Inleiding
Economie is het voorzien in de materiele en immateriële behoeften van mensen.
De economie bestaat uit de staat en de markt of eigenlijk uit
- markt – ruil – concurrentie
- staat-herverderling-regelgeving
- communities-gift-samenwerking
Het kapitaal huurt arbeid in. De markt is de baby, het badwater kapitalisme
Het communisme gooit de baby (markt) met het badwater (kapitalisme) weg,
Maar..
Het belangrijkste is niet wat je koopt maar vriendschap/ kennis delen met anderen.
Mensen doen hele andere dingen dan dieren.
Mensen versieren het leven (kunst) en de creativiteit is veel groter.
We kennen waarde toe aan van alles.
We veraangenamen, versieren en verdiepen het leven
We hebben elkaar nodig in wederzijdse dienstverlening. Hono coöperns
Ieder mens telt.
Dat staat lijnrecht tegenover The business of business is business.
Wat is een economie
de netwerken van op creativiteit gebaseerde uitwisselingsrelaties tussen mensen waardoor we individueel en gezamenlijk het leven meer kwaliteit (waarde) kunnen geven dan we afzonderlijk kunnen doen. Eigenlijk is het gedeelde vreugde creëren
Doel
Het doel is dus gedeelde vreugde creëren. Maar dat je een goed leven hebt in een mooie samenleving. Thuis, je kinderen, prettige echtgenoot, goede vader/moeder, warme samenleving, solidariteit, zorg, zorg voor de natuur. Dat kan je allemaal niet kopen. Kan de overheid niet organiseren. Je kan een huis kopen maar daarmee heb je nog geen thuis
Veel wat belangrijk is realiseren we buiten de markt om. Maar daar gaat het vaak over kopen verkopen geld(maken), winst maximaliseren en de markteconomie.
Maar eigenlijk hebben we een economie omdat we
1. hulpbehoevend zijn en het nodig is ons leven te ondersteunen
2. creatief zijn en het nodig is dat we ons leven versieren, verdiepen (wat dieren eigenlijk niet doen)
De situatie vroeger
op onderdrukking gebaseerde organisatiestructuren waarin surplus dat mensen creëren voortdurend wordt afgeroomd naar een kleine toplaag, zodat die een kwaliteit van leven kan bereiken die absoluut onbereikbaar blijft voor het overgrote deel van de bevolking. (Eigenlijk is dat nog steeds zo en wordt het nog steeds erger hiermee).
Oude economen prediken ‘koopkracht’, ‘economische groei’ en ‘materiele vooruitgang’. ‘Economische vrijheid’ en ‘concurrentie’ zijn hun belangrijkste uitgangspunten.
Oude economen menen dat het streven naar groei van het Bruto Binnenlands Product (BBP) de efficiëntste manier is om welvaartsgroei te realiseren.
Maar het christendom zei al dat God geen keizer is maar een vader en jezus een timmermanszoon.
Vanaf 1100 vindt er een uittocht plaats uit feodale verhoudingen. De burgerlijke cultuur kwam op en uiteindelijk ook burgerlijke economie. Adam Smith had het over The wealth of nations of eigenlijk The wealth of people; Een economie voor iedereen
De situatie nu
wereldwijd kennen we nog steeds een enorme onttrekking van grondstoffen en materialen ook richting de natuur. We kennen een toenemende psychische ratrace en permanent dreigende verstoringen door mega-kapitaalstromen.
Daar staat tegenover dat
de groei van de voedselproductie groter is dan de groei van de wereldbevolking
consumptiegoederen in toenemende mate wereldwijd te krijgen zijn
er een wereldwijde herverdeling van arbeid plaatsvindt en
er een immense creatie van nieuwe functies en banen optreedt.
Maar kapitaal hoopt zich op. Belangentegenstellingen nemen toe. Aandeelhouders willen gewoon geld zien. Vaak gaan miljarden naar het opkopen van de eigen aandelen. Aandeelhouders speculeren veel en halen veel geld uit de maatschappij. Banken handelen met klotsend geld in allerhande (dubieuze) financiële producten.
Men heeft zorgen over te weinig kennis over de rol van geld en is bang voor de toenemende macht . van de vier grote internetbedrijven Amazon, Apple, Microsoft, Facebook.
Op een gegeven moment barst de bom en implodeert het kapitalistisch systeem.
In 2008 had je zo’n implosie van het kapitalisme
(Extreem) rechts wil minder grip op de economie. laat het aan de markt over. Maar ruimte voor bedrijven geeft minder innovaties. Door scherpe regels dwing je juist innovaties af. Bij lagere belasting investeren bedrijven niet in vernieuwing. Het is onzin dat de markt verdient en het publiek domein perverteert. Het is ook niet zo dat de markt beter aanvoelt wat mensen willen.
Het trickle down effect, iedereen profiteert van een economische groei is ook niet waar.
Wel in de jaren 60-70 toen we een heel sociaal beleid hadden.
Daarbij is weinig betalen voor arbeid is slecht voor de economie. Miljonair Nick Hanauer heeft in Seattle het minimumloon verdubbeld en nu is het de snelst groeiende lokale economie in de VS
Ongelijkheid
De ongelijkheid neemt enorm toe. Met geld is geld te maken en als je dan nog meer geld hebt is er nog meer geld te maken. De grote ongelijkheid kost de samenleving geld. Ongelijkheid is slecht voor de economie want bij meer gelijkheid zou Nederland 30 miljard rijker zijn.
Oplossingen
Omdat kapitalisme ongelijkheid veroorzaakt zijn er twee alternatieven
1. Een welvaartstaat maken met herverdeling via belasting op marktaktiviteiten
2. Een niet kapitalistische marktomgeving creëren zoals coöperatieve bedrijven (waar kapitaal werk is). Voorbeelden daarvan zijn United airlines, Tribune kranten, FrieslandCampina, Menzis windcoöperaties (Rabobank).
Nieuwe economen pleiten voor diversiteit. De economie wordt gezien als morele wetenschap, met contextafhankelijke politieke en sociale keuzes in plaats van wetten. Nieuwe economen beschouwen samenwerking en coördinatie als een voorwaarde om langdurende welvaart te realiseren. ‘Economische broederschap’ en ‘samenwerking’ zijn de uitgangspunten van nieuwe economen.
Nieuwe economen kiezen een fundamenteel andere benadering. Zij stellen nut en noodzaak van groei ter discussie. Het gaat volgens de nieuwe economen niet meer om een zo hoog mogelijke productie en verkoop van goederen. De juiste hoeveelheid goederen van de hoogste kwaliteit met zo min mogelijk gebruik van grondstoffen is hun doel.
Individuele economische vrijheid is in westerse landen verheven tot hoogste goed. Dit gaat ten koste van natuurlijke hulpbronnen en andere mensen. In deze vrijheidsvisie zijn medemensen concurrenten die moeten worden verslagen, het zijn te dure werknemers of het zijn consumenten waaraan te verdienen valt. Producten en diensten hoeven in deze oud economische visie niet nodig te zijn, maar moeten vooral worden verkocht. Meer geld is daarbij het doel. Maar geld is een middel tot iets anders. En tot wat dan?
Nieuwe economen beschouwen hun medemensen als broeders en zusters. Zij denken dat economische samenwerking nodig is om kringlopen te sluiten en productiviteitswinsten eerlijk te delen. Nieuwe economen zijn op zoek naar het evenwicht tussen materieel (hebben) en immaterieel (zijn), tussen het individu en de maatschappij en ecosystemen. Geld is in deze visie een middel om dit evenwicht te bereiken.
We zullen moeten gaan naar economisch burgerschap We moeten ons er veel meer mee moeten bemoeien. Er is collectieve actie nodig. Het leven gaat niet om macht of geld.
Dus concurrentie daar waar het nuttig is geen marktmacht. Meer transparantie
Regelgeving daar waar nodig. We moeten kijken wat het minimum aantal regels is dat nodig is om een goede zelfregulatie op te leveren. Hou belastingen progressief
Winst moet geen doel op zich zijn. Het moet gaan naar sociale ondernemingen en een inclusieve economie. Inclusieve globalisering. Er bestaan al convenanten op textiel, goud, hout, eiwitten om e.e.a. beter te regelen.
De economie is een complex systeem.
De complexiteitsleer is de leer van vervlochten systemen. Plex is vervlechting.
Complexe systemen bestaan uit
- meerdere heterogene vertegenwoordigers
- allerhande posities in het netwerk (network topology)
- zelforganisatie
- sociale normen
- emerentie
Het zwermgedrag van spreeuwen is een complex systeem. Uit onderzoek blijkt dat er maar drie regels zijn. Hou een bepaalde afstand tot de buren en twee regels die de vliegrichting bepalen. Uit de som krijg je de patronen. Van alles heeft die eigenschappen.
Men denkt en doet alsof de economie geen complex systeem is. Men denkt er te makkelijk over. Uit de interacties tussen verkeersdeelnemers of beurshandelaren etc., ontstaat collectief gedrag. Emergent gedrag dat de agents, de vertegenwoordigers, de spelers in het veld, weer beinvloedt.
Zoiets is te zien bij het obesitasprobleem. Daarbij ziet men gedragsbesmetting. Als je vaker dikke mensen ziet neem je het zelf steeds minder nauw. Langzaam gaat het zo steeds slechter.
De overheid is een ecosysteemdesigner klein maar krachtig
Bedrijven lopen weg van complexiteit. Ze kunnen een klein stukje heel efficiënt uitvoeren.
Onderwijs, klimaatverandering, werkeloosheid, ontwikkeling, veiligheid, schulden, financiële regulatie. Welk raamwerk moet je gebruiken om de problemen op te lossen. Dat van de controle over de economie, dat van de mensen die heilig geloven in de marktwerking of dat van de complexiteit. Vaker zal het neerkomen op dat laatste.
We hangen aan alles wat denkbaar is een prijskaartje, maar doen dat vreemd genoeg niet bij onze meest waardevolle grondstoffen, namelijk schone lucht, schoon water en een schone bodem. Sterker nog: we doen het tegenovergestelde. Vliegtickets zijn niet belast met btw, op kerosine zit geen accijns, ons grondwater is bijna gratis op te pompen en onze bodem mag worden platgespoten met bestrijdingsmiddelen. Kortom: bedrijven en particulieren mogen onze lucht, water en bodem vervuilen om er zelf winst mee te maken, terwijl de rekening bij de samenleving wordt neergelegd in de vorm van milieuvervuiling en klimaatverandering. Dat moet echt anders.
Het bovenstaande is samengesteld uit lezingen van
Arjo Klamer (hoogleraar culturele economie Erasmus Universiteit en tot voor kort wethouder): Overheid, markt, civil society en de oikos
Websie our new economy https://www.ourneweconomy.nl/over-one/
Meer lezen kan hier in een kort verslag en hier in een meer uitgebreid verslag van de bovenstaande sprekers.