Open menu

 
 SDG 10 | Verminderde ongelijkheden |

SDG10

Het woord miljardair zou uit alle talen moeten verdwijnen (Jason Hickel)

Er moet een 'rijkdomsmaximum' komen van b.v. 10 miljoen euro.

De wereld staat in brand en heeft veel geld nodig om het vuur te blussen. De rijksten bezitten veel geld dat ze helemaal niet nodig hebben.
We moeten ons bluswater dus gaan halen bij de superrijken.

Er moet een plafond komen voor erfenissen en schenkingen. Dit mede omdat er een grote vermogensoverdracht aan zit te komen van babyboomers naar hun kinderen. Ook de topinkomens van ceo's moeten aan een maximum worden gebonden.
(Politiek filosoof Ingrid Robeyns)

We moeten ont-neoliberaliseren zodat de neoliberale versie van het kapitalisme verandert in een ecologisch duurzame versie.
Met zo weinig mogelijk armoede én vrijheid voor zo veel mogelijk mensen, die een goed leven kunnen leiden.
Dat vergt dat je ongelijkheid binnen de perken houdt.'

Door de geschiedenis heen is er altijd een beroep is gedaan op de rijken als er problemen waren. Dat was hun legitimering, er kon in tijden van nood altijd bij hen aangeklopt worden. Nu veranderen de rijken de regels waardoor ze steeds meer naar zichzelf toeschuiven. Dat kan niet goed gaan, De verwoestende werking van extreme rijkdom. Je krijgt steeds meer weerstand tegen extreme rijkdom. Extreem rijken hebben een keuze. Al dat geld kan ook een bron van vooruitgang zijn.' (Alfani)

Piketty pleit voor herverdeling van rijkdom en bezit via belastingen met als doel een wereld zonder miljardairs.
Stel belanstingsparadijzen ter discussie.

De rijkste 1 procent stoot mondiaal meer uit dan de armste 66 procent.

Op school

De school is een plaats waar iedereen welkom is en waar gelijkwaardigheid nagestreefd wordt. Dit doet de school door een gelijke kansen beleid/ visie te hanteren waar diversiteit en vaardigheden centraal staan. De leerlingen verdiepen zich in de oorzaken en gevolgen van ongelijkheid, lokaal en globaal. Daarbij onderneemt de school acties om gelijkwaardigheid te bevorderen. ©SDGsatschool.be

Wat wordt bedoeld?

Dring ongelijkheid in en tussen landen terug, iedereen moet profiteren van economische vooruitgang.
Migratie en mobiliteit van mensen moet beter en veiliger georganiseerd worden.
Iedereen moet in elk land gelijke kansen hebben en betrokken worden bij alle sociale, economische en politieke aspecten van de maatschappij of hij/zij er nou geboren is of niet.

Verklein ongelijkheid binnen en tussen landen

De internationale gemeenschap heeft aanzienlijke stappen gezet om mensen uit de armoede te halen. 
De ongelijkheid blijft echter bestaan en er blijven grote verschillen in de toegang tot gezondheids- en onderwijsdiensten en andere activa.

Bovendien is de ongelijkheid binnen landen toegenomen. Economische groei is niet voldoende is om armoede te bestrijden als deze niet inclusief is en als het niet gaat om de drie dimensies van duurzame ontwikkeling: economisch, sociaal en ecologisch.

Steeds meer organiseren wij in Nederland onze eigen tijdsbesteding richting domineren (we willen allemaal manager worden), communiceren (op je mobiel), spelen, uitgaan, sporten, en reizen. We laten het echte werk door anderen doen.

Per jaar gaan zo'n 120 miljoen arbeidsmigranten de VS, EU, en Arabische staten in.
Onder de radar  
- ontvangen 300.000 Duitse bejaarden thuis 24-uurs verpleging door Oost-Europese vrouwen en 90% van hen zwart wordt betaald,
- hebben 1.2 miljoen NL-huishoudens een werkster die meest ongedocumenteerd is en meest zwart betaald wordt,
- heeft de UK's shadow economy een miljoen 'undocumented' arbeidsmigranten.

geld 2

Verklein de ongelijkheid tussen de rijken en de armen

Piketty pleit voor herverdeling van rijkdom en bezit via belastingen met als doel een wereld zonder miljardairs.
Zet belastingparadijzen ter discussie. Stel internationale 'techtaks' in op bedrijven als Google en Amazon. In bedrijven moeten werknemers de helft van alle bestuurszetels bezetten en moet het stemrecht van grootaandeelhouders worden beperkt. Er moet bezitsbelasting komen op alle vormen van bezit, die toeneemt naar mate het meer waard is. Dat kan oplopen van 0,1 procent tot 90 procent belasting over alle bezit boven de 2 miljard euro.
Dan kan je op 25-jarige leeftijd iedereen een 'erfenis' van de staat geven van ongeveer 120.000 euro (betaald door die 'bezitsbelasting'). Daarmee kan een huis worden gekocht of een bedrijf worden gestart.

Zoals we extreme armoede willen bestrijden zouden we ook extreme rijkdom moeten bestrijden. 
Extreme rijkdom gaat in tegen gelijke kansen, gelijke rechten, gelijke stem. Stel een rijkdomsgrens in.

geld 2

Hoeveel ongelijkheid is nog verantwoord? Extreme rijkdom vormt een gevaar voor de democratie, omdat de superrijken hun geld gebruiken om macht te 'kopen', bijvoorbeeld door lobbyisten in te zetten. Ook leggen ze een grote druk op het milieu. De CO2-voetafdruk van de rijkste 1 procent van de wereldbevolking is in 2030 zo'n dertig keer te groot. 

Heel vaak wordt rijkdom gerechtvaardigd met het idee dat die rijke persoon dat heeft verdiend, bijvoorbeeld door hard te werken of creatief te zijn. Maar weet je, bij rijkdom komt ook een grote dosis geluk kijken: waar ben je geboren? Welke aangeboren talenten heb je? Heb je bepaalde aangeboren ziektes? Als we zouden erkennen dat toeval een grote rol speelt bij rijkdom, net als de bijdrage van andere mensen, dan zouden rijken begrijpen dat ze een morele plicht naar de samenleving hebben."

Als rijke mensen meer zouden waarderen hoe fortuinlijk ze zijn en als er meer interactie zou zijn tussen verschillende sociale lagen zouden ze minder vaak belasting ontwijken en zich meer inzetten voor de minder bedeelden. 

In 1960 verdienden bestuursleden gemiddeld 20x zoveel als normale werknemers. Nu is dat gemiddeld 300 x zoveel. De directeur van McDonalds 3100 x zoveel. Het overgrote deel van nieuw inkomen uit groei wordt weggesluist naar de rijken. 

Je zou een plafond kunnen instellen. B.v. 10x zoveel en niet meer. Of als je meer dan 10x het minimumloon verdient betaal je 100 % belasting. 

Naast inkomen bestaat er ook vermogen. In de V.S. bezit 1 % 40 % van het vermogen. Ze worden als maar rijker zonder ervoor te hoeven werken, want ze beleggen het vermogen in vastgoed, licenties, leningen etc. Voer vermogensbelasting in. Dat vermindert de ongelijkheid.

Er zou een maximum aan rijkdom gesteld moeten worden. Een rijkdomsgrens. Het is genoeg zo? Nog meer geld helpt jou niet om je leven beter te maken. En je moet ook realistisch zijn, met een rijkdomsgrens help je niet meteen alle extreme rijkdom uit de wereld. We hebben in Nederland een armoedegrens, maar er is nog steeds armoede. Je zou kunnen zeggen: het uitbannen van armoede is een ideaal en het uitbannen van extreme rijkdom zou dat ook moeten zijn.

Nederlanders vinden dat die grens op 2,2 miljoen euro ligt maar vier op de vijf vindt dat die rijkdom niet hoeft te worden beteugeld door de overheid. 96 procent vindt dat je te rijk kúnt zijn. 

Je zou een maximum kunnen stellen aan wat je mag ontvangen aan erfenissen en schenkingen en het sluiten van belastingparadijzen. Er moeten goede internationale afspraken komen over het belasten van kapitaal.

Je kan ook huren en prijzen voor huizen dwangmatig verlagen want die staan niet meer in verhouding met de maakkosten. Of hetzelfde voor onderwijs, gezondheidszorg, openbaar vervoer. Je moet plafonds instellen voor grondstoffen- en energiegebruik. 

Onderaan meer hier over.

geld 2

Wat doet China?

In 2021 gaat het ze voor de wind maar ook is de inkomensongelijkheid toegenomen en dat leidt tot sociale onvrede. Wat doen ze er tegen. Alles is gericht op binnenlandse stabiliteit.

De techbedrijven zijn te groot en te machtig (als Alibaba en Tencent).Ze kijken te veel naar hun eigen belang. Ze komen gemakkelijk aan geld. Kleine bedrijven delven het onderspit. China staat beursgang niet zomaar meer toe. Jack Ma van Alibaba verdween tijdelijk en nu maken de bedrijven 'vrijwillig' miljarden over in een fonds voor maatschappelijke projecten. De ongezonde werkcultuur van '996' - per week zes werkdagen van 9 uur 's ochtends tot 9 uur 's avonds - die de techbedrijven promoten, is per direct verboden.

Alibaba kreeg een boete van 2,8 miljard dollar vanwege concurrentiebeperkende maatregelen. Taxi-app Didi zou onzorgvuldig met data omgaan en zou de rechten van de taxichauffeurs schaden. De beurswaarde zakte daarop direct met 40 miljard dollar.

China ziet private bedrijven als een instrument, niet als privébezit van investeerders. 

Tencent kreeg een extra klap toen kinderen nog maar drie uur per week - één uur op vrijdag, zaterdag en zondag - computerspelletjes mogen spelen.

Hiervan baalt het Westen want in een week tijd ging er voor 1000 miljard dollar aan beurswaarde verloren. Die verliezen slaan ook neer bij westerse beleggers in Chinese aandelen.

Daarnaast zijn commerciële bijlessen voor scholieren verboden omdat dat ongelijkheid bevordert.

Inkomensongelijkheid is ook in het Westen een issue, maar tot daden komt het maar niet. In China heeft de overheid veel meer krediet wat dat betreft. Daar is de overheid een deel van de familie en respecteert de bevolking besluiten.

geld 2

Feiten

• Gemiddeld - en rekening houdend met bevolkingsomvang - nam de ongelijkheid tussen 1990 en 2010 met 11 procent toe in ontwikkelingslanden
• Een overgrote meerderheid van de huishoudens in ontwikkelingslanden - meer dan 75 procent van de bevolking - woont tegenwoordig in samenlevingen waar het inkomen ongelijker verdeeld is dan in de jaren negentig.
• Uit onderzoek blijkt dat ongelijkheid na een bepaalde drempel groei en armoedebestrijding schaadt, de kwaliteit van relaties in de publieke en politieke sfeer en het gevoel van vervulling en zelfwaardering van individuen
• Er is niets onvermijdelijks aan het vergroten van de inkomensongelijkheid; verschillende landen zijn erin geslaagd de inkomensongelijkheid in toom te houden of te verminderen en tegelijkertijd sterke groeiprestaties te behalen
• Inkomensongelijkheid kan niet effectief worden aangepakt tenzij de onderliggende ongelijke kansen worden aangepakt
• In een wereldwijd onderzoek van het VN-ontwikkelingsprogramma erkenden beleidsmakers van over de hele wereld dat de ongelijkheid in hun landen over het algemeen hoog is en mogelijk een bedreiging vormt voor de sociale en economische ontwikkeling op de lange termijn.
• Uit gegevens van ontwikkelingslanden blijkt dat kinderen in de armste 20 procent van de bevolking nog steeds tot drie keer zoveel kans hebben om te overlijden vóór hun vijfde verjaardag dan kinderen in de rijkste kwintielen
• Sociale bescherming is wereldwijd aanzienlijk uitgebreid, maar personen met een handicap hebben tot vijf keer meer kans dan gemiddeld om catastrofale zorguitgaven te doen
• Ondanks de algemene achteruitgang van de moedersterfte in de meeste ontwikkelingslanden, zijn vrouwen in plattelandsgebieden nog steeds tot drie keer meer kans om tijdens de bevalling te sterven dan vrouwen in stedelijke centra

Elk bedrijf moet belasting betalen. Grote bedrijven ontduiken die belasting wat niet eerlijk is. Ze verdienen al miljoenen en betalen er ook nog weinig belasting over. Waarom? Omdat Nederland het grootste belastingparadijs van de werled is. Het gaat om 7.866 miljard dollar. 25 % van alle werledwijde investeringen is zogenaamd in nederland gedaan. 4,8 x meer dat het bruto nationaal product van Nederland.  

GINI-coëfficiënt berekent de ongelijkheid (in inkomens) in landen. Daarbij is 0 volkomen gelijk en 1 zeer ongelijk.
China heeft een waarde van 0,53; Nederland 0,64; Brazilië 0,73 en de V.S. 0,81. Extreem ongelijk en hoger dan ooit tevoren.

In 2020 is het aantal miljardairs gestegen van 493 naar 2755. Hun vermogen steeg van 8 naar 13 000 miljard dollar. 

Onderwerpen

Groei ongelijkheid inkomens
Populatie met een gemiddeld inkomen
Discriminatie
Werk aandeel in het BNP
Financiële gezondheid
Kosten migratie rekrutering
Gepland migratie beleid
Gedifferentieerde tarieven
Hulp bij ontwikkeling
Afdracht kosten

Cognitieve leerdoelen

1. Ken verschillende dimensies van ongelijkheid, hun onderlinge relaties en hun toepasbaarheid
statistieken.
2. Ken indicatoren die ongelijkheden meten en beschrijven en begrijpt hun relevantie voor de besluitvorming.
3. Begrijp dat ongelijkheid een belangrijke motor is voor maatschappelijke problemen en individuele ontevredenheid.
4. Begrijp lokale, nationale en wereldwijde processen die zowel bevorderen als belemmeren gelijkheid (fiscaal beleid, loonbeleid, beleid inzake sociale bescherming, bedrijfsactiviteiten, enz.).
5. Begrijp ethische principes met betrekking tot gelijkheid en is zich hiervan bewust psychologische processen die discriminerend gedrag en besluitvorming bevorderen.

Sociaal-emotionele leerdoelen

1. Ben in staat om het bewustzijn over ongelijkheden te vergroten.
2. Kan empathie voelen voor en solidariteit tonen met mensen die dat wel zijn gediscrimineerd.
3. Kan onderhandelen over de rechten van verschillende groepen op basis van gedeelde waarden en ethische principes.
4. Word je ewust van ongelijkheden in je omgeving en in de ruimere wereld en ben in staat om de problematische consequenties te herkennen.
5. Ben in staat om een ​​visie van een rechtvaardige en gelijke wereld te behouden.

Gedragsleerdoelen


1. Ben in staat om ongelijkheden in hun lokale omgeving in termen van kwaliteit te evalueren
(verschillende dimensies, kwalitatieve impact op individuen) en kwantiteit (indicatoren,kwantitatieve impact op individuen).
2. Kan een objectieve indicator identificeren of ontwikkelen om verschillende te vergelijken groepen, naties, enz. met betrekking tot ongelijkheden.
3. Kan verschillende soorten oorzaken en redenen identificeren en nogelijkheden analyseren.
4. Kan strategieën plannen, implementeren en evalueren om ongelijkheden te verminderen.
5. Kan zich bezighouden met de ontwikkeling van overheidsbeleid en bedrijfsactiviteiten die ongelijkheden verminderen.


Onderwerpen 

Sociale, economische en politieke inclusie versus ongelijkheden (op nationaal en mondiaal niveau) 
Verschillende indicatoren om ongelijkheid te meten
De betekenis van rechten op grond, eigendommen en natuurlijke hulpbronnen voor gelijkheid en de impact van ongelijkheden op kwetsbaarheden en capaciteiten
Fiscaal beleid, loonbeleid en sociaal beschermingsbeleid
Wereldhandelstelsels en -regelgeving (inclusief belastingregimes)
Arbeidsnormen
Vertegenwoordiging van verschillende sociale groepen / naties in regeringen / op raden van betekenis en macht en instellingen
De hoeveelheid en effecten van internationale ontwikkelingshulp
Historische wortels van de huidige ongelijkheden (inclusief de rol van multinationale ondernemingen)
Migratie en mobiliteit van mensen

Wat kan je mogelijk doen?

Speel eenvoudige distributiespellen om psychologische effecten van oneerlijke en ongelijke behandeling of de verergering van de gevolgen van natuurlijke gevaren voor een gemeenschap als gevolg van ongelijkheid te ervaren
Analyseer het aandeel van verschillende sociale categorieën in de eigen instelling
Plan een bewustmakings- of politieke campagne gericht op ongelijkheden in wereldwijde handelssystemen
Analyseer je eigen persoonlijke geschiedenis in tijden waarin iemand bevoorrecht was of gediscrimineerd
Voer interviews met kwetsbare mensen (bijvoorbeeld migranten)
Ontwikkel een webpagina of blog met een goed begrip van de lokale migratie- en / of vluchtelingensituatie
Ontwikkel een op onderzoek gebaseerd project: "Hoe beïnvloedt ongelijkheid het geluk van mensen?"

geld 2

Subdoelen

10.1 Tegen 2030 geleidelijk tot een inkomenstoename van de onderste 40% van de bevolking komen tegen een ritme dat hoger ligt dan het nationale gemiddelde, en die toename ook in stand houden.

10.2 Tegen 2030 de sociale, economische en politieke inclusie van iedereen mogelijk maken en bevorderen, ongeacht leeftijd, geslacht, handicap, ras, etniciteit, herkomst, godsdienst of economische of andere status.

10.3 Gelijke kansen verzekeren en ongelijkheden wegwerken, ook door het afvoeren van discriminerende wetten, beleidslijnen en praktijken en door het bevorderen van de geschikte wetgeving, beleidslijnen en acties in dit opzicht.

10.4 Beleid voeren dat geleidelijk tot een grotere gelijkheid leidt, in het bijzonder inzake fiscaliteit, lonen en sociale bescherming.

10.5 De regulering en monitoring verbeteren van de globale financiële markten en instellingen en de implementatie versterken van dergelijke reguleringen.

10.6 Een verbeterde vertegenwoordiging verzekeren en een beter gehoor geven aan de ontwikkelingslanden bij de besluitvorming in mondiale, internationale economische en financiële instellingen om te komen tot meer doeltreffende, geloofwaardige, verantwoordelijke en legitieme instellingen.

10.7 Een ordelijke, veilige, regelmatige en verantwoordelijke migratie en mobiliteit van mensen mogelijk maken, ook via de implementatie van geplande en degelijk beheerde migratiebeleidslijnen.

10.a Het beginsel implementeren van speciale en gedifferentieerde behandeling voor ontwikkelingslanden, in het bijzonder de minst ontwikkelde landen, in overeenstemming met de overeenkomsten van de Wereldhandelsorganisatie.

10.b Officiële ontwikkelingsbijstand en financiële stromen aanmoedigen, met inbegrip van directe buitenlandse investeringen, voor staten waar de behoefte het grootst is, in het bijzonder in de minst ontwikkelde landen, de Afrikaanse landen, de kleine eilandstaten en de door land ingesloten ontwikkelingslanden, in overeenstemming met hun nationale plannen en programma’s.

10.c Tegen 2030 de transactiekosten van overschrijvingen van migranten reduceren tot minder dan 3% en transfer vanuit landen met kosten hoger dan 5% elimineren.

geld 2

In Nederland en in 2019 De cijfers van 2021 staan hier

SDG 10 betreft het verminderen van ongelijkheid binnen en tussen landen. Dit dashboard behandelt een belangrijk immaterieel aspect van ongelijkheid binnen landen, te weten de sociale samenhang. Sociale samenhang is onontbeerlijk voor het goed functioneren van een samenleving. De sociale infrastructuur, zoals familieverbanden, buren, vrienden, verenigingen en hulp en ondersteuning vormt hiervan de basis. Mensen moeten in staat zijn hieraan mee te kunnen doen (conform SDG’s 10.1 en 10.2), zodat ze zich deel van een groep kunnen voelen (SDG 10.3). Een bijzondere plaats in dit alles wordt ingenomen door migratievraagstukken (SDG 10.7).

Middelen en mogelijkheden gaan over sociaal kapitaal, sociale structuren en inkomensongelijkheid. In de context van deze SDG wordt gestreefd naar een lagere inkomensongelijkheid. De inkomensongelijkheid (gemeten met behulp van zowel de ratio-80/20 als de Gini-coëfficiënt) is in Nederland vergeleken met andere EU-landen niet groot. Volgens de ratio-80/20 was de som van alle inkomens in de hoogste 20 procent inkomens in 2017 ruim vier keer zo groot als de som in de laagste 20 procent inkomens. De meerjarige trend in deze ratio is relatief stabiel. Een laag inkomen kan een beperkende factor zijn voor deelname in de samenleving. De relatieve armoede is in 2017 licht opgelopen naar 13,2 procent. Nederland scoort internationaal gezien goed hiermee, maar is wel gedaald van een tweede plaats in 2011 naar de huidige vijfde positie. Het resultaat van het beleid ten aanzien van immigranten wordt gemeten met de index voor migratiebeleid.noot9 De index laat voor Nederland een trendmatige daling zien in 2014. Ook in de internationale vergelijking daalde Nederland naar een zesde positie.

Gebruik betreft sociale interacties, deelname aan organisaties en verenigingen, en vrijwilligerswerk. Van de Nederlanders heeft bijna 73 procent minstens één keer per week contact met familie, vrienden of buren. Hiermee staat Nederland hoog ten opzichte van de andere EU-landen. Daarnaast is bijna 44 procent van de mensen actief in een vereniging. De sociale infrastructuur steunt ook op vrijwilligerswerk en informele hulp aan anderen buiten het eigen huishouden, zoals mantelzorg. Met vrijwilligerswerk staat Nederland bovenaan binnen de EU. Het percentage mensen dat vrijwilligerswerk verricht is relatief stabiel. In 2017 ging het om bijna de helft van de bevolking.

Uitkomsten hebben betrekking op de mate van sociale samenhang en op uitsluiting en discriminatie. Bijna 62 procent van de bevolking heeft vertrouwen in andere mensen. Dat is internationaal gezien een hoog percentage.

Beleving betreft het vertrouwen dat mensen in elkaar hebben, gevoelens van gedeelde normen en waarden en sociale uitsluiting. In 2016 voelde 7,6 procent van de bevolking zich lid van een gediscrimineerde groep. Daarmee neemt Nederland een middenpositie op de Europese ranglijst in. Ruim 46 procent van de bevolking vindt dat de normen en waarden gelijk zijn gebleven of vooruit zijn gegaan. In Nederland ervaart bijna 46 procent in hoge mate de vrijheid om te beslissen hoe ze hun eigen leven leiden. Hiermee stond Nederland in 2017 op de vierde plaats binnen de EU.

10 3 2019

10 4 2019

Dit deel van SDG 10 behandelt de financiële houdbaarheid van onze welvaart en de balans van huishoudens. Er wordt schuld en vermogen opgebouwd, zowel collectief als individueel. De financiële verplichtingen van overheid en huishoudens hebben effect op de brede welvaart van volgende generaties. Financiële systemen kunnen kwetsbaar blijken als ze worden geconfronteerd met vergrijzing, economische crises en globalisering, en met veranderingen in solidariteit tussen generaties en tussen bevolkingsgroepen.

Middelen en mogelijkheden betreffen de duurzame financiering van de welvaartstaat en de opbouw van pensioenen en vermogens zonder druk op toekomstige generaties. De grijze druk (de ratio tussen 65‑plussers en 20 tot 65‑jarigen) en de groene druk (de ratio tussen jongeren onder de 20 en 20- tot 65‑jarigen) vertonen een negatieve trend: de groene druk daalt voortdurend, terwijl de vergrijzing juist toeneemt. Tot 2011 stond Nederland qua vergrijzing in de top tien van de EU maar sindsdien is het gedaald naar de vijftiende plaats in 2018. Wat betreft de groene druk staat Nederland momenteel op een middenpositie in de EU. De actuele dekkingsgraad van pensioenfondsen is trendmatig stabiel en bedraagt 103,2 procent in 2018.noot10

Gebruik betreft de onttrekking van middelen uit opgebouwde vermogens. Het aantal pensioen­gerechtigden neemt trendmatig toe, maar daalde in 2018. Terwijl de vergrijzing voortschrijdt, stijgt het aantal zzp’ers; zij bouwen hun pensioen op een andere manier op dan de meeste werknemers, en de mogelijkheid bestaat dat ze geen pensioen opbouwen.

Uitkomsten betreffen de hoogte van opgebouwde schulden en de mate van duurzaamheid van financiële stelsels. De gemiddelde schuld per huishouden neemt trendmatig af, maar Nederland stond in 2017 nog altijd laag op de EU-ranglijst met 98 duizend euro. Tegenover de schuld staat het spaargeld van huishoudens (chartaal geld en deposito’s) en de niet-financiële bezittingen zoals het huis. Hier is geen trend zichtbaar, al staat Nederland in de EU-ranglijst op een tiende positie met gemiddeld 52,5 duizend euro per huishouden in 2017. De ontwikkeling van de overheidsschuld vertoont geen duidelijke trend. De overheidsschuld is wel gedaald van 67,9 procent van het bbp in 2014 naar 57,0 procent in 2017.noot11 Qua overheidsschuld neemt Nederland in de EU een middenpositie in.

Beleving heeft betrekking op onzekerheid over en vertrouwen in de toekomst. In 2018 maakte een kwart van de bevolking ouder dan 18 jaar zich veel zorgen over de eigen financiële toekomst. Dit percentage neemt trendmatig af.

10 5 2019

10 6 2019

Te rijke mensen

Extreem rijken betalen vaak heel weinig belasting. Onderzoeksplatform ProPublica bracht afgelopen zomer naar buiten dat de 25 rijkste Amerikanen jarenlang amper inkomstenbelasting betaald. Amazon-topman Bezos, met een vermogen van zo'n 200 miljard dollar, betaalde in 2007 en 2011 helemaal geen inkomstenbelasting. Elon Musk, die de 250 miljard dollar inmiddels gepasseerd zou zijn, betaalde in 2018 nul dollar belasting over zijn inkomen.

In Nederland komen de extreem rijken er vaak goed vanaf bij de fiscus, is omdat arbeid relatief zwaar is belast en vermogen juist licht. 

Veel extreem rijken hebben hun geld niet op een spaarrekening staan, maar belegd in bijvoorbeeld aandelen of vastgoed. De fiscus biedt hun de mogelijkheid om belastingbetaling uit te stellen of zelfs helemaal te voorkomen. Dat doen ze door beleggingen onder te brengen een bv en vervolgens in box 2. Ambtenaren van het ministerie van Financiën schatten dat er ongeveer 400 miljard in box 2 zit opgepot, die door critici ook wel de 'pretbox' wordt genoemd.

Het Nederlandse stelsel is onrechtvaardig, ondoelmatig en lokt allerlei fiscaal constructiewerk uit. Je zou alle werkelijke opbrengsten uit vermogen met één tarief moeten gaan belasten in een aparte vermogensbox. Dus zowel de rente op spaarrekeningen, dividend op aandelen, huurinkomsten als winsten op de verkoop van aandelen en huizen.

Je zou alleen de werkelijke inkomsten uit iemands vermogen moeten bepasten in plaats van de rendementen waarmee de fiscus nu werkt die fictief zijn. In de praktijk betekent dat dat spaarders vaak te veel belasting betalen, zeker nu de rentestand op nul staat. Vermogenden die hun geld in aandelen en vastgoed stoppen, betalen juist te weinig.

Belastingparadijzen

Het vermogen van de extreem rijken verdwijnt niet alleen in bedrijven en vastgoed in Nederland. Veel rijke Nederlanders stallen hun miljoenen ook over de grens. Vooral belastingparadijzen als Panama, de Maagdeneilandenen de Bahama's zijn favoriet.

Een belangrijk kenmerk van belastingparadijzen is de beperkte openbaarheid van gegevens. De Maagdeneilanden hebben geen handelsregister is. Het Centraal Planbureau schat in dat ongeveer 60 miljard van de vermogens van rijke Nederlanders is ondergebracht in belastingparadijzen. Nederland doet te weinig om internationale belastingontwijking aan te pakken. Vaak worden wetten om dit tegen te gaan kapot gelobbyd.

Schenkingen

Hoe meer je verdient hoe minder je schenkt.

De 10 procent laagste inkomens geven 1,16 procent van hun inkomen aan goede doelen; onder de hoogste 10 procent van de inkomens is dat 0,44 procent. Bij vermogens is de verhouding nog schever: Nederlanders met een vermogen tussen de 5000 en 10.000 euro schenken 1,6 procent van hun vermogen aan goede doelen. Bij miljonairs is dat minder dan 0,2 procent. (2022)

Rijken en hun CO2 uitstoot

De rijkste 1 procent neemt in 2030 naar verwachting 16 procent van de totale wereldwijde uitstoot van CO2 voor zijn rekening,

Een privéjacht met vaste bemanning, helikopterplatform, onderzeeërs en zwembaden stoot  meer uit dan 350 Nederlandse huishoudens.

Roman Abramovitsj, 13 miljard vermogen en eigenaar van de Engelse voetbalclub Chelsea heeft boven 30.000 ton CO2 (gelijk aan 1500 Nederlandse huishoudens) Dat komt onder meer door zijn superjacht van 162,5 meter lang en zijn eigen Boeing 767, met een dinerzaal voor dertig personen. 

Elk persoon op aarde mag tegen 2030 maximaal 2,3 ton CO2 per jaar uitstoten. Abramovitsj dus 30.000 ton.
Het kost veel meer energie grote huizen en zwembaden te vewarmen en hun auto's zijn energieslurpers. Tot zes keer die van een Volkswagen Golf.

De rijken moeten veel meer doen om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Velen van hen rijk geworden met commerciële activiteiten waarbij ze niet gecompenseerd hebben voor de ontstane milieuschade. Hoeeveel ongelijkheid is nog verantwoord? 

Oxfam Novib pleit daarom voor een CO2-taks. Dat geld kan weer gebruikt worden om de maatschappij te verduurzamen.

2022 De rijken zijn de afgelopen jaren duizenden miljarden rijker geworden door corona en de oorlog in Oekraïne dat terwijl 265 miljoen mensen extra onder de armoedegrens zijn gegaan.
Elke 33 uur zakten 1 miljoen mensen onder de armoedegrens van 1,90 dollar per dag. In diezelfde tijd kwam er één miljardair bij. Er kwamen de afgelopen jaren veertig farmamiljardairs bij.
De farmaceutische bedrijven brengen 24 keer meer in rekening voor hun vaccins dan fabrikanten van generieke medicijnen.

Banken verhogen wel de ruimte op geld dat ze uitlenen, maar niet op het geld op de spaarbankboekjes. Kijk naar de 'graaiflatie', de extra prijsverhoging die sommige bedrijven doorvoerden bovenop de stijgende kosten van grondstoffen en energie. Volgens de Europese Centrale Bank (ECB) is maar liefst 60 procent van de inflatie daaraan te wijten. Bedrijven zelf spreken dat overigens tegen.

Het is aan de politiek om banken te dwingen eerlijke rentes te berekenen als ze dat zelf niet doen. Vorig jaar nog maakten ze recordwinsten.

De rijkste 1 procent van Nederland bezit een derde. 

Er zijn nu minder collectieve arbeidsovereenkomsten, de loonquote - het percentage van het totaal verdiende inkomen in een land dat naar de werknemers in loondienst gaat - nam af. Met vermogen wordt meer verdiend dan met arbeid, en zo worden de rijken steeds rijker.

De rijkste 1 procent van de wereldbevolking stoot twee keer zoveel CO₂ uit als de armste helft, berekende Oxfam. Maar het zijn ook de rijken die als eerste profiteren van de subsidies voor zonnepanelen en elektrisch rijden.

De vakbonden moeten zich opnieuw heruitvinden, en elke werknemer kan daarbij helpen.