De geefeconomie

Belastingen op grondstoffen in plaats van op arbeid, een basisinkomen en de geefeconomie en  kunnen ervoor zorgen dat ecologie en economie weer op één lijn komen, stelt Charles Eisenstein

De Amerikaan Charles Eisenstein heeft een nieuwe economische visie voor de wereld. Een wereld waarin geld en ecologie meer met elkaar in balans komen en niet alle economische waarde in geld wordt uitgedrukt. Geld moet weer in balans komen met de waarde van onze planeet.

Het voelde niet goed om werk te doen alleen maar om er meer geld mee te verdienen. Als je iets van iemand krijgt, gebruik je het of geef je het door aan iemand anders. Dat werkt anders met geld. Daarop kun je rente krijgen en dat stimuleert om het voor jezelf te houden. Je wordt rijk door hebben in plaats van geven. In een geefeconomie word je rijk door te geven; hoe meer je geeft, hoe meer je terugkrijgt. De ontvangers willen hun dankbaarheid tonen voor wat jij daarvoor al hebt gedaan.

In een geefeconomie worden goederen niet verkocht, maar gegeven zonder afspraken te maken over een eventuele beloning. Deze giften worden niet gegeven in ruil voor bepaalde goederen, geld of diensten, zoals dat in een markteconomie gebruikelijk is. In een geefeconomie zijn mensen geen concurrenten van elkaar. Als je ergens te veel van hebt, geef je het aan iemand anders die het nodig heeft. Zo krijg je respect en bestaansrecht en zelfs veiligheid. Wanneer anderen je dankbaar zijn, zullen ze later ook voor je willen zorgen. Doordat geld nu het betaalmiddel is, verdwijnt gemeenschapszin. Ondertussen zijn velen daar wel naar op zoek. Je moet elkaar echt nodig hebben. 

In een moderne samenleving is dat veel ingewikkelder, omdat we geen relatie hebben met de mensen van wie we spullen kopen. Als ik een iPad koop is dat duidelijk geen gift. Maar als ik besluit om die iPad niet aan te schaffen bij een grote winkelketen, maar voor een iets hogere prijs bij de lokale winkelier, dan is dat deels een gift. Ik ontwikkel dan een relatie met die winkelier. Als die iPad dan stukgaat vlak nadat de garantie was verstreken, wordt hij waarschijnlijk alsnog gemaakt.

Bij een gift is het niet altijd duidelijk of er iets tegenover staat. Ik leen bijvoorbeeld twee eieren aan mijn buurman, omdat hij ze niet in huis heeft. Die eieren hoeft hij niet meteen terug te geven, maar ik zal daardoor later makkelijker iets van hem durven lenen.

Het basisinkomen is het idee dat iedereen van overheidswege een bepaald inkomen zou moeten ontvangen, ongeacht andere inkomsten en zonder de verplichting om zich beschikbaar te stellen voor de arbeidsmarkt.

Door de mechanisatie zijn steeds minder mensen nodig om producten te produceren. Om werkloosheid tegen te gaan, moet er volgens de heersende opvatting van politici dus meer geproduceerd worden. Maar is dat onze toekomst? De planeet steeds verder uitputten? Moeten we niet minder werken in plaats van meer consumeren? Alleen betekent minder werken op dit moment minder salaris of werkloosheid.

Bij een basisinkomen bestaat de angst dat mensen niet willen werken. Dat ze vooral aan eigenbelang denken en alleen werken als ze hiervoor gecompenseerd worden. Dat was natuurlijk absoluut het geval tijdens de Industriële Revolutie, toen werk vernederend en gevaarlijk was, maar mensen willen elkaar helpen en willen iets creëren. Je wilt toch ook niet de hele dag alleen maar voor de televisie zitten en bonbons eten?

Door het basisinkomen heb je de ruimte om je tijd aan andere dingen te besteden. Er zijn genoeg dingen te doen die geen meetbaar resultaat opleveren, maar die wel erg waardevol zijn. Dan kun je denken aan het zorgen voor kinderen en ouderen, de natuur schoon maken, iets moois creëren.

In het huidige systeem wordt de meeste belasting geheven op arbeid en op verkoop. We kunnen dit verschuiven naar belasting op grondstoffen en vervuiling. Dit is een stimulans voor het creëren van niet-vervuilende productiemethoden. Fabrikanten zullen dan sneller geneigd zijn om spullen te maken die volledig recyclebaar zijn. Nu is het uitputten van grondstoffen goedkoop. Tenminste, het lijkt goedkoop, maar dat is het natuurlijk alleen op de korte termijn. Op de lange termijn heeft het een desastreuze invloed op de kwaliteit van leven en het kan zelfs de ecologische basis van beschaving te gronde richten. Geld moet weer op één lijn komen te staan met wat belangrijk en waardevol is voor onze planeet.

Economie en ecologie op één lijn krijgen, dat is nodig voor onze toekomst. In het westen van Amerika is momenteel enorme droogte, doordat er te veel water uit rivieren wordt gehaald. Als we hogere belastingen zouden heffen op het onttrekken van water, zouden we daar heel anders mee omgaan. Dan is het bijvoorbeeld niet langer rendabel om je auto voor weinig geld te laten wassen in een wasstraat. Dat soort waterverspillende bedrijfstakken zouden te duur worden. Een slimme ondernemer die een uitvinding doet zodat bij een bepaald productieproces geen water meer gebruikt hoeft te worden, zal in een dergelijk model rijk worden. Die kant moeten we op voor een betere wereld. Dit soort ‘green taxes’ zijn niet genoeg om het milieu te beschermen – soms is er gewoon wetgeving nodig om een tropisch bos voor kap te behoeden - maar het is een manier om economie en ecologie op één lijn te krijgen, en dat is nodig voor onze toekomst.