Open menu

2.1. Kenmerken

Het is niet altijd duidelijk wanneer ethiek om de hoek komt kijken. Personen, groepen, gevoelens, motieven en intenties, enkele personen, groepen van personen en persoonselementen, kunnen moreel goed of slecht zijn.
Hier richten we ons op het menselijk handelen.

Allerhande onderwerpen zijn goed of niet goed in een niet-morele setting b.v. fysische objecten zoals auto’s of schilderijen. Een auto kan goed zijn vanwege de motor. Dat heeft op het eerste gezicht niets te maken met ethiek.

De vraag wanneer ethiek een rol speelt is op verschillende manieren te beantwoorden.

Sommigen zeggen dat een dilemma, een zaak, gepresenteerd kan worden als een moreel ethisch dilemma door er morele, ethische aannamen bij te betrekken.

Een zaak kan ook niet-moreel zijn. In dat geval kun je er voor kiezen er een moraal, een ethisch perspectief aan toe te voegen. We kunnen ons afvragen wanneer en waarom handelingen bij die zaken in het bijzonder moreel juist of fout zijn, goed en niet goed.

Een Amerikaanse ethicus stelde een pluralistische oplossing voor. Een oordeel, principe of ideaal is niet langer moreel op de basis van één criterium, maar op basis van meerdere. Zijn opinie leidt tot het volgende schema.

M1

M2

M3

M4

M5

ABCD

ABCE

ABDE

ACDE

BCDE


M1 tot M5 zijn morele stellingen

A = van groot sociaal belang

B = tracht tegenstellingen in de samenleving te minimaliseren;

C = is afgeleid van een filosofische kijk op het leven. Ze zijn bedoeld om menselijk handelen de weg te wijzen.

D = is te generaliseren en menselijk handelen te beschrijven;

E = heeft autoriteit en is in staat niet-morele regels te overtreffen.

Morele dilemma’s verschillen van andere.
Ze moeten voldoen aan vijf criteria:

1.Je kunt ze niet ontwijken. Je staat op een t-splitsing. Je gaat links of rechts. Ook als je geen keuze maakt, maak je een keuze.

2.Andere mensen zijn erbij betrokken. Zelfs als ze zich ver weg bevinden;

3.Elke keuze die we maken is van belang voor degenen die er bij betrokken zijn. Het kan consequenties hebben voor het gevoel en het zelfrespect, het geluk van andere mensen.
Milieu-ethiek heeft een uitdaging in 2 en 3. De vraag is of de redenen om mensen er bij te betrekken ook toereikend is om levende organismen, elementen of natuur of zelfs de natuur in haar geheel bij te betrekken.

4.Je kunt niet alle belangen voor 100 % tegemoet komen. Je kunt niet iedereen die betrokken is compleet tevreden stellen en

5.De morele actor is vrij om te kiezen.


In professionele ethiek is het ook belangrijk te weten of het morele dilemma valt binnen je invloedssfeer. Om morele dilemma’s te identificeren, analyseren en oplossen is het belangrijk te weten of ze een structureel karakter hebben. Wanneer ze dat hebben dan is het beter een bond, politieke partij of een andere organisatie te raadplegen. Dus wanneer er problemen zijn m.b.t. het milieu, gezondheid en veiligheid die alleen opgelost kunnen worden door b.v. het bouwen van een nieuw industrieterrein, moet je je afvragen of ze zich binnen je invloedssfeer bevinden.

Zo worden we jaar na jaar we geconfronteerd met honger in verschillende delen van de wereld. We kunnen helpen door geld te doneren en brood en vis te brengen. Sommige mensen zeggen dat dat geen oplossing van het probleem is. Mensen die een tekort aan voedsel hebben moeten leren hoe ze zaden moeten planten en hoe ze moeten vissen. Ze kunnen geholpen worden met machines die het land ploegen of met vissersboten. Anderen zeggen weer dat honger een deel is van het kapitalistische systeem. Wanneer je honger wilt verbannen uit de wereld begin je met het kapitalistisch systeem (volgens hen). Problemen en oplossingen van persoonlijk naar structureel.

  

Een professional heeft een beroep.

Wanneer men te maken krijgt met morele, ethische dilemma’s gebruiken veel professionele groepen een beroepscode.

Zie b.v. de National Society of Professional Engineers en special de Ethische Case Studie (the Ethic Case Search).

Volgens Lawrence Kohlberg zijn er drie fases in de morele ontwikkeling.

De vraag is of een ethische code je niet te veel vastpint in de conventionele fase .

Om moreel rijp te worden moet je streven naar een post-conventioneel standpunt.

Weet wat je eigen waarden en principes zijn en handel ernaar.

Dat is moreel-ethische rijpheid.

 

Hoe kun je bekijken of een professionele handeling morele kwaliteit heeft. Dat is als er een compromis in het spel is. Daar zijn drie redenen voor:

  1. Een professionele handeling vindt plaats in een samenleving. Daarin hebben mensen verschillende belangen. Wanneer b.v. persoon A, B en C hun belangen formuleren volgens figuur 1 kun je niet tot overeenstemming komen. Daarom moeten ze er voor kiezen te starten op de manier de getoond wordt in figuur 2.

 abc-1        abc-2

FIGUUR 1.                                                                               FIGUUR 2.

In figuur 2 is het mogelijk een beslissing te nemen die de belangen van alle drie betrokkenen deels tegemoetkomt.

  1. In de meeste situaties is een compromis beter dan een principiële keuze. Handelen naar principes, een regel, kan de actor, het bedrijf of de samenleving schade toebrengen.
  2. De derde reden voor een compromis is dat je in een professionele situatie vaker een keuze moet maken uit slechte mogelijkheden. De dagelijkse realiteit is vaak niet een paradijs en je bent niet degene die dat kan veranderen. Dus moet je kiezen voor het maximaal haalbare.

Wat je het eerste moet doen als je geconfronteerd wordt met een moreel dilemma is berekeningen maken. Goed tegen slecht, winst tegen schade, voordeel tegen nadeel. Utilistische ethiek.

Er zijn situaties waarin basale regels, normen en waarden een rol spelen zoals recht of het recht op leven. Je weet meteen wat je zou moeten doen dus dan hoef je niet te berekenen.

Een morele kwaliteit kan alleen bereikt worden in een procedure die wordt gekarakteriseerd met het woord ‘samen’. Samen met de betrokkenen onderken je dat het probleem een moreel probleem is, en samen analyseer je, praat je er over en beslis je wat te doen.

E.e.a. kan worden uitgevoerd via een stap voor stap methode waarin je een moreel dilemma beschrijft, analyseert, weegt en rechtvaardigt.