out waste”. Men moet bij het ontwerp al kijken naar de fase waarin het product niet meer gebruikt wordt.
Nieuwe IT systemen gaan nauwkeuriger management mogelijk maken en het tracken en tracen wordt dan eenvoudiger. Je weet dan beter waar componenten vandaan komen en hoe ze zijn vervaardigd. De goods of today are the resources of tomorrow at yesterday’s prices.
Langzaam moet een groei economie gaan veranderen in meer doordachte maatregelen die welzijn en welvaart verhogen. Zo niet dan zullen energie en grondstoffen als maar duurder worden en moeten we naar een steeds overdadiger consumptie vaak met het afsluiten van leningen en schulden als gevolg.
Misschien moeten we over gaan tot materiaalpaspoorten voor producten waarin staat uit welke componenten ze bestaan. Naar materiaalbanken waar je allerhande materialen kunt krijgen. Of naar plekken waar materialen gescheiden en verzameld worden zodat fabrikanten ze weer kunnen gebruiken. Maar dan moet je wel effectief inzamelen en zou je weer lokaal moeten gaan produceren. Via de onderstaande website kan je tegenwoordig wasbeurten kopen i.p.v. de wasmachine.
Voor € 22,95 per maand kan je met Bundles super schoon én super duurzaam wassen. Want je krijgt een heel zuinige wasmachine van Miele, die we na trouwe dienst weer van top tot teen wordt hergebruikt. Hij wordt gratis aangesloten en je krijgt een app die helpt schoner te wassen en tijd/geld te besparen. Je krijgt de garantie op een werkend apparaat en je mag na één jaar altijd opzeggen. Je kan altijd blijven wassen. Want bundles zorgt voor en betaalt het onderhoud van je machine. En in geval van pech, dan fixt men het meteen.Vroeger ging en om met wasmachines als hier onder is weergegeven.
Vroeger ging en om met wasmachines als hier onder is weergegeven.
Bij wat grotere en duurdere reparaties werd het apparaat gewoon weggegooid bij het oud vuil.
Wat hier onder staat is al beter voor het milieu.
Zo lang mogelijk repareren, misschien tweede hands doorverkopen, gebruikte machines weer terug geven aan de fabkant die er weer nieuwe van maakt.
Tegenwoordig gaat het nog verder. De apparaten worden slimmer, doseren zelf (zo optimaal mogelijk) geven storingen door aan monteurs, helpen bij het oplossen van problemen en zijn zo gemaakt dat ze minder slijten, geen koolstofborstels meer hebben, ecologisch wassen, geen kalkaanslag meer kennen en bestuurbaar zijn via een app.
Naast Desso (tapijten), Puma (sportschoenen), Trigema (Kleding) Ford (auto's), Bundles (wasmachines) zijn allerhande andere industrien bezig met de circulaire economie als Philips met Circualr Lighting, Ahrend met schoolmeubilair dat je leaset of Ricoh die kopieermachines leaset en ontmantelt om onderdelen weer te hergebruiken. Ook zijn jeans te leasen als bij www.mudjeans.nl of via www.leaseajeans.nl
Wat betreft te onderstaande schema is er aan de kant van de reducenten / afval meer te zeggen.
We kunnen koffiedrap weggooien maar kunnen er ook shiitake paddestoelen op gekweekt worden. Of oesterzwammen. ''De shiitake is ook de koning van de paddenstoelen. Ze zijn rijk aan eiwitten en vitamines C en B12 en werken bloeddruk- en cholesterolverlagend. Bovendien hebben shiitakes een kankerwerend effect dankzij de stof lentinaan die het immuunsysteem versterkt.
Gunther Pauli heeft dit bedacht en heeft er veel over geschreven in zijn boek Blue economy.
Je kan misschien ook wel vleesresten aan botten op laten eten door maden en die weer voeren aan vissen of kippen. Die vissen zijn dan weer door ons te eten. Unilever hergebruikt alle afvalstromen uit meer dan 240 van haar fabrieken. Ze besparen er 200 miljoen mee en creëren er honderden banen mee. Men streeft eerst naar het produceren van zo min mogelijk afval en voor de rest bedenkt met hoogwaardige oplossingen. Verpakkingsmiddelen mogen niet meer op de stort of in de vuilverbrandingsoven. Ze moeten hoogwaardige andere toepassingen krijgen.
Omdat echte duurzaamheid zit in het circulair benaderen (in het benaderen vanuit de gedachte dat je moet werken met en in kringlopen) heeft men het tegenwoordig ook over circular use, circular education, circular economy, circular money en circular leadership ofwel circulair gebruik, onderwijs, geld, leiderschap en een circulaire economie.
Filmpje over Circular economy
Hier boven een super mooi filmpje over het hele beeld m.b.t. circular economy. Het heeft ook een Nederlandse ondertiteling. Start de film en ga dan op de onderste balk staan. Er verschijnt naast het figuurtje van een rad CC en klik daarop.
Dan zie je de Nederlandse ondertiteling.
http://tegenlicht.vpro.nl/bundel/onderwijs_overzicht/duurzaamheid.html is ook te gebruiken.
Basisbegrip 6 Leerdoelen
- je krijgt een algemeen overzicht van de pricipes van de circualire economie
- je gaat op onderzoek uit wat nodig is om producten te maken die gemakkelijk te repareren zijn, die opnieuw te vervaardigen zijn of die goed te recyclen zijn.
Bekijk het onderstaande prachtige filmpje van 3 minuten over circulaire economie en de metaalketen.
Meer over de circulaire economie is hier te vinden