Open menu

SDG 17 | Samenwerken en wereldwijd partnerschap |

SDG17

Op school

De school is een plaats waar synergieën, samenwerkingen en verbindingen ontstaan. Dit doet de school door partnerschappen met andere scholen, instellingen, bedrijven, organisaties, lokale besturen in hun omgeving én wereldwijd op te zetten i.f.v. duurzame ontwikkeling. De leerlingen verdiepen zich in het belang van samenwerking en dialoog. Daarbij onderneemt de school acties met partners die betrekking hebben op één of meerdere van de andere doelstellingen. ©SDGsatschool.be

Wat wordt bedoeld?

Versterk de implementatiemiddelen en revitaliseer het wereldwijd partnerschap voor duurzame ontwikkeling.
We hebben actie nodig van iedereen, overal, de SDG’s zijn onze gids.
We moeten investeren in ontwikkelingslanden om gezamenlijk onze doelen te bereiken.

Het wereldwijde partnerschap voor duurzame ontwikkeling nieuw leven inblazen

Een succesvolle agenda voor duurzame ontwikkeling vereist partnerschappen tussen overheden, de particuliere sector en het maatschappelijk middenveld. Deze inclusieve partnerschappen gebaseerd op principes en waarden, een gedeelde visie en gedeelde doelen die mensen en de planeet centraal stellen, zijn nodig op globaal, regionaal, nationaal en lokaal niveau.

Dringende actie is nodig om de transformatieve kracht van biljoenen dollars aan particuliere middelen te mobiliseren, door te sturen en te ontsluiten om duurzame ontwikkelingsdoelen te bereiken. Langetermijninvesteringen, inclusief directe buitenlandse investeringen, zijn nodig in kritieke sectoren, met name in ontwikkelingslanden. Deze omvatten duurzame energie, infrastructuur en transport, evenals informatie- en communicatietechnologieën. De publieke sector zal een duidelijke richting moeten aangeven. Herziening en monitoring van kaders, voorschriften en stimuleringsstructuren die dergelijke investeringen mogelijk maken, moeten worden aangepast om investeringen aan te trekken en duurzame ontwikkeling te versterken. Nationale toezichtmechanismen zoals hoge controle-instanties en toezichtsfuncties door de wetgever moeten worden versterkt.

Feiten

• Officiële ontwikkelingshulp bedroeg in 2014 $ 135,2 miljard, het hoogste niveau ooit gemeten
• 79 procent van de invoer uit ontwikkelingslanden komt de ontwikkelde landen belastingvrij in
• De schuldenlast voor ontwikkelingslanden blijft stabiel op ongeveer 3 procent van de exportinkomsten
• Het aantal internetgebruikers in Afrika is in de afgelopen vier jaar bijna verdubbeld
• 30 procent van de jongeren in de wereld zijn digital natives, al minstens vijf jaar online actief
• Maar meer vier miljard mensen maken geen gebruik van internet en 90 procent van hen komt uit de derde wereld

Onderwerpen

Opbrengsten voor de overheid (%BNP)
Belasting
Hulp bij schulden
Afdracht
Duurzame technologieën
Internetgebruik
SDG support
Tarieven
Macro-economisch dashboard
Beleid voor duurzame ontwikkeling
Statistische onderbouwing
Multistakeholder vooruitgang

Cognitieve leerdoelen

1. Begrijp mondiale problemen, waaronder kwesties van financiering voor ontwikkeling, belastingen, schulden en handelsbeleid, en de onderlinge verbondenheid en onderlinge afhankelijkheid van verschillende landen en populaties.
2. Begrijp het belang van wereldwijde partnerschappen met meerdere belanghebbenden en de gedeelde verantwoordelijkheid voor duurzame ontwikkeling en kent voorbeelden van netwerken, instellingen, campagnes van wereldwijde partnerschappen.
3. Ken de concepten van global governance en mondiaal burgerschap.
4. Erken het belang van samenwerking op en toegang tot wetenschap, technologie en innovatie en kennisuitwisseling.
5. Ken concepten voor het meten van de voortgang van duurzame ontwikkeling.

Sociaal-emotionele doelen

1. Kan het bewustzijn vergroten over het belang van wereldwijde partnerschappen voor duurzame ontwikkeling.
2. Kan met anderen samenwerken om wereldwijde partnerschappen voor duurzaam te bevorderen ontwikkelen en eisen dat overheden zich rekenschap geven van de SDG's.
3. Kan eigenaar worden van de SDG's.
4. Ben in staat om een ​​visie te creëren voor een duurzame mondiale samenleving.
5. Ben in staat om een ​​gevoel van verbondenheid met een gemeenschappelijke mensheid te ervaren, te delen waarden en verantwoordelijkheden, gebaseerd op mensenrechten.

Gedragsleerdoelen

1. Ben in staat om een ​​veranderingsagent te worden om de SDG's te realiseren en pak de rol op om actieve, kritische en mondiale duurzaamheidsburger te worden.
2. Kan bijdragen aan het faciliteren en implementeren van lokale, nationale en wereldwijde partnerschappen voor duurzame ontwikkeling.
3. Is in staat publiekelijk de ontwikkeling van beleid te eisen en te ondersteunen. Bevorder wereldwijde partnerschappen voor duurzame ontwikkeling.
4. Kan ontwikkelingssamenwerkingsactiviteiten ondersteunen.
5. Kan bedrijven beïnvloeden om deel uit te maken van mondiale partnerschappen voor duurzame ontwikkeling.


Mogelijke onderwerpen

Mondiale partnerschappen tussen overheden, de particuliere sector en het maatschappelijk middenveld voor duurzame ontwikkeling, hun gedeelde verantwoordelijkheid en mogelijke conflicten tussen de verschillende actoren
Lokale, nationale en mondiale systemen, structuren en machtsdynamiek
Wereldwijde governance en beleid en de wereldwijde markt en handelssysteem in het licht van duurzaam
ontwikkeling
Het dilemma van de gevangene en de tragedie van de commons als uitdagingen voor het creëren van wereldwijd bestuur en
markten die duurzame ontwikkeling bevorderen
Wereldburgerschap en burgers als veranderingsagenten voor duurzame ontwikkeling
Samenwerking op en toegang tot wetenschap, technologie en innovatie en kennisuitwisseling
Wereldwijde verspreiding van toegang tot internet
Ontwikkelingssamenwerking, ontwikkelingshulp en aanvullende financiële middelen voor ontwikkeling landen uit meerdere bronnen
Capaciteitsopbouw ter ondersteuning van nationale plannen om alle SDG's te implementeren
Metingen van vooruitgang op het gebied van duurzame ontwikkeling.

Wat kan je mogelijk doen?

Partnerschappen of wereldwijde webgebaseerde afstandsonderwijs-ervaringen ontwikkelen tussen scholen, universiteiten of
andere instellingen in verschillende regio's van de wereld (Zuid en Noord, Zuid en Zuid)
Analyseer de ontwikkeling en implementatie van wereldwijd beleid inzake klimaatverandering, biodiversiteit, enz.
Analyseer de voortgang bij het implementeren van de SDG's wereldwijd en op nationaal niveau en bepaal wie dat is
verantwoordelijk voor de voortgang of het ontbreken daarvan
Plan en implementeer een bewustmakingscampagne voor SDG's
Simulatiespellen uitvoeren die gerelateerd zijn aan wereldwijde conferentieonderhandelingen (bijvoorbeeld National Model United Nations)
Plan een (jeugd) actieproject op de SDG's en hun belang
Ontwikkel een op onderzoek gebaseerd project: "Samen kunnen we .... Deze veelgebruikte uitdrukking en hoe het gaat
is van toepassing op de SDG's "
 
Zie ook de website van het UNESCO scholenplatfrom
 
Subdoelen

17.1 Versterken van de binnenlandse middelenmobilisatie (DRM), ook via internationale steun aan ontwikkelingslanden, om de binnenlandse capaciteit te verbeteren voor het innen van belastingen en andere inkomsten.

17.2 Ontwikkelde landen dienen ten volle hun verbintenissen aangaande officiële ontwikkelingshulp te implementeren, waaronder ook de verbintenis van vele ontwikkelde landen om 0,7% van het bruto nationaal inkomen te besteden aan officiële ontwikkelingshulp voor ontwikkelingslanden (ODA/GNI) en 0,15% tot 0,20% ontwikkelingshulp aan de minst ontwikkelde landen; ODA-donoren worden aangemoedigd om voor zichzelf een doelstelling te bepalen om minstens 0,2% van de ODA te besteden aan de minst ontwikkelde landen.

17.3 Bijkomende financiële middelen voor ontwikkelingslanden mobiliseren vanuit verschillende bronnen.

17.4 Ontwikkelingslanden bijstaan in hun streven naar schuldhoudbaarheid op lange termijn via gecoördineerde beleidslijnen waarbij aandacht wordt besteed aan het aanmoedigen van de schuldfinanciering, de schuldverlichting en de schuldherstructurering, indien van toepassing, en de externe schuld aanpakken van arme landen met een grote schuldenlast om hun schuldencrisis in te perken.

17.5 Regelingen goedkeuren en uitvoeren die investeringen in de minst ontwikkelde landen moeten bevorderen.

17.6 Versterken van de Noord-Zuid-, de Zuid-Zuid- en de regionale en internationale trilaterale samenwerking inzake wetenschap, technologie en innovatie en vergemakkelijken van de toegang daartoe; en het delen van kennis uitbreiden volgens voorwaarden die wederzijds worden bepaald, ook via de verbeterde coördinatie tussen bestaande mechanismen, in het bijzonder op het niveau van de Verenigde Naties, en via een mondiaal mechanisme voor de facilitering van technologie.

17.7 De ontwikkeling, overdracht, verspreiding en verdeling van ecologische technologieën aan ontwikkelingslanden volgens gunstige voorwaarden, ook inzake gunstige en preferentiële bepalingen, zoals wederzijds overeengekomen.

17.8 De technologiebank en het mechanisme voor het opbouwen van wetenschappelijke, technologische en innoverende capaciteit voor de minst ontwikkelde landen volledig operationeel maken tegen 2017 en het gebruik opdrijven van de technologie die dit mogelijk moet maken, in het bijzonder de informatie- en communicatietechnologie.

17.9 De internationale steun verhogen voor het implementeren van doeltreffende en doelgerichte capaciteitsopbouw in ontwikkelingslanden ter ondersteuning van nationale plannen die erop gericht zijn om alle Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen te implementeren, ook via de Noord-Zuid-, Zuid-Zuid- en trilaterale samenwerking.

17.10 Een universeel, op regels gebaseerd, open, niet-discriminerend en billijk multilateraal handelssysteem bevorderen onder de Wereldhandelsorganisatie, ook via het volbrengen van de onderhandelingen onder de Ontwikkelingsagenda van Doha van deze organisatie.

17.11 De export van ontwikkelingslanden aanzienlijk doen toenemen, in het bijzonder met de bedoeling om het aandeel van de minst ontwikkelde landen in de mondiale export tegen 2020 te verdubbelen.

17.12 Tijdig de implementatie realiseren van belasting- en quotavrije markttoegang op blijvende wijze voor alle minst ontwikkelde landen, in overeenstemming met de beslissingen van de Wereldhandelsorganisatie, ook door ervoor te zorgen dat de voorkeursregels die van oorsprong van toepassing zijn op import van de minst ontwikkelde landen, transparant en eenvoudig zijn, en bijdragen tot het vergemakkelijken van markttoegang.

17.13 De globale macro-economische stabiliteit versterken, ook via beleidscoördinatie en beleidscoherentie.

17.14 Beleidscoherentie voor duurzame ontwikkeling versterken.

17.15 De beleidsruimte en het leiderschap van elke land respecteren om beleidslijnen uit te werken en om duurzame ontwikkeling te implementeren om een einde te maken aan armoede.

17.16 Het Globaal Partnerschap voor duurzame ontwikkeling versterken, aangevuld door partnerschappen met meerdere belanghebbenden (multi-stakeholderpartnerschappen) en kennis, expertise, technologie en financiële hulpmiddelen mobiliseren en delen met het oog op het bereiken van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen in alle landen, in het bijzonder in de ontwikkelingslanden.

17.17 Doeltreffende openbare, publiek-private en maatschappelijke partnerschappen aanmoedigen en bevorderen, voortbouwend op de ervaring en het netwerk van partnerschappen.

17.18 Tegen 2020 de steun voor capaciteitsopbouw verhogen aan ontwikkelingslanden, inclusief de minst ontwikkelde landen en de kleine eilandstaten, om de beschikbaarheid van hoogwaardige, actuele en betrouwbare gegevens opgedeeld naar inkomen, gender, leeftijd, ras, etnische afkomst, migratiestatus, handicap, geografische locatie en andere kenmerken relevant in een nationale context, aanzienlijk op te drijven.

17.19 Tegen 2030 voortbouwen op bestaande initiatieven om metingen te ontwikkelen met betrekking tot de vooruitgang van duurzame ontwikkeling die kunnen dienen als aanvulling op het bruto binnenlands product, en de statistische capaciteitsopbouw ondersteunen in ontwikkelingslanden.

In Nederland en in 2019 De cijfers van 2021 staan hier

SDG 17 Partnerschap om doelstellingen te bereiken

Het zeventiende en laatste SDG betreft de vorming en het behoud van partnerschappen om de andere doelstellingen te bereiken. Internationale samenwerking is nodig om de capaciteit en middelen te versterken om de duurzame ontwikkelingsagenda uit te voeren. Het realiseren van de doelen vereist samenhangend beleid, een coöperatieve omgeving en het aangaan van nieuwe mondiale partnerschappen.

Helaas zijn voor de meeste subdoelen opgenomen in SDG 17 geen goede indicatoren voorhanden. Zo is een aantal doelen gericht op de ontwikkeling van beleidsinstrumenten om de duurzame ontwikkeling in ontwikkelingslanden te ondersteunen. Dit zijn targets waarvoor niet een indicator in de klassieke zin van het woord kan worden opgesteld, maar waar eerder wordt aangegeven in hoeverre zulke beleidsinstrumenten al dan niet bestaan.

SDG 17 kan dan ook niet op eenzelfde manier worden beschreven als de eerdere SDG’s. Slechts vier van de officiële SDG-subdoelen kunnen worden gemeten: ontwikkelingshulp (SDG 17.2); overdrachten (SDG 17.3); totale invoer uit de LDC’s (SDG 17.11); en de broeikasgasvoetafdruk (SDG 17.11).

Voor wat betreft ontwikkelingshulp en overdrachten is het beeld stabiel. De relatieve omvang van overdrachten en ontwikkelingshulp is het laatste jaar nagenoeg gelijk gebleven. Voor beide blijft Nederland vrij hoog op de EU-ranglijst staan. Hierbij moet worden opgemerkt dat meer ontwikkelingshulp niet noodzakelijkerwijze welvaart verhogend is. Deze gelden kunnen ondoelmatig worden besteed.

De waarde van de totale invoer van Nederland uit de 48 LDC’s, en daarmee de geldstroom naar deze allerarmste landen, is in het laatste jaar sterk gestegen. Nederland neemt een tweede plaats op de Europese ranglijst in. Dit houdt ook verband met de aanwezigheid van grote havens in Nederland.

Ten slotte blijkt dat de broeikasgasvoetafdruk, ofwel de uitstoot van broeikasgassen gerelateerd aan de Nederlandse consumptie in het laatste jaar sterk is toegenomen. Via onze consumptie droeg Nederland in 2018 meer bij dan in 2017 aan de uitstoot van broeikasgassen in de landen waar deze goederen en diensten geproduceerd worden.

17 1 2019