Open menu

3.3. Milieu-ethiek milieuproblemen

Milieukunde bestudeert de relatie tussen mens en milieu. Aan de ene kant heeft het milieu betekenis voor de mens. Men is afhankelijk van het milieu. Aan de andere kant beïnvloeden menselijke activiteiten het milieu. De relatie tussen mens en milieu is wederzijds (zie figuur 3.2).

 

b

 

 

Figuur 3.2 De relatie tussen mens en milieu

 

Het milieu heeft een betekenis voor de mens op drie manieren:

 

1. Het vormt de omstandigheden om te kunnen leven

2. Het heeft een intrinsieke waarde<!--[endif]-->

3. Het vormt middelen voor productie.<!--[endif]-->

 

In de eerste betekenis is de afhankelijkheid van het milieu het sterkste. Mensen hebben een goed milieu nodig voor hun gezondheid en voor voedsel. Een goed milieu heeft ook een psychologische invloed op de mens.

De tweede betekenis, die van de intrinsieke waarde, heeft te maken met de ethische vraag of natuur en milieu (en de onderdelen ervan) een waarde hebben naast de instrumentele waarde die we haar toedichten.

Ten derde gebruiken we uit het milieu lucht, water en grond als middelen voor productie.

 

Het menselijk handelen heeft een invloed op natuur en milieu. Mensen kunnen iets toevoegen en iets verwijderen. De mens kan ook de vorm of de structuur van het milieu wijzigen zoals bijvoorbeeld bij urbanisatie, exploitatie van rivieren, het verleggen van rivieren etc. Die handelingen hoeven niet altijd een probleem te zijn.

Er ontstaat pas een milieuprobleem als de mens zelf vindt dat de relatie met het milieu verstoord wordt. Dat gebeurt wanneer één van de drie betekenissen zoveel kwaliteit verliest dat een groep mensen het beschouwt als problematisch. Dus milieuproblemen zijjn niet van het individu maar zijn sociale problemen.

Gebaseerd op de drie typen kun je drie typen verstoringen onderscheiden. (zie figuur 2.3.). Verstoring door toevoeging wordt vervuiling genoemd. Wanneer je het milieu verstoort door verwijdering noem je dat uitputting. Andere verstoringen – veranderingen in de structuur van het milieu – wordt schade genoemd.

c

 

Figuur 2.3 Verstoring van het milieu

 

Eigenlijk kunnen milieuproblemen gezien worden als conflicten in waarden. Een situatie wordt een milieuprobleem als we ons realiseren dat er een verschil bestaat tussen de actuele en de gewenste toestand. Zowel de actuele als de gewenste toestand zijn geladen met waarden. Volgens een Nederlandse filosoof<!--[if !supportFootnotes]-->[1]<!--[endif]--> kunnen milieuproblemen gezien worden als een confict in waarden. Dat heeft twee vragen tot gevolg: wat zijn de waarden en hoe kan het waardenconflict worden opgelost. Achterberg zegt dat in het algemeen de conflicten gaan over materiele en of sociale waarden aan de ene kant en milieuwaarden aan de andere. Bijvoorbeeld:

· overleving, welzijn, gezondheid en werk

· rechtvaardigheid en vrijheid

· Een veilige en schone omgeving , duurzaam en een rijke en gevarieerde natuur.<!--[endif]-->

 

De oplossing van de conflicterende waarden brengt je tot de vraag wat uiteindelijk goed is. Milieu-ethiek helpt je te analyseren en helpt je waardenconflicten op te lossen. Ze moet de oplossingen rechtvaardigen. Dat brengt je tot antwoorden op vragen als wie en wat waarde heeft en over wat voor waarden we praten.

Er bestaan twee grote groepen van waardenperspectieven: de antropocentrische en niet-antropocentrische. Allebei bevatten ze verschillende soorten milieu-ethiek. Verderop in dit boek gaan we er nader op in.