Open menu

9. De procedure voor het inspecteren van PV-systemen.

In de NTA 8013:2003 staat:

voor aanvang van de werkzaamheden moeten het installatieschema en de overige documenten zijn goedgekeurd. Als aanvulling op het installatieschema moet weergegeven zijn:

-          m.b.t. het PV-systeem: de grootte, hellingshoek en oriëntatie.

-          m.b.t. de PV-modules: het aantal, de Pmpp, Uoc, Isc STC, Umpp STC, de tolerantie in Pmpp STC, de veiligheidsklasse van de modules, zoals de hoogst toelaatbare systeemspanning en de bevestigings- en toepassingsvoorschriften van de fabrikant.

-          m.b.t. de intverter(s), het aantal, het merk, type het Umpp–bereik, de IP-waarde en het toepassingsvoorschrift van de fabrikant.

-          de plaats (badkamer of zo)

De bouwinspectie

De bouwinspectie kan het beste worden uitgevoerd indien 10 % geplaatst is en aandachtspunten zijn

-          gebruik van materialen, de isolatie, de kabelloop, de ventilatie achter de modules, de bevestiging van de modules volgens het voorschrift van de fabrikant.

-          Indien er spanning op de PV-strengleiding staat, moeten de uiteinden zijn geisoleerd. Ook bij lage spanning is dit zeer belangrijk i.v.m. brandgevaar.

-          Scherpe voorwerpen mogen niet in aanraking komen met het PV-systeem. De isolatie mag niet beschadigd kunnen worden.

De opleveringsinspectie

 

Hetzelfde als hierboven staat aangegeven.

Metingen en beproevingen

Bij het uitvoeren van de metingen dient zoveel licht aanwezig te zijn dat de gemeten stroom van de PV-strengen ten minste 10 % van de nominale kortsluitstroom bedraagt. Met kan hierbij een opleveringsrapport gebruiken zoals is weergegeven in de NTA 8013.

Men check daarin of er een installatieschema, een bedieningsinstructie en een onderhoudsinstructie aanwezig is.

Aan de DC zijde checkt men of de PV-strengen volgens installatieschema gecodeerd zijn, de potentiaalvereffeningsleiding (indien aanwezig) is samengebundeld met de DC-leidingen, alle elektrische verbindingen in de stoppenkast in orde zijn (indien aanwezig), alle strengzekeringen (indien aanwezig) volgens schema zijn, de werking van de DC-schakelaar (indien aanwezig) is gecontroleerd, isolatiematerialen onbeschadigd zijn, materialen en componenten gebruikt zijn volgens installatieschema, de overspanningsbeveiliging volgens schema is uitgevoerd, waarschuwingsstickers aan de DC-zijde zijn geplaatst met “bevat niet afschakelbare spanningsvoerende delen “ “scheiders mogen alleen in stroomloze toestand worden bediend”.

De PV-modules worden gecheckt op

- modules in orde (niet gebroken of zo), het aantal komt overeen met het installatieschema, het merk en type komt overeen, de aarding van de ondersteunigsconstructie (indien aanwezig) is volgens schema, de IP-waarde elektrotechnische module aansluiting is in orde, de orientatie is OK en de hoek is OK,

Vervolgens dient men de strengen door te meten waarbij men aangeeft of het weer vrijwel onbewolkt, bewolkt of vrijwel geheel bewolkt is.

Men meet per streng Isc en Voc + controle van de stringzekering. Bij meer dan 20 % verschil moet de meting herhaald worden en indien het verschil blijft is de meting onvoldoende.

Daarna wordt de inverter bekeken op

Of de aarding van de inverter volgens schema is, of de werkschakelaar goed is, of de inverter afschakelbaar is in de ruimte waar die zich bevindt, en of na uitschakelen en weer inschakelen van de netaansluiting de inverter weer automatisch opstart en of de elektrische schroefverbindingen in de inverter in orde zijn.

Verder controle van het frequentievenster, het spanningsvenster, de reactietijd bij afschakelen, de wachttijd bij opstarten en aardfoutdetectie.

Verder dient men door te meten (indien mogelijk) Umpp,Impp, Uac, Iac, Pmomentaan .

  

In de meterkast dient men waarschuwingstickers geplakt te hebben aan de ACzijde met “voor het verrichten van werkzaamheden aan deze installatie moeten aanwezige PV-systemen worden vrijgeschakeld. Verder moet men de overstroombeveiliging controleren, bekijken of de potentiaalvereffening van het PV-systeem is aangesloten op de aardrail, de overspanningsbeveiliging goed is (indien aanwezig), in de meterkast duidelijk is aangegeven op welke groep het PV-systeem is aangesloten en materialen en componenten zijn gebruikt als aangegeven in het installatieschema.


10. Fout-herkenning en klantenservice

Vanuit de klant gezien is de reactie van de leverancier op problemen die zich voor kunnen doen even belangrijk als een goede installatie. Vaak ziet men dat de klantenservice niet erg toereikend is. Problemen met inverters, vooral als ze zich vaker voordoen kunnen niet opgelost worden op de plaats waar ze zijn geïnstalleerd. Vaak kan er niet direct contact opgenomen worden met de leveranciers van de losse onderdelen (als inverters) en menig maal is ook nog de juiste informatie niet aanwezig.

Het is absoluut noodzakelijk dat klanten een persoon hebben waarmee ze direct contact kunnen opnemen. Vandaar dat de installateur een belangrijke rol speelt in dit directe contact met de klant. Hij, zij moet een relatie opbouwen die vertrouwen wekt bij de klant door de professionele manier van werken. Professionele competentie betekent niet dat de installateur iedere fout moet kunnen oplossen maar wel dat hij/zij laat zien dat alle noodzakelijke handelingen om te komen tot een bepaling wat er fout zit kan uitvoeren. Indien er niet onmiddellijk een fout te ontdekken is moet er dringend met de fabrikant contact gezocht worden en moet men een goede beschrijving kunnen geven van wat er mis is. Vandaar dat we een checklist gemaakt hebben onder de kop:

 

“Wat doe ik als:”

 

10.1. Reactie op fouten - Wat doe ik als ?

Wat doe ik als:

De opbrengst van de installatie te laag is ondanks genoeg zonneschijn ?

 

Mogelijke storingsoorzaken

Maatregelen

De omgeving van de installatie

In de gelijkrichter springt de schakelaar aan tegen oververhitting

Grote beschaduwing van de installatie, schoorstenen, bomen etc

 

 

 

 

 

De omgeving van de installatie

Omgevingstemperatuur van de gelijkwisselaar is te hoog:

Temperatuur meten

De plaats van installeren veranderen.

Voor goede ventilatie zorgen

 

Bij de planning bekijken

 

De netaansluiting

De overspanningsbewaking springt aan

De overspanningsbewaking springt aan

 

 

 

 

De netaansluiting

De netimpedantie (de interne weerstand) is te hoog.

Diameter van de leidingen vergroten

 

Te zwak net
EVU informeren.

Zonnemodule

Vervuiling van de modules

Moduleaansluitingen kapot

Breuk in de verbindingen

 

 

Zonnemodule

Met helder water afspoelen

 

Losse modules doormeten

Losse modules doormeten

Testapparatuur inzetten
Strengen doormeten

PV-installatieaftakking

Kabelbreuk

Defecte strengzekeringen

PV-installatieaftakking

Meten van de strengspanning

 

Optische controle van de zekeringenhouder (de Leds)

Wisselrichter

Wisselrichter

Netzekering kapot
Slechte MPP-tracker

Ander onderzoek brengt geen uitsluitsel

Netzekering verwisselen

Geen mogelijkheid te vervangen

 

Technisch defect van het apparaat
Bel de leverancier

 

Wat doe ik:

indien de inverter regelmatig contact verbreekt ondanks overdadige zonneschijn ?

 

Mogelijke oorzaken

Maatregelen

De temperatuur om de inverter is te hoog. De loskoppeling bij te hoge temperaturen in de inverter werkt.

Meet de temperatuur
Kies een andere plek
Zorg voor genoeg ventilatie

De controle voor overspanning werkt

De netimpedantie (de weerstand op het net) i te groot. Vergroot de geleidende dwarsdoorsnede

De controle voor te weinig spanning werkt

Net te zwak

Stel het energiebedrijf ervan op de hoogte

Technisch defect aan de installatie

Bel de leverancier

   

 


10.2. Onderhoud van een PV-installatie

 

10.2.1 Verdeling van verantwoordelijkheden

 

Figuur 77: Overzicht van onderhoudsverantwoordelijkheden

 

10.2.2 Normaal onderhoud

Hier onder staat een schema m.b.t. normaal onderhoud.

 

Metingen

Tijds-
interval

Prioriteit

Mogelijke
fout

Metingen
oorzaken van fouten

Nodig voor

Open spanning in de streng

A + I

U

Spanning te laag

Check module verbinding
Controleer module

Functie

Kortsluitingsstroom

In de streng

A + I

U

Kortspuitingsstroom te laag

Check module verbinding
Controleer module

Functie

Spanning op de streng diodes

A + I

U

Spanningsverlies door diode ongelijk aan U

Controleer de contaten
Verwissel de diodes

Functie

Open spanning op de PV-verdeler

A + I

R

Spanning niet meetbaar

Controleer directe stroom van de netvoeding

Functie

Stralingsweerstand van de aarder

A

C

Stralingsweerstand te hoog

Verplaats de aarder
Vergroot de aarder
Controleer de verbinding naar PAS

Veiligheid

Isolatieweerstand van de modules

A

C

Isolatieweerstand minder dan 1 MW

Controleer aarde en kortsluitingsweerstand
Controleer de modules

Veiligheid

Oriëntatie van het rotatieveld

A

R

Geen klokwijs rotatie veld

Vervang twee externe geleiders

Kwaliteit

Boven- en onderspanning in de inverter

A + I

C

Geen ontkoppeling van de inverters tussen 0,7UN<UN<1,15UN

Controleer netbeveiliging
Neem contact op met de leverancier van de inverter

Veiligheid

           

 

A = acceptatietest
I = Inspectiecontrole elke twee jaar
C = verplicht
R = aanbevolen
U = urgent

 

10.3. Goedkeuringsinspectie door de installateur of inspectie ter plaatse

Inspecties

Technische randvoorwaarden

Richtlijnen

PV Generator

- Alle bedrijfsmiddelen minimaal IP 54

- Module: beschermingsklasse II
- Waarschuwingshandleiding indien niet beschermingsklasse II of beschermingslaagspanning

- elektrische eigenschappen van de module

- Weersgesteldheid

- Aarding

- Module naar Spec. Esti 503

Onderconstructie

- beoordeling van de dakdichtheid

- Mechanische belasting

- Corrosievastheid

- Beoordeling van de toegankelijkheid voor zonneschijn

- Aarding

Module aansluitleiding

- Beveiligingsklasse II (eenaderig en dubbel geïsoleerd.

- UV stabiel

- warmtebestendig

- geen grote lussen

- Leidingen direct naast elkaar

- Spanningsverlies < 1%

- Doorsnede voor maximale foutstroom.

Gelijkstroomhoofdleiding

- geen beveiligingsinrichting gebruiken

- juiste bedradingskentekening

- bekijk de aansluit- bedrading der modules

PV-installatieaansluitkasten

- Beveiligingsklasse II respectievelijk   uitgebreide aanrakingsbeveiliging

- Gevarenaanduiding

- aarde- en kortsluitingsbeveiligd. (spanningen ruimtelijk en constructief gescheiden)

Zekerigen in die aansluitkasten

- Uitleggen naar kortsluitingsstroom

- Trage zekeringen gebruiken

- in (+) en (-) tak

Strengdioden

- niet meer gebruiken

 

Overspanningsafleider

- tussen + en - der gelijkstroomhoofdleiding en aardspanning

- Dimensionering naar systeemspanning

Vrijschakelkast

- Beveiligingsklasse II

- kortsluitingszeker

- Installatie plaats bij WR

- DC-geschiktheid van de schakelaars

Wisselrichter

- Conformatieverklaring van de makers

- Conform EN 55011

- Omgevingstemperatuur niet overschreden

- ruisemissie

Aarde

- Leidingsdoorsnede >= 16 mm2

- Groengele kentekening

- met bliksembeveiligingsinstallatie

verbinden
- Aansluiting aan PAS

Teller

- aanloopverhouding en terugloopvergrendeling testen

testen

 

Dit lesprogramma is geschreven door

Maria Roos

Life e.V. Oekotechnisches Bildungszentrum

Dicksenstrasse 47  
D-10178
Berlin, Germany

  1. snafu.de

Rob de Vrind

Koning Willem I College

Postbus 122

5201 AC ‚s-Hertogenbosch

Netherlands

0031-73-6249919
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Het is mogelijk gemaakt via een subsidie van het duurzaam energiefonds.