Circulair bouwen
Circular economy en cradle to cradle in de bouw.
BOUWEN WORDT MONTEREN, SLOPEN WORDT DEMONTEREN.
De bouw zorgt voor 40 % van ons afval en maar 7 % ervan wordt hergebruikt.
Hergebruik hangt af van
toepasbaarheid
betaalbaarheid
beschikbaarheid
demonteerbaarheid
CO2 equivalente uitstoot
hergebruik
levensduur
isolatiewaarde
Nu is slopen een zuiver economische overweging, terwijl het de moeite waard kan zijn om ook naar andere aspecten te kijken. Als het mogelijk is om een huis te renoveren en toekomstklaar te maken, is dat dan niet beter? Sommige huizen zullen, ook met oog op de energietransitie, niet renoveerbaar zijn. Maar probeer dan in ieder geval verantwoord te slopen en zoveel mogelijk onderdelen opnieuw te gebruiken. Bedrijven als New Horizon laten zien dat dat kan.
Bij de sloop van een ziekenhuis werd
Hardhouten stootranden -> 80 tot 90 buitendeuren
Kabelgoten -> opnieuw verkocht door de groothandel
Gipsplaten ->herbruikt als binnenplaat
Beton -> terug naar de basisstoffen
Bakstenen -> vermalen tot nieuwe bakstenen
Als een gebouw aan het einde is van haar levensduur wordt een gebouw meestal gesloopt en worden de materialen gerecycled. Het zou beter zijn de materialen te hergebruiken. Het zou beter zijn dat het gebouw eenvoudig uit elkaar te halen is. Al bij de bouw nadenken over wat gedaan kan worden met de materialen na gebruik. Het zou ontwerpen dat materialen in de bouwkringlopen kunnen blijven (met zo min mogelijk moeite).
Voordat je denkt aan de sloopfase moet je proberen gebouwen zo neer te zetten dat ze gemakkelijk kunnen worden aangepast aan nieuwe gebruikers of functies. Adaptief bouwen. Bij woningen kan men in dat geval denken aan levensbestendig bouwen. Zo bouwen dat mensen op oudere leeftijd er ook kunnen blijven wonen.
Hou er ook rekening mee dat de draagconstructie - 60 tot 200 jaar mee gaat; de gebouwschil - 30 tot 60 jaar; de installaties - 5 tot 30 jaar en het inbouwpakket - 5 tot 20 jaar (het interieur).Hou installaties vrij van de draagconstructie en de gebouwenschil. Dan ben je flexibeler.
TNO heeft een nieuwe rekenmethode gemaakt waarin rekening wordt gehouden met de prijs van de grondstoffen, de kwaliteit van het materiaal, transportkosten en onderhouds- en reparatiekosten. Zie hier. Men voorziet dat zo een incentive ontstaat om niet te gaan slopen, maar te demonteren en ook na te denken over de losmaakbaarheid of ’lego-lisering’ van het design van de verschillende producten. Ook kan men denken aan een leasemodel, of een terugkoopmodel. (2019).
Je kan ook kijken naar https://www.circulairegebouwen.nl/ waar je je postcode kunt invullen en dan krijg je allerhande data over je woning, instelling of school.
In 2014 sloten 40 partijen een Green Deal door een bijdrage te leveren aan het realiseren van een circulaire economie via een vertaalslag naar gebouwen. De circulaire economie draait om het slim gebruiken van grondstoffen, producten en goederen, zodat deze oneindig hergebruikt of gereproduceerd kunnen worden. Voor gebouwen betekent ‘circulair’ bijvoorbeeld dat materialen niet alleen hergebruikt worden, maar ook dat het gebouw ‘flexibel’ ingezet kan worden.
Het is gericht op een minimaal gebruik en hergebruik van grondstoffen, producten en goederen en het ontwikkelen van een gebouwenpaspoort en toepassing hiervan op pilot-gebouwen. Hiervoor zijn al diverse gebouwen ter beschikking gesteld door onder andere ABN Amro en KPN (kantoorgebouwen), de provincie Utrecht (monumentaal gebouw) en HEVO (onderwijsgebouw). Ook Alliander stelt een gebouw beschikbaar voor de pilot, het kantoor in Duiven.
In 2023 wil de Nederlandse overheid volledig circulair aanbesteden, om dat te kunnen bereiken moet het grondstoffengebruik fors worden teruggedrongen. Voor de bouw betekent dit een hoogwaardiger hergebruik van materialen, een andere aanpak in ontwerpen, produceren, bouwen en andere manieren van samenwerken.
Er zit veel waarde in de reststromen van bouw-, sloop- en elektronisch afval. Toch gaat ongeveer de helft hiervan verloren. Dr2 New Economy en Metabolic hebben voor de MetrolpoolRegio Amersterdam (MRA) kansrijke reststromen geïdentificeerd. Het vinden van oplossingen met partners is een volgende stap richting een circulaire economie. Er is onderzoek gedaan naar ‘urban mining’ , voor afgedankt hout en isolatiemateriaal maar ook batterijen en verlichting. De conclusie is dat er veel waarde is opgeslagen in de regio en dat er jaarlijks veel beschikbaar komt. Zo ligt de waarde voor bouw en sloop op ongeveer € 688 mln en voor elektronisch afval op € 144 mln.
Ongeveer de helft van deze reststromen gaat nu echter verloren. Tijdens de verwerking wordt het materiaal namelijk niet optimaal benut. Men zoekt naar potentiële oplossingen en nieuw technologieën met mogelijke verdienmodellen.
100 procent circulair grondstoffengebruik in 2050. Het in 2017 ondertekende nationale grondstoffenakkoord moet daartoe leiden. Men vindt dat het niet ver genoeg gaat door gebrek aan regie. Stilstand, of erger nog, achteruitgang dreigt. Het gebrek van de juiste mensen aan tafel is gevaarlijk, want als bestaande expertise onbenut blijft heeft dat negatieve gevolgen op ons gezamenlijke ambitieniveau en uitvoeringskracht.
Voor een succesvolle transitie is de balans tussen de complexe theoretische materie en de eenvoud en het pragmatisme van de praktijk essentieel.
Men zou pilots moeten opschalen om daarvan te leren en we moeten durven fouten te maken.Juridische belemmeringen moeten worden weggehaald. Materiaalpaspoorten moeten verplicht gesteld worden. Dat is essentieel om de (economische) infrastructuur voor een circulaire bouweconomie verder vorm te geven. Men wil financiële prikkels om het economisch aantrekkelijk(er) te maken om circulair te bouwen. Een circulair gebouw is meer waard en dus moet je er meer onroerend goed belasting voor betalen. Dat kan toch niet.
De lidstaten van de Europese Unie recyclen ongeveer 95 procent van het bouw- en sloopafval. Dit klinkt goed, maar in een circulaire economie is het doel om afval te voorkomen. Om een circulaire bouweconomie te krijgen, moet de hele ontwikkel- en bouwketen meewerken; van ontwikkelaars en bouwers tot eindgebruikers. Wat tegen zit zijn de bedrijfscultuur, regelgeving, de markt, technologie en voorlichting.
De markt zou circulair bouwen voorrang moeten geven boven lineair bouwen. De kosten voor een circulair gebouwd gebouw liggen nu hoger dan die van een lineair gebouwd gebouw. Dat komt onder andere doordat grondstoffen voor eenmalig gebruik goedkoper zijn dan circulaire grondstoffen. Circulaire materialen en producten zouden even goed of beter moeten zijn dan hun lineaire tegenhangers.
Regeringen moeten inzetten op circulair bouwen door een duidelijke visie te creëren op circulair bouwen en bedrijven daar op af te rekenen. Ook kunnen duidelijke inkoopvoorwaarden vanuit de overheid helpen. In Nederland zijn de diverse overheden opdrachtgever van 15 procent van alle bouwactiviteiten. Daarnaast kan er ook wetgeving worden aangepast om nieuwe businessmodellen te stimuleren.
Elphi Nelissen definieert circulair bouwen als de constructie, het gebruik en hergebruik van gebouwen, gebieden en infrastructuur zonder het
- onnodig uitputten van natuurlijke hulpbronnen
- vervuilen van de omgeving
- negatief beinvoeden van ecosystemen
Op een manier die economisch verantwoord is en bijdraagt aan het welzijn van mens en dier.
Hier daar, nu en later.
De vraag naar secundaire grondstoffen neemt steeds verder toe. Secundaire grondstoffen zijn herwonnen stoffen uit eerder toegepaste grondstoffen of afvalstoffen die, door een behandeling of proces opnieuw als grondstof kunnen worden gebruikt. Meestal gebeurt dat nadat ze zijn ingezameld, gescheiden, gesorteerd, geprepareerd of bewerkt en tenslotte opnieuw worden verwerkt tot grondstof.
We zijn op de goede weg, al is 100 procent circulaire materialen nog ver weg. Er is altijd iets van verlies als je gebruikte materialen wilt terugbrengen in de keten, of je moet er virgin materiaal aan toevoegen om er weer nieuwe producten van te maken.
Bouwmaterialen die we nu willen hergebruiken of recyclen, zijn soms al vijftig jaar geleden gemaakt. Toen werden er andere grondstoffen gebruikt, die we vandaag de dag niet meer in nieuwe producten willen toepassen. Deze moeten dus uit de keten worden verwijderd. Neem bijvoorbeeld de kunstgraskorrels waarvan we een paar jaar geleden ontdekten dat ze schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid van de mens. Bij de aanleg van kunstgrasvelden destijds was die kennis er nog niet.
Tegelijkertijd betekent dat als je nu iets verandert om de recyclebaarheid te verbeteren, je daar pas over vijftig jaar de vruchten van plukt. Daarin zit een vertraging, maar tegelijkertijd ontwikkelt de techniek zich razendsnel. Het is dus mogelijk dat we nu iets ontwikkelen waarvan we over dertig jaar zeggen: ‘dat had anders gemoeten. Het produceren en toepassen van secundaire grondstoffen is en blijft een interessant maar ook zorgvuldig proces.
Kijk eens hier bij insert, de marktplaats voor circulaire bouwmaterialen. Ze gaan uit van Reuse, Repurpose, Refurbish, Redistribute en Register. Dat zijn voor hun de vijf belangrijkste maar er zijn er 10. Zie onder.
Op de marktplaats kan je wat je nodig hebt aanklikken.
Fontys ging een gebouw slopen en maakte van alles in het gebouw een rapport met
1. Omschrijving 2. Foto 3. Locatie 4. Afmetingen 5. Aantal 6. Materiaalsoort 7. Bevestiging 8. Kwaliteit Technisch 9. Kwaliteit Esthetisch
App Cirdax
Met de app Cirdax wil het Limburgse ingenieursbureau Re Use Materials in kaart brengen uit welke materialen een gebouw bestaat. Deze informatie wordt opgeslagen in een digitaal systeem. Met de beschikbare informatie kunnen vervolgens materiaalpaspoorten gegenereerd worden, waardoor er al voor de sloop nagedacht kan worden over het hergebruik van materialen.
Beton
Beton zo in elkaar zetten dat het demontabel is.
Beton ter plekke verwerken tot nieuw beton.
Glas
Lakglas recycling Nederland (ramen en ruiten) www.vlakglasrecycling.nl verzamelt vlakglasafval in om het te laten recyclen. Vlakglas wordt in de woning- en utiliteitsbouw gebruikt. Met het verzamelde vlakglasafval wordt nieuw glas gemaakt zoals ruiten van dubbel glas, spiegels en interieurbeglazing.
Hout
Bijna drie kwart van het aangeboden hout krijgt in 2018 in Rotterdam een tweede leven als nieuwe grondstof. Jaarlijks bewerkt Suez zo’n 200.000 ton houtafval. Dit staat gelijk aan een oppervlakte van ongeveer 1 miljoen vierkante meter. Rotterdam draagt daar 7.500 ton aan bij. Waar het hout voorheen vaak naar de bio-energiecentrales ging om voor elektriciteit te zorgen, wordt het nu hergebruikt. Door twee extra sorteermachines wordt de grootste verontreiniging uit het proces gehaald, waardoor de nieuwe grondstof zuiverder wordt. Dit zorgt er onder andere voor dat het hout opnieuw gebruikt kan worden bij de productie van spaanplaat. Een aantal spaanplaatfirma’s heeft al fors geïnvesteerd in hun eigen proces zodat ze grotere hoeveelheden verwerkt hout kunnen aannemen in hun productie. Van al het hout wordt nu nog maar 28 procent gebruikt om de bio-energiecentrales te voeden; de rest wordt, na behandeling, aangeboden voor hergebruik. Bij de inzameling van houtafval probeert Suez daarnaast meer bronscheiding te stimuleren. Op zes milieuparken in Rotterdam wordt streng toegezien op goede scheiding.
Hoe kan je houten constructies zo maken dat ze demontabel zijn. Zie onder.
Liften
Bij M-Use betalen klanten alleen voor het gebruik van de lift. Daarnaast is het bedrijf ook verantwoordelijk voor het onderhoud. De liften gaan hierdoor volgens de bouwer langer mee dan normale liften. Als de lift aan het eind van de levensduur komt, wordt het apparaat gedemonteerd en vervangen door een nieuw exemplaar. Onderdelen van de oude lift worden hergebruikt, of gerecycled.
Bakstenen
die je niet op elkaar metselt maar die je verbindt via een kliksysteem (Facadeclick)
Steenwol
Om het afval zo goed mogelijk terug te brengen, is een ketenaanpak essentieel. Rockcycle zamelt steenwolresten van de bouwplaats in voor recycling. Renewi plaatst er speciale containers voor en haalt ze weer op zodat steenwolresten eenvoudig worden ingezameld en gescheiden blijven van het overige bouwmateriaal.
In de recyclingfabriek van Rockwool worden de resten steenwol hergebruikt voor productie van nieuwe hoogwaardige isolatieproducten van steenwol. Dat lukt alleen als het afval zuiver genoeg blijft zodat je een bepaalde kwaliteit grondstoffen kunt garanderen. Dat mag wat meer kosten omdat er meer waarde gehecht wordt aan het eindproduct.
As in stoeptegels
Na de verbranding blijft een bodemas over. Mineralz bewerkt de bodemas alvorens het wordt gewassen. Daarna zijn de askorrels geschikt om zand en grind te vervangen in de betonindustrie en kunnen ze in stoeptegels worden toegepast.
Donor skelet
De draagstructuur van een bestaand gebouw wordt in dat geval zó uit elkaar gehaald dat de onderdelen in andere gebouwen gebruikt kunnen worden. Door gebruik te maken van deze donor-onderdelen, zijn er veel minder primaire grondstoffen nodig.
Deze manier van bouwen vraagt om een andere aanpak, omdat architecten en ingenieurs door de toepassing van tweedehands constructieve elementen niet van tevoren weten wat zij kunnen verwachten. Daarom spreekt men ook wel van ‘material driven design’: het materiaal bepaalt de vormgeving, niet andersom.
Modulair en verplaatsbaar bouwen
Jan Snel is een modulair bouwbedrijf. Zij bouwen units in de fabriek die vervolgens op de projectlocatie worden afgemonteerd. Sommige huisvesting staat er permanent, andere slechts een aantal weken. “Die komen weer terug en die worden door ons weer opnieuw in de markt gezet, dus daar zit al een stuk circulariteit in”, zegt Wendy van Duijnhoven. Van Duijnhoven is bij het bouwbedrijf verantwoordelijk voor marketing en communicatie.
Circl Gustav Mahlerplein 1B Amsterdam (Zuidas)
Isolatie van spijkerbroeken, hergebruikt meubilair en een demontabel ontwerp. Een houten vloer van afvalhout afkomstig van barkrukken tot oude kloostervloeren. De raamkozijnen uit een oud kantoor van Philips en het isolatiemateriaal is gemaakt van oude spijkerbroeken van werknemers: circa 16.000 oude kledingstukken zijn in het pand verwerkt.
Het materiaal moet of al zijn gebruikt of herbruikbaar zijn. De kozijnen van de buitenramen met een speciale coating in plaats van verf die omsmelting tot nieuwe producten gemakkelijker maakt.
Het houten skelet van het gebouw is van nieuw lokaal larikshout. De balken zijn breder dan noodzakelijk, zodat deze kunnen worden gerecycled. Wanneer het pand wordt gesloopt kunnen de balken worden afgeschaafd en worden gebruikt als standaard formaat planken.
Stroom van zonnepanelen aan de gevel wordt niet omgezet in wisselstroom, maar direct gebruikt. Dit levert energiewinst op. Het is nog zoeken naar koelkasten op gelijkstroom (die heeft men in de scheepsbouw).
New Horizon is een bedrijf dat sloopt op een manier dat de materialen weer te gebruiken zijn in de bouw. Zij zien de stad als een grondstoffenmijn. Ze slopen voor niets en gebruiken geen kraan of zo. De grondstoffen slaan ze op bij de grote leveranciers en die leveren het mee met hun eigen producten. Net zo netjes verpakt en van net zo'n hoge kwaliteit. Dit bedrijf heeft ook alle spullen geleverd voor Circl.
Staal wordt wel gerecycled maar staal (of stalen frames) hergebruiken is nieuw. Een inwendige betonnen constructie niet aan elkaar schoeven maar gewoon op elkaar zetten zodat het ook weer makkelijk is te hergebruiken.
Het stadhuis van Venlo wordt zo gebouwd.
Met de uitgangsposities
- Afval is voedsel
- Op zonne-energie
- Met respect voor biodiversiteit.
Het stadskantoor krijgt drielaags glas, warmte/koudeopslag, zonnepanelen en led-verlichting. Een ‘zonneschoorsteen’ moet zorgen voor een natuurlijke luchtstroom door het gebouw. Het gebouw zuivert de vervuilde lucht van de naastliggende weg en wordt gekoeld door de Maas en de onderliggende parkeergarage. Het kantoor en de kassen genereren warmte voor de woningen. Regenwater wordt gebruikt en weer gezuiverd voordat het de Maas in stroomt.
Een mindmap over bouw en C2C staat hier
Een ander mooi filmpje over het stadhuis staat hier https://www.c2c-congressvenlo.com/images/video/c2c-venlo.mp4
Het gebouw is cradle to cradle gebouwd met materialen met geen kwaliteitsverlies en geen restproducten die alsnog gestort moeten worden.
Prettige plek waar je productief kunt zijn en minder ziekteverzuim.
De binnengevel is gemaakt van holz 100 een C2C gecertificeerd product.
Niet schadelijk voor het milieu en zonder kwaliteitsverlies te recyclen.
Ook op een eerlijke manier geproduceerd en uit bossen die weer aangeplant worden.
Groenbeplanting, elk seizoen andere uitstraling. Ze produceren zuurstof halen fijnstof uit de lucht en absorberen stikstofoxiden en ozon. Zo wordt de lucht gezuiverd. Natuurlijke isolatie tegen hitte en kou. De planten bevochtigen bovendien de lucht in het gebouw. Ze biedt vogels een rust en broedplaats midden in de stad.
Het stadskantoor moets een gezond kantoor zijn. De groene gevel laat dat zien maar ook de groene wanden
Zo verhinder je te droge lucht en te weinig zuurstof.
De zuidgevel is gemaakt van aluminium en is zonder kwaliteitsverlies volledig herbruikbaar.
De zon warmt de schoorsteen op het dak op waardoor er een natuurlijke trek in het gebouw ontstaat. Warme lucht stijgt op en dan wordt lucht aangezogen uit twee vides.
Er ontstaat in feite termiek, opstijgende lucht waardoor
Het beton is voor een groot deel hergebruikt beton.
Om beton te besparen werkt men met een bollenplaatvloeren. Dit maakt de vloer veel sterker en lichter. Daarom zijn er minder ondersteunende elementen nodig.
We hebben ook vides niet alleen in het stadskantoor maar ook in de garage.
Het meubilair kan uit elkaar gehaald worden en krijgt een nieuw leven nadat het gebruikt is. Volledig demontabel.
Vloerbedekking van gerecycled materiaal en zuivert de lucht.
WKO...
1300 zonnepanelen
Betonkernakivering. Het water stroomt onder door de kelder en neemt zo de temperatuur aan van de grond. Dit pompt men zo snel mogelijk door het gebouw waardoor in de zomer het gebouw wordt gekoeld en in de winter (voor)verwarmd.
Op de bovenste etage bevindt zich een kas.
Het in de kas aanwezige zuurstof en water voegen zuurstof en vocht toe aan de lucht door het gebouw.
De zon warmt de kas op en zo levert het warmte voor het hele gebouw. De lucht wordt aangezogen vanuit de kas het gebouw in.
Het regenwater wordt opgevangen op het dak.
Het stroomt naast het water van de wastafels en pantries naar een speciale helofytenfilter naast het gebouw. Dat zuivert het water zodat het weer gebrukt kan worden voor toiletspoeling en de voeding van de gevel.
Het voorkomt ook hittestress in de patio, zorgt voor een groene omgeving en voor een toename van de biodiversiteit.
Het gebouw heeft drie terassen waar je op ontspannen wijze buiten kunt werken.
De grote open trappen brengen medewerkers meer in beweging. Daglicht wordt zo diep mogelijk het gebouw ingebracht en wordt door mensen als prettig ervaren. Daarnaast is nagedacht over de akoustiek in het gebouw. De prestaties van het gebowu worden zichtbaar gemonitord. Dit draagt bij aan de bewustwording van de medewerkers en een lager energieverbruik. Over 40 jaar realiseert de gemeente een positief resultaat van 17 miljoen euro. Daarnaast is de kans op een hoge restwaarde van het gebouw zeer groot. Daarbij is het gebouw zo ontworpen dat het gemakkelijk uit elkaar te halen is.
Cradle to cradle is dus economisch voordelig.
Villa Flora is ook een cradle to cradle gebouw.
De ruime toepassing van glas maakt het tot een licht en luchtig gebouw met van alle zijden uitzicht op een parkachtig landschap.
Door het schuine dak heeft het transparante gebouw veel weg van een kas. Dat is geen toeval: de glastuinbouw loopt voorop met slimme energiebesparende toepassingen. Het state of the art ontwerp biedt onderdak aan tal van ‘groene’ innovaties. Uiteraard is Villa Flora zo gesitueerd dat optimaal gebruik wordt gemaakt van de zonne-energie. Het betonskelet van het gebouw is demontabel en herbruikbaar. Dat maakt een snelle bouwtijd mogelijk en zorgt bovendien voor een eenvoudige integratie van alle toe te passen technieken. Het gebouw kan daardoor gelijke tred houden met de ontwikkeling op het gebied van duurzaamheid.
Een voorbeeld op het gebied van energie en water is de toepassing van zogenaamde Fiwihex warmtewisselaars in de kas en in het kantoor. Het rendement daarvan is ruim dubbel zo hoog als die van conventionele warmtewisselaars. Verder maakt Villa Flora optimaal gebruik van regenwater en loost het gebouw geen afvalwater op het riool. De energiezuinige verlichting wordt slim gestuurd.
Verblijven in Villa Flora betekent daardoor leven en werken in een licht en gezond stofvrij groen binnenklimaat met uitzicht op een inspirerende groene omgeving. En dat alles in een gebouw dat gezien mag worden en dat met een hoogte van bijna dertig meter goed zichtbaar is vanaf rijksweg A73.
Hier onder enkele foto's van het gebouw van Alliander te Duiven.
Hoe kunnen we in 2050 bouw hebben die volledig circulair wordt ?
Via
1. modulariteit
2. standaardisatie
3. kennisdeling
4. openb data
5. passende wet- en regelgeving
De bouwsector is verantwoordelijk voor 5 procent van de totale Nederlandse klimaatimpact. Daarnaast komt 50 procent van het materiaalgebruik op rekening van de bouw.
ad 1. Modulariteit: demontabele producten
Materialen moet je zodanig toepassen dat ze hergebruikt kunne worden. Ze mogen niet dusdanig worden bewerkt dat zij niet meer teruggebracht kunnen worden naar hun oorspronkelijke vorm. Mede daarom heeft Thomas Rau de Universele Verklaring voor Rechten van het Materiaal opgesteld.
ad. 2 Standaardisatie: elk onderdeel dezelfde afmetingen
Bestaande gebouwen zijn een bron van herbruikbaar materiaal, maar de componenten van het ene gebouw kunnen niet altijd één op één worden overgenomen in een ander gebouw. Aanpassing van deze componenten kost energie, daarom kan standaardisatie een oplossing bieden. Als onderdelen hetzelfde worden vormgegeven kunnen componenten van het ene gebouw zonder aanpassingen in een ander gebouw worden geïnstalleerd.
Er zijn al verschillende voorbeelden van gebouwen waarin elementen van een ‘oud’ gebouw opnieuw worden gebruikt. Zo zijn de raamkozijnen van de vergaderruimten in het circulaire paviljoen Circl van ABN AMRO afkomstig uit een oud kantoor van Philips. Toch zijn hier nog grote stappen in te maken.
ad. 3 Samenwerking
Bakstenen, beton en wanden moet men kunnen hergebruiken. Daarbij moeten fabrikanten, kennisinstellingen, opdrachtgevers en bouwpartners gaan samenwerken. Samenwerking zorgt voor risicospreiding en door kennisdeling maken andere ondernemers niet dezelfde fouten. Daarnaast vraagt circulariteit om het sluiten van kringlopen. Hiervoor is samenwerking binnen de keten én daarbuiten onontbeerlijk.
ad. 4 Open data: een materialenpaspoort en opslaglocaties
In een circulaire economie bestaat afval niet. Het enige dat bestaat zijn reststromen. Nu is het nog een opgave om herbruikbare materialen en componenten te vinden. Madaster biedt daarvoor een oplossing. Dit materialenpaspoort maakt inzichtelijk welke materialen, grondstoffen en onderdelen gebruikt zijn in een gebouw of product. Daarnaast is de inrichting van fysieke locaties met donormateriaal nodig, zodat materiaal tijdelijk kan worden opgeslagen. Hier zijn nu nog extra kosten aan verbonden. Nu is het duurder om een product zoals een plank op te slaan, dan om deze te verbranden.
ad. 5 Passende regelgeving versnelt de transitie
De overheid speelt een grote rol in de transitie naar een circulaire economie: als opdrachtgever en als wetgever. De overheid kan opdrachten circulair uitvragen en wet- en regelgeving invoeren of versoepelen. De overheid zet hier al op in. Zo krijgen bedrijven door harmonisatie van internationale regelgeving en procedures toegang tot buitenlandse reststromen en sinds begin 2018 is het huren van gevels juridisch mogelijk.
Het vergunningentraject moet versoepeld worden. Er zou grondstoffenbelasting ingevoerd moeten worden en de overheid zou de de bouwsector moeten stimuleren om te focussen op levensduurkosten van een gebouw in plaats van de eenmalige bouwkosten. Levensduurverlening van materialen, producten en grondstoffen is immers datgene waar de circulaire economie om draait.
Referbished stoelen opgeknapt door Fontys