Open menu

Terug 

De duurzame plafond- en wandmonteur

Flafonds G

De duurzame plafond- en wandmonteur moet verstand hebben van

- isolatie binnenzijde
- isolatie buitenzijde

Luchtdichtheid / dampdichtheid / aansluiting isolatiemateriaal / zorgvuldig aanbrengen / condensatie voorkomen

Montage prefab gevelelementen

Steeds meer gevelelementen worden in een geconditioneerde omgeving in een fabriek gemaakt. De invloed van wind en regen worden zo uitgesloten. De kwaliteit van de elementen wordt in de fabriek gecontroleerd. Het is van belang dat de elementen goed gemonteerd worden op de bouwplaats om uiteindelijk een energiezuinig, gezond en comfortabel gebouw te maken en kwaliteitsproblemen te voorkomen. 
 
Voor de montage van gevelelementen is het van belang dat de elementen goed aansluiten op het bouwkundig kader. Dit stelt eisen aan het bouwkundig kader, aan de gevelelementen, aan de verbindingsmiddelen en afdichtingen.

Ingangscontrole van de prefab wandelementen is belangrijk.
Afdichtingen, folies en waterkeringen aanbrengen/controleren;
Verankering, bevestiging en tijdelijke ondersteuning prefab elementen aanbrengen; 
Beschermen van element na plaatsing.

Voor kennis over isolatiewaarden Rm, λ en d etc zie hier
Voor kennis over koudebruggen zie hier

Goede aansluiting

Sluit de gevel goed aan. Het element zal bewegen ten opzichte van het skelet door:

- windbelasting
- kimpen en uitzetten door temperatuurwisselingen   
- krimp van het skelet 
- krimp van het materiaal 
- doorbuigen van vloeren 

Luchtlekken zorgen voor warmteverliezen en hebben invloed op het energiegebruik. Een goede aansluiting van de gevel op het bouwkundig kader is dus van groot belang. Hoe zie hier

Naast energiebesparing zijn de belangrijkste redenen om luchtdicht te bouwen:

• Voorkomen van tocht (comfort)
• Voorkomen van vochtproblemen
• Realisatie van een goede geluidwering.

In het kader van de kwaliteitsborging moet aangetoond worden dat de aansluitingen goed zijn uitgevoerd. Dit moet gebeuren tijdens de montage. Achteraf herstellen van slechte luchtdichte aansluitingen kost veel tijd en geld. Als het al mogelijk is.

Bij het plaatsen van prefab elementen moet veilig gewerkt worden. Hierbij is vooral het veilig werken op hoogte en het veilig hijsen en aanslaan van de elementen van belang.

Luchtdichtingsmaterialen

Bij de keuze van de luchtdichtingsmaterialen moet gekeken worden of de dichting in de voeg of opening gedurende de levensduur de afdichtende functie behoudt. Hier moet rekening gehouden worden met:

• Duurzaamheid;
• Elasticiteit;
• Uitzettingscoëfficiënt van het bouwdeel in combinatie met de maximale toelaatbare vervorming van de afdichting;
• Optredende temperatuurverschillen;
• Verwachte krimp door droging of zwelling door vocht;
• Bouwtoleranties;
• Toepassingsgebied.

Veel gebruikte luchtdichtingsmaterialen bij montage prefab lichte gevelelementen zijn:

• Schuimbanden; PUR-schuim;
• Tapes en plakbanden;
• Dampremmende lagen (die veelal al fabrieksmatig gemonteerd zijn, maar die wel overlappend gemonteerd moeten worden en afgeplakt);
• Manchetten voor doorvoer van leidingen, kabels en kanalen.

Dampremmende laag 

Hoe hoger de temperatuur van lucht, des te meer waterdamp kan worden opgenomen.

Vochtige lucht kan condenseren tegen een relatief koude oppervlakte (koudebrug). De constructie wordt dan vochtig. Hierdoor kan schade ontstaan en kunnen schimmels groeien. 

Het is ook essentieel dat warme vochtige binnenlucht niet kan condenseren in de constructie van het prefab wandelement. 

Er dient dus zorgvuldig omgegaan te worden met de dampremmende lagen aan de binnenzijde van het element. Beschadigingen en luchtlekken kunnen leiden tot vochtproblemen in de constructie.

Vochtremmende laag

Om vocht buiten de constructie te houden zijn er waterkerende lagen op de elementen aangebracht.

 
Het is belangrijk dat de waterkerende lagen na plaatsing van de elementen overlappend verbonden worden. 

 

 

 

Soorten

Er zijn verschillende soorten prefab gevelelementen van hout, metaal en kunststof. Enerzijds kan onderscheid gemaakt worden tussen dragende elementen en niet dragende elementen. 

Dragende gevelelementen houdt in dat het element meewerkt om het dak of de verdiepeng(en) erboven te dragen. Het element heeft een constructieve functie.

Bij dragende gevelelementen die onderdeel vormen van een totaal gebouw met een lichtgewicht constructie (bijvoorbeeld een complete houtskeletbouwwoning) heb je te maken met een aansluiting op een begane grondvloer.

Hiervoor wordt een stelregel/stelblokje toegepast of een uitgevlakte waterpas aangebrachte betonvloer, waarop de wanden kunnen worden gemonteerd.

De krachten moeten constructief hier via de vloer naar de fundering worden overgebracht. 

Niet dragende elementen zijn elementen die gevelsluitend zijn maar geen dragende functie hebben. 

Houtskeletbouwelementen zien er in het algemeen als volgt (van binnen naar buiten) uit:

• Eén of meerdere binnenbeplatingen (zoals bijvoorbeeld gipskartonplaat, OSB, triplex);
• Dampremmende laag (niet indien er sprake is van een damp-open constructie);
• Houten draagconstructie;
• Thermisch isolatiemateriaal tussen de houten draagconstructie.

Hierna kunnen een aantal mogelijkheden voorkomen:

• Extra waterwerende isolatieplaat voor de houten draagconstructie afhankelijk van de thermische eisen;
• Waterwerende en dampdoorlatende laag (niet indien er sprake is van een damp-open constructie);
• Waterwerende beplating.

De prefab houtskeletbouwelementen kunnen geleverd worden met of zonder gevelbekleding. Indien zonder afwerking geleverd, dan wordt op de bouw de beplating of het metselwerk aangebracht.

De houtskeletbouwelementen kunnen al vanaf de fabriek voorzien zijn van wandcontactdozen, bedrading en voorzieningen voor installaties. Hiervoor kan een aparte leidingspouw aan de binnenzijde opgenomen worden. 

Prefab staalframebouw elementen hebben veel gemeen met houtskeletbouwelementen.

In plaats van een houten draagstructuur bestaat de draagstructuur uit koudgevormde C- en U-Profielen van 1 tot 4 mm dik.

De samenstelling van de staalframebouwelementen is in het algemeen als volgt (van binnen naar buiten):

• Eén of meerdere binnen beplatingen (zoals bijvoorbeeld gipskartonplaat, OSB, triplex);
• Dampremmende laag;
• Stalen C- en U-profielen;
• Thermisch isolatiemateriaal tussen de stalen profielen;
• Waterwerende isolatieplaat voor de stalen draagconstructie. Hierdoor wordt de invloed van de warmtegeleiding van de stalen profielen van buiten naar binnen zeer beperkt. 

Er is een duidelijk verschil tussen het bouwen met prefab staalframebouw elementen en het bouwen met een staalconstructie (staalskeletbouw).

• Staalframebouw gebeurt met complete panelen voor wanden, gevels en daken. Aan de basis daarvan staan frames van koudgevormde C- en U-profielen, gemaakt uit dunne staalplaten;
• Staalskeletbouw is het bouwen met stalen warmgewalste liggers en kolommen. Dit skelet wordt bekleed met wanden, vloeren en daken.

Schoren

Losse elementen zijn gevaarlijk. Ze kunnen omvallen of omwaaien. Daarom is het belangrijk om schoren te plaatsen. Bij ingewikkelde constructies kun je wel eens heel lange schoren nodig hebben die ook met een kraan geplaatst moeten worden. 

Spreek van te voren goed af waar de schoren geplaatst moeten worden, hoe ze vastgezet worden en wanneer ze weer verwijderd worden.

schoren
Gebruik bijvoorbeeld bij kanaalplaatvloeren speciale kanaalplaatankers. 

Bij het bevestigingsmiddel staat ook beschreven met welk moment deze aangedraaid mag worden. Gebruik hiervoor een momentsleutel.

Steeds meer moet de bouwer garant staan voor kwaliteit gedurende de garantieperiode. Die kan duren tot jaren na oplevering. 

Herkennen van problemen 

Let op:

• Beschadigingen prefab elementen;
• Maatvoering bouwkundig kader en prefab gevelelementen;
• Vlakheid en waterpas vloer / stelregel bij dragende elementen.

Daarnaast herken je ook:

• Ongewenste contactbruggen tussen elementen;
• Afdichtingen onjuist geplaatst, beschadigd of niet aanwezig;
• Waterkerende / werende lagen onjuist geplaatst, beschadigd of niet aanwezig;

• Verankering onjuist.

Voor pratische vaardigheden kan je de onderstaande cursussen volgen.

Hijsen en aanslaan

Montage

 Wat moet de duurzame wand- en plafondmonteur kunnen:

WandmonteurWandmonteur2

Terug