Open menu

6.1. Het stappenplan

Eerst moet je feiten verzamelen en je moet het met elkaar eens worden over wat precies de feiten zijn. Laten we eens uitgaan van de modificatie van koeien<!--[if !supportFootnotes]-->[1]. Als de genetische modificatie werkt komt de stollingsfactor voor in de melk van de koe en heb je geen grote hoeveelheiden bloed meer nodig om aan de stollingsfactor te komen.

Wat beslis je ?

Wat zijn de pro’s en contra’s?

Hoe kan ethiek en de belangrijste theorien je helpen?

Hoe kan de positie van milieufilosofen de waarden verduidelijken?


Er staan meer stappen in het schema maar de één na belangrijkste is te zeggen wat je ethische positie is. Wat denk je dat belangrijk is. Wat is je waarde, wat is je norm ? Vervolgens is er nog een belangrijke zaak als correct ethisch redeneren. Bijvoorbeeld: mensen die lijden moeten geholpen worden. Al het lijden zou verbannen moeten worden. Een mens is belangrijker dan een koe, zeker als de gezondheid van de mens op het spel staat. Je zegt b.v. dat het is toegestaan dieren te gebruiken om mensen te genezen. Je redeneert: veel mensen lijden aan de ziekte, grote hoeveelheden bloed zijn nodig om die mensen te helpen. Als de genetische informatie tot expressie komt in de melk hoef je alleen maar de melk van de koe te hebben. Het kan zijn dat de koe er last van heeft en er onder lijdt. Het begint met één koe maar uiteindelijk zullen er meer zijn die er niet anders uit zullen zien dan andere koeien. Alleen zijn de genen veranderd. Je wilt ook hebben dat de koe de eigenschap doorgeeft aan het nageslacht. Om het experiment op een wetenschappelije basis uit te voeren heb je 20 dieren nodig. Er zal uitermate goed voor gezorgd worden. De koeien moeten geopereerd worden maar niet gedood om te bekijken of het experiment succesvol is geweest.

Kortom:
Je kunt veel mensen helpen en alleen maar 20 koeien moeten een beetje lijden.

Gebaseerd op je waarde of norm kun je beslissen of je het experiment door laat gaan.
Een van de bovenstaande filosofen zei:

Alle lijden moet uitgebannen worden.

Hiervan uitgaande zou je kunnen stellen dat de experimenten kunnen worden toegestaan.

De laatste stap is de beoordeling. Je beoordeelt je besluit. Je evalueert je besluit met de belangrijkste theorien en filosofen. Gebaseerd op de kennis die je tot nu toe hebt kun je het antwoord beoordelen door de volgende vragen te beantwoorden

Ten eerste: je kunt de vraag of er sprake is van een ethisch dilemma beantwoorden. Er bestaan vijf criteria wanneer een dilemma een ethisch dilemma genoemd kan worden. (zie hoofstuk 2)

Ten tweede: Wanneer het antwoord ja is kun je de argumenten die van belang waren bij je beslissing eens wat beter bekijken. Als gezegd werd gesteld “Alle lijden moet worden uitgebannen”. Is dit een teleologische of deontologische vooronderstelling ? Het is niet gemakkelijk, dat is ethiek nooit. Er zijn altijd vragen die beantwoord moeten worden. Wat bedoelen we met “alle lijden” , alle menselijk lijden ?

Het kan je tot iemand maken die kijkt naar de consequenties van het menselijk handelen voor mensen . Utilisme is een van de belangrijkste teleologische theorieën. Wanneer je naar haar histories <2> kijkt ontdek je klassieke utilisten als Jeremy Bentham en John Stuart Mill. Zij stelden dat we het goede moeten maximaliseren ofwel moeten trachten het meeste goed voor zo groot mogelijke aantallen te realiseren. Ieders geluk telt daarin in gelijke mate mee.

Voor de milieu-ethiek is de discussie tussen mensen en dieren en mensen en andere wezens relevant. Is menselijk genot belangrijker dan dat van dieren ? Is er een verschil en wat maakt dat verschil ? Is intellectueel genot beter, zoals Mill claimt ?

Peter Singer’s positie is een utilistische. Het criterium voor hem is sentientisme, gevoel. Alle en alleen gevoelige wezens, die pijn en plezier kunnen voelen zijn moreel relevant. Zij hebben voorkeuren die bevredigd of gefrustreerd kunnen worden. Die kunnen worden beinvloed door menselijk handelen. Singer gelooft dat alle en alleen maar gewervelde dieren gevoelig zijn. Dieren met een inwendig skelet worden gewervelde dieren genoemd. Belangrijk in Singers positie is dat hij het Principe van Gelijkwaardige Overweging van Belangen voorstaat. Identieke behoeften geven een identiek moreel aandeel. Het type wezen doet er niet toe

Een andere mogelijkheid is dat je vooronderstellig een deontologische is. Dan zijn de consequenties van het menselijk handelen niet relevant. Menselijk handelen dient regels na te leven. Je hebt de verplichting te leven volgens normen, principes. Dat al het lijden moet worden uitgebannen, kan een regel zijn of zelfs een principe.

Kant is de grootvader van de deontologie. Laten we zijn denkwijze gebruiken om te zien of je regels overeind blijven na enige filosofie. Is het een praktische regel of een absolute norm, een principe ? Wanneer een mens zichzelf afvraagt wat hij zou moeten doen, formuleer hij een practische regel. Kant noemt een practische regel een maxim. Als zo’n practische regel toepasbaar is in alle vergelijkbare situaties is te speken van een principe. Een goede vraag is hier of de stelling ook voldoet als het je treft op een slechte manier ? De praktische regel gaat over menselijkheid, menselijke waardigheid en altijd met een einde in zichzelf hetgeen volgens Wouter Achterberg een van de betekenissen is van intrinsieke waarde. Tom Regan, met zijn deontologische Rechten Kijk, gaat ook in tegen Peter Singers utilisme. Volgens Tom Regan maakt de manier van handelen hem juist of fout en niet de consequenties. Juiste handelingen behandelen individuen als een einde in zichzlef. Het einde in zichzelf wordt een belevend onderdeel van het leven (experiencing subject of life) genoemd. Alle individuele belevingen van het leven hebben een inherente waarde. Dat is het criterium van de morele status voor Regan: het zijn van een belevend onderdeel van het leven.

Dit betekent dat een bewust wezen dat een welzijn heeft dat belangrijk voor hem is een voorkeur heeft voor dingen, dingen gelooft en voelt, dingen terug roept en verwacht, eindes voor hemzelf heeft, gefrustreerd of bevredigd wordt en al die zaken maken een verschil in de kwaliteit van het leven zoals het wordt beleefd en geleefd

Dus sommige dieren beleven onderdelen van het leven en hebben dus een morele status en inherente waarde vanwege dezelfde redenen als dat mensen dat hebben. En tot nu toe hebben we het alleen maar gehad over menselijk handelen tegenover dieren. Alleen twee belangrijke theorieën zijn besproken door twee filosofen op het gebied van dierenethiek. Dit boek kan doorgaan met cases en uitdagingen van menselijk handelen naar andere elementen van natuur en milieu.



 See for information on this topic some videos on YouTube.

With regards to Ned Hettinger, see

Like Martin Drenthen (see  ) is of great value in making knowledge on milieu ethiek in Dutch available and accessible within the public medium Internet, so is Ned Hettinger for the English language. To my opinion (C.A.M. Vromans MA) they do a great job by sharing what they know and the methods they use. It is my practical rule (or principle) that all knowledge and educational methods that people acquire by public money, ought to be made available like they do.